Home Dossiers Wetenschap Tentoonstelling Catharijneconvent: En God schiep ook de wetenschap

Tentoonstelling Catharijneconvent: En God schiep ook de wetenschap

  • Gepubliceerd op: 18 maart 2024
  • Laatste update 20 mrt 2024
  • Auteur:
    Mirjam Janssen
  • 4 minuten leestijd
De Anatomische les Michiel Jansz. van Mierevelt Museum Prinsenhof
Cover van
Dossier Wetenschap Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Het christendom heeft een cruciale rol gespeeld in de ontwikkeling van de natuurwetenschappen. Zo blijkt uit de interessante tentoonstelling De schepping van de wetenschap in Museum Catharijneconvent.

In het Westen loopt het aantal gelovigen al decennia terug en daarmee is ook het begrip voor religie afgenomen. Volgens veel mensen mag nog maar één instantie een uitspraak over de werkelijkheid doen en dat is de wetenschap. Vanuit dat perspectief kijken ze ook naar godsdienst: als een achterhaalde gewoonte om de wereld te verklaren, het domein van oude witte mannen, die de vooruitgang altijd in de weg hebben gestaan. Je zou kunnen zeggen dat wetenschap de pr-strijd met religie heeft gewonnen.

Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Over de gecompliceerde relatie tussen die twee gaat de tentoonstelling De schepping van de wetenschap in Museum Catharijneconvent. Daar is te zien dat de scheidslijnen vanaf de zestiende eeuw niet zo strikt waren: wetenschappers die in de vroegmoderne tijd onderzoek deden waren meestal religieus en geestelijken die onderzoek deden opereerden systematisch en wetenschappelijk. Ze deden onderzoek om God te leren kennen en Zijn plan te doorgronden. In die zin had God ook de wetenschap geschapen.

Planetarium Eise Eisinga

De expositie begint met een blik op de ruimte. Verwonderd door de grootsheid van het heelal zochten onderzoekers naar verklaringen. In het Vaticaan observeerden geestelijken de sterren om zo de christelijke feestdagen goed te kunnen bepalen. Maar turend door steeds betere telescopen zagen ze natuurlijk van alles dat hen aan het denken zette en dat bijdroeg aan nieuwe wetenschappelijke inzichten. Zo bleken sterren en de aarde niet stil te staan, maar te bewegen, en wel rond de zon.

In Franeker bouwde wolkammer en parttime wetenschapper Eise Eisinga in de achttiende eeuw een prachtig planetarium in zijn huis. Daarmee toonde hij hoe zes planeten rond de zon draaien. Dat nam theologische beunhazen de wind uit de zeilen: de beweging van planeten was normaal en wees niet op het naderende einde der tijden.

Ook het menselijk lichaam werd steeds nauwkeuriger onderzocht; het christendom was niet tegen anatomisch onderzoek. Zo werd duidelijk dat de leer van de Romeinse arts Claudius Galenus uit de tweede eeuw niet klopte. Galenus meende dat het menselijk lichaam is gevuld met vier lichaamssappen of humores, te weten slijm, bloed, gele gal en zwarte gal, en dat elk sap een bepaald temperament vertegenwoordigt. In de zestiende eeuw rekende de Zuid-Nederlandse Andreas Vesalius op basis van onderzoek af met dit idee.

Paleontologisch onderzoek leidde tot het inzicht dat diersoorten niet op één moment waren geschapen, maar zich hadden ontwikkeld. Soorten stierven uit en er kwamen andere voor in de plaats. Dat betekende wel dat de schepping niet in één keer volmaakt was geweest. Hoe kon dat?

Ook andere wetenschappelijke resultaten riepen theologische vragen op: waar hield God zich op in dat onmetelijke, draaiende heelal? Wat was nu echt de ouderdom van de aarde? En als het menselijke lichaam een soort machine was, waar huisde de ziel dan? Wetenschappelijke bevindingen die in strijd waren met de Bijbel veroorzaakten soms grote spanningen, toch was veel onderzoek gewoon mogelijk. Kerkvader Augustinus pleitte rond het jaar 400 al voor enige ruimdenkendheid: de Bijbel deed volgens hem uitspraken over religie en niet over wetenschap.

De tentoonstelling schetst een beeld van grenzeloze nieuwsgierigheid en experimenteerlust. Daarin deden wetenschappers en geestelijken niet voor elkaar onder. Wat weer eens duidelijk maakt hoe beperkt het huidige seculiere beeld van religie is. De tentoonstelling in het Catharijneconvent en de prachtige catalogus zetten de bezoeker stevig aan het denken. En dat is hard nodig.

De schepping van de wetenschap publicatie

De schepping van de wetenschap

is tot 2 juni 2024 te zien in Museum Catharijneconvent, Lange Nieuwstraat 38 in Utrecht.

Meer informatie vindt u hier.

Openingsafbeelding: De Anatomische les Michiel Jansz. van Mierevelt Museum Prinsenhof. Bron: Museum Catharijneconvent.