Vooraanstaande vrouwen in de Nederlandse Republiek droegen serieus bij aan het muziekleven. Ze huurden bijvoorbeeld muzikanten in om composities te schrijven, zetten een orkest op, of betaalden mee aan de aanschaf van orgels. Hoewel de meeste vrouwen geen geld mochten uitgeven zonder toestemming van vader of echtgenoot, ondersteunden weldoensters de muziek op eigen initiatief. Dat laat Veronica van Amerongen zien in haar proefschrift Dames in majeur. Vrouwelijk muziekmecenaat in de Republiek der Nederlanden, waarop ze onlangs promoveerde aan de Universiteit Utrecht en dat begin 2022 wordt uitgegeven.
Een opvallend voorbeeld was Anna van Hannover (1709-1759), echtgenote van stadhouder Willem IV. Ze zette onder meer een hoforkest op poten, betaalde voor composities en voorstellingen, en stelde de indertijd bekende Christian Ernst Graf aan als hofcomponist.
De betalingen waren niet alleen gunstig voor de muzikanten en hun publiek. Door hun financiële steun bevestigden de vrouwelijke mecenassen hun doorgaans toch al voorname status.
Dit artikel is exclusief voor abonnees