Sommige historische boeken stellen dat alles altijd beter gaat, dat voorspoed en vooruitgang gewoon een kwestie van doorzetten zijn. Steven Pinkers Ons betere ik. Waarom de mens steeds minder geweld gebruikt (2013) is zo’n voorbeeld. Dat vind ik een mooi en hoopvol boek, maar op één punt slaat hij de plank mis. Onze infrastructuur en verkeerssituatie zijn er de afgelopen eeuwen niet democratischer op geworden. Dat viel me laatst op toen we op vakantie waren in een schattig vissersdorpje in Groot-Brittannië – daarover zo meer.
Wat ik bedoel is dat de moderne dienstensamenleving niet goed is geweest voor onze sociale geografie. Door de clustering van financiële, administratieve, educatieve en economische diensten in de hoofdstedelijke centra raakten de overige gebieden behoorlijk ingedroogd. Alle grote verkeerslijnen leiden naar Londen, Amsterdam/Utrecht, Frankfurt, Berlijn of Parijs. En de rest mag hopen dat er af en toe nog een treintje of bus van een of andere geprivatiseerde provinciale partij blijft rijden.
Meer columns lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Tot een kleine eeuw geleden was die sociale geografie anders ingekleurd. Niet in het minst omdat veel goederen- en vrachtverkeer, maar ook personenverkeer niet via de lucht of via snelwegen verliep, maar via het water. En water was eerlijker over het land verdeeld.
Dat schattige dorpje waar wij waren, volkomen verstild en nauwelijks met de auto te bereiken, was in voorgaande tijden een knooppunt van het wereldverkeer geweest en het had aan de frontlijn gelegen van tal van grote zeeslagen. We zaten namelijk aan een soort fjord vlak bij Dartmouth. Tot onze verbijstering waren daar elfde- en twaalfde-eeuwse kruisridders scheep gegaan, was vandaar de vloot uitgevaren om de Spaanse Armada te verslaan (een Spaanse schatkist stond nog in het lokale kerkje), was de Mayflower er vertrokken, en waren er tijdens de Tweede Wereldoorlog circa 700 (!) geallieerde matrozen in één keer de diepte in gejaagd door Duitse onderzeeërs. Na die oorlog was het evenwel stil geworden in ons plaatsje; het bruisende scheepvaartcentrum was letterlijk een backwater geworden.
Toen het water als centrale infrastructuur en verkeersslagader verdween, verdween er nog iets anders. Iets waarvan je je ook kunt afvragen of het vooruitgang is. De lokroep van het water, of het nu de binnenvaart of de grote vaart was, sprak tot de verbeelding. Dat water bood een kans om de wijde verten te zoeken. Bovendien: als schipper, visser of matroos was je iemand. Het was zwaar en gevaarlijk, maar het gaf richting en zorgde voor beroepstrots. Het straatbeeld werd tot in de moderne tijd gedomineerd door alles wat met water en scheepvaart te maken had, van matrozen tot kuipers en touwslagers.
We zijn nog nooit zo internationaal verbonden en zoveel online geweest. We staan altijd aan, maar toch voelen veel regio’s en groepen zich ‘afgehaakt’. Is het daarom geen idee om in het kader van onthaasting, verduurzaming en echte democratisering minder online te surfen, en de waterwegen weer in ere te herstellen? Simpelweg: terug naar de waterstaat!