Home ‘Stedman had groot respect voor wat eigenlijk zijn vijand was’

‘Stedman had groot respect voor wat eigenlijk zijn vijand was’

  • Gepubliceerd op: 12 november 2018
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Dewi Hoijtink
‘Stedman had groot respect voor wat eigenlijk zijn vijand was’

John Gabriel Stedman werd beroemd om zijn Surinameboek met de karakteristieke en gruwelijke prenten van gekastijde slaven. Toch weten we maar weinig van de excentrieke man achter die prenten. Historicus Roelof van Gelder, die geïntrigeerd raakte door Stedmans bewogen leven en de uitzonderlijke manier waarop hij omging met slaven, schreef daarom een biografie over de Schots-Nederlandse officier: Dichter in de jungle. ‘Ik vind het belangrijk om te laten zien dat dit deel van ons koloniale verleden ook bestaat.’

Hoe zag Stedmans militaire leven eruit?
‘Stedman diende in de achttiende eeuw in de Schotse Brigade, een zelfstandige eenheid binnen het Staatse leger van de Republiek. Eerst diende hij als vaandrig in verschillende garnizoenssteden, waar hij uit verveling kwajongensstreek na kwajongensstreek uithaalde. In 1773 lonkte het avontuur in Suriname. Vijf jaar lang opereerde hij daar als officier om slaven die waren weggelopen van hun plantages, ‘marrons’, op te sporen. Hij trouwde met de slavin Joanna, met wie hij zijn zoon Johnny kreeg. Eind 1779 keerde Stedman terug naar de Republiek, waar hij een tweede huwelijk aanging met een Nederlandse vrouw, Adriana Wierts. Toen de Vierde Engels-Nederlandse Oorlog uitbrak besloot Stedman, die als Schot moest kiezen tussen het Engelse of het Staatse leger, naar Engeland te verhuizen. Met Adriana vestigde hij zich in het kleine stadje Tiverton in Devon, waar hij terwijl hij wachtgeld ontving zijn Surinameboek schreef, getiteld Narrative of a five years’ expedition against the revolted Negroes of Surinam.’


Eén van Stedmans bekende tekeningen, door de Engelse graveur William Blake vervaardigd voor in het Surinameboek.

U brengt dus Stedmans hele leven in kaart. Waarom verwijst de titel van uw boek dan toch specifiek naar zijn tijd in Suriname?
‘Uiteindelijk is Suriname toch een spilperiode in zijn leven geweest. Hij keek er in zijn dagboeken vaak op terug. Daar speelde Joanna een grote rol in. Er wordt weleens gezegd dat hij zo’n typische koloniaal was, die een ‘slavinnetje’ bij zich nam en haar weer wegstopte zodra hij er genoeg van had. Maar zo zat dat niet. Hij beschreef zijn tijd met Joanna en Johnny in Suriname als iets paradijselijks. En toen hij in 1783 hoorde dat Joanna was overleden, waarschijnlijk door vergiftiging, was hij daar erg van ontdaan. In zijn dagboeken bleef hij terugkomen op haar dood. Bovendien deed hij na haar overlijden iets waartoe hij helemaal niet verplicht was: hij liet Johnny overkomen, die hij al eerder vrij had gemaakt, en voedde hem op.’

Waarom inspireerde deze persoon u om een boek te schrijven?
‘Ik had al jaren een boek van Stedman in mijn kast liggen en besloot me eens in hem te verdiepen. Dat bleek toen niet zijn Surinameboek te zijn maar een nog veel interessanter werk: een vrij obscure uitgave van zijn persoonlijke dagboeken, memoires en brieven. Ik ontdekte dat hij een zeer bijzondere man was. Energiek, opvliegend soms, creatief, veelzijdig. Hij was duidelijk iemand die niet stil kon zitten. Ook keek hij heel goed om zich heen en zette alles op papier: niet alleen gedichten en herinneringen, maar ook tekeningen van landschappen, mensen, dieren en planten. Maar het meest bijzondere was Stedmans kijk op de mens. Zijn aangeboren nieuwsgierigheid bracht hem in contact met iedereen om hem heen: niet alleen met Europeanen, maar ook met slaven.’
 


Roelof van Gelder.

Hoe ging Stedman met slaven om?
‘Stedman was erg geïnteresseerd in hoe de inheemsen en slaven in de kolonie leefden. Wanneer hij de slaven daarnaar vroeg, bleek dat er met hen gewoon te praten viel. Ook had hij bewondering voor de manier waarop de marrons zich staande hielden in het conflict met de Europeanen. Terwijl die laatsten letterlijk bij bosjes neervielen omdat ze niet goed uitgerust waren voor de drassige jungle of het tempo van de marrons niet bijhielden, konden de marrons telkens weer op slimme wijze ontkomen. Dus door met slaven te praten en hen waar te nemen, bouwde Stedman groot respect voor hen op. Dat was buitengewoon zeldzaam in een tijd waarin de gemiddelde koloniaal neerkeek op zijn slaven. Eenmaal protesteerde Stedman zelfs openlijk toen een slavin mishandeld werd, maar daarmee verergerde hij de situatie juist. Hij stond er machteloos tegenover en dat vond hij vreselijk.’

Stedmans aangeboren nieuwsgierigheid bracht hem in contact met iedereen om hem heen: niet alleen met Europeanen, maar ook met slaven

 Stedman sympathiseerde met de slaven, maar was geen abolitionist. Hoe kon dat?
‘Stedman werd als militair opgevoed met het idee dat oorlog en daarmee slavernij in de wereld thuishoorden. Daarnaast schreef hij dat door afschaffing van de slavenhandel de gehele Engelse commercie in elkaar zou storten. En als de Engelsen het toch zouden afschaffen, zouden bijvoorbeeld de Fransen of de Nederlanders wel in dat gat springen. In de geest van die tijd zijn zulke argumenten begrijpelijk. Bovendien was het oorlog tussen Groot-Brittannië en Frankrijk. De radicale ideeën van Frankrijk, waaronder afschaffing van de slavenhandel, moesten vooral niet in Engeland terechtkomen. Stedman zat op dat moment in Engeland en hoopte dat hij nog carrière kon maken als militair, dus moest hij oppassen welke ideeën hij verspreidde. Het is dus goed mogelijk dat hij uit zelfbescherming niet het achterste van zijn tong liet zien. In die context moet je zijn denken bekijken. Wel zei Stedman dat slaven gelijkwaardig waren aan iedereen en dat er humaan met ze moest worden omgegaan. Met die opvattingen was hij veel van zijn Engelse tijdgenoten al vooruit.’ 
 


Roelof van Gelder met de uitgave van Stedmans oorspronkelijke verhaal.

 
Welke invloed had Stedmans uitgever op het in 1796 verschenen Surinameboek?
 ‘De uitgever van het boek, Joseph Johnson, was tamelijk radicaal. Als tegenstander van de slavernij zag hij Stedmans verhaal, met de afschrikwekkende tekeningen van slaven, als een middel om zijn eigen denkbeelden te versterken. Toen Stedman in 1769 de eerste drukproeven in handen kreeg, zag hij dat er grote ingrepen in waren gedaan. Hij was razend en belandde in een conflict met de uitgever. Johnson besloot de eerste versie te herzien, maar ook de gecorrigeerde versie week in bepaalde opzichten nog af van Stedmans oorspronkelijke verhaal. Het resultaat lijkt daardoor meer op een compromis tussen Stedman en de uitgever. Dat maakte het boek ambivalent, want zowel voor- als tegenstanders van de slavernij konden er hun argumenten uit halen. In Stedmans oorspronkelijke verhaal, dat pas zo’n vijfentwintig jaar geleden is uitgegeven en dat ik in mijn kast heb liggen, zie je dat zijn eigen taal veel ruwer is, niet zo gepolijst als in de uiteindelijk gedrukte versie. Daar heb ik voor mijn biografie veel meer aan gehad.’

Roelof van Gelder is historicus en was redacteur van NRC Handelsblad. 
 
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.