Home Dossiers Tweede Wereldoorlog ‘Sobibor is lang een genegeerde plek geweest’

‘Sobibor is lang een genegeerde plek geweest’

  • Gepubliceerd op: 12 oktober 2023
  • Laatste update 17 okt 2023
  • Auteur:
    Laurens Bluekens
  • 10 minuten leestijd
‘Sobibor is lang een genegeerde plek geweest’
Hitler in de Tweede Wereldoorlog
Dossier Tweede Wereldoorlog Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

In Het donkster donker – Een geschiedenis van Sobibor werpt onderzoeksjournalist Rosanne Kropman nieuw licht op het vernietigingskamp, dat door de Duitsers met de grond gelijk werd gemaakt en decennialang in de vergetelheid raakte. Kropman onthult onder meer de naam van de Nederlandse gevangene die een ontsnappingsplan smeedde, maar werd verraden.

September 2014, Oost-Polen, dicht tegen de Oekraïense grens aan: onderzoeksjournalist Rosanne Kropman staat op het terrein van het voormalige vernietigingskamp Sobibor. Daar helpt ze de Nederlandse archeoloog Ivar Schute en zijn collega’s met het doorzoeken van de bodem rondom de voormalige gaskamers, waarvan de exacte locatie en de resten pas recent ontdekt zijn. Op het raster van de zeef waardoor ze het zand filtert, blijven op enig moment de resten van brilmonturen en kunstgebitten liggen. Later volgt een zilveren oorbel met een wit steentje, terwijl Schute een gouden kies vindt. In het veld van de massagraven erachter liggen talloze botsplinters van slachtoffers van de Holocaust nog aan de oppervlakte.

Meer interviews lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Dit tafereel, beschreven in het proloog van Het donkerste donker, grijpt de lezer niet alleen direct bij de keel, het kantelde ook het hele mensbeeld van Kropman, vertelt ze. ‘Voordat ik met Sobibor bezig was, ging ik er vanuit dat mensen gewone dieren waren. Maar toen ik in Oost-Polen oog in oog kwam te staan met de industriële moordmachine van Sobibor, dacht ik: er is geen enkele andere soort die op deze schaal zo berekenend en zo efficiënt mogelijk kan moorden. Dat maakt de mens anders dan andere dieren.’

Een industriële moordmachine was het inderdaad, want in de acht gaskamers van het vernietigingskamp vermoordden de nazi’s tussen mei 1942 en oktober 1943 minstens 170.000 Joden – al gaan andere schattingen uit van 250.000. Na Auschwitz, Treblinka en Belzec was Sobibor het dodelijkste vernietigingskamp. Het is na Auschwitz ook het kamp waar de meeste Nederlanders omkwamen: ruim 34.000.

Ontsnapping

In het najaar van 1943 kwamen de gevangenen van het kamp in opstand onder leiding van de Joodse Sovjetofficier Alexander Petsjerski en Leon Feldhendler, de zoon van een rabbijn uit Oost-Polen. Ongeveer 300 gevangen wisten te vluchten, maar honderden anderen kwamen die dag om. Na de opstand besloten de Duitsers Sobibor met de grond gelijk te maken. De sloop is volgens Kropman de voornaamste reden dat het kamp na de oorlog een mysterieuze status heeft gekregen. ‘Maar de onbekendheid van Sobibor heeft er ook mee te maken dat er maar heel weinig overlevenden zijn die hun verhaal konden doorvertellen. Bovendien draait de geschiedenis van Sobibor in veel opzichten niet om overleven, maar om massavernietiging. Dat maakt het voor veel mensen lastig om er lang bij stil te staan.’

Met haar boek poogt de onderzoeksjournalist te laten zien dat Sobibor ook een verhaal is van verzet. Zo tekent ze de lotgevallen op van de eerder genoemde Petsjerski, de Joodse Sovjetofficier die een van de initiatiefnemers was van de grote ontsnappingspoging. Hij overleefde en overleed in 1990 aan Rostov aan de Don. In zijn verhaal is een rol weggelegd voor Luka, een jonge, Duitse, kettingrokende medegevangene die zijn muze werd. Ondanks verwoede speurtochten van allerlei onderzoekers en journalisten, is haar identiteit nog altijd niet bekend. Net als veel andere delen van het boek leest Kropmans poging om de echte naam van Luka te achterhalen als een meeslepende detective, maar uiteindelijk weet ook zij haar identiteit niet boven water te krijgen. ‘Ik had gehoopt Luka te kunnen herleiden tot een vrouw die een leven heeft geleefd, als een soort brug naar het leven. Daar ben ik obsessief mee bezig geweest en het maakte me verdrietig toen ik me realiseerde dat het me niet ging lukken.’

Kropman baseert zich in haar zoektocht naar de identiteit van Luka onder meer op de memoires van Petsjerski, die hij vlak na de oorlog in de Sovjet-Unie optekende. ‘Verder heeft hij nooit echt zijn verhaal mogen doen, hij kwam niet verder dan af en toe een praatje over zijn ervaringen op een school,’ zegt de onderzoeksjournalist. ‘De Sovjet-Unie wilde het niet aan de grote klok hangen dat er soldaten uit het Rode Leger in nazikampen hadden gezeten, en ook het Joodse slachtofferschap werd er kleingehouden. Het heldendom van het Rode Leger stond voorop.’

‘Terwijl Petsjerski een in Oekraïne geboren Jood was, ziet Poetin in hem alleen een held uit het Rode Leger’

Later adopteerde Rusland Petsjerski als oorlogsheld. ‘Terwijl je ook kunt zeggen dat Petsjerski een in Oekraïne geboren Jood was, ziet Vladimir Poetin in hem alleen een held uit het Rode Leger die de opstand van de krijgsgevangenen uit de Sovjet-Unie leidde. Dat beeld ligt er ook heel dik op in Sobibor, een film uit 2018 die met steun uit het Kremlin tot stand kwam.’ Met Escape from Sobibor werd in het westen al eerder een film over de grote ontsnappingspoging gemaakt, met Rutger Hauer in de hoofdrol. Die rolprent noemt Kropman ‘gebaseerd op het goed uitgezochte gelijknamige boek, maar wel met een enorm Hollywoodsausje er overheen.’

Nederlandse kapitein

Vóór Petsjerski en Feldhendler hun plan voor een massale uitbraak van gevangenen ten uitvoer brachten, had een Joodse Nederlander al soortgelijke plannen bedacht. Het plan van de ‘Nederlandse kapitein’, zoals zijn medegevangenen hem noemden, leek veel op dat van Petsjerski en Feldhendler: een deel van de SS’ers in het kamp uitschakelen en vervolgens de Trawniki – de circa 120-150 bewakers die waren geworven onder de Sovjetkrijgsgevangenen – overtuigen om de gevangenen te laten gaan. Zo ver kwam het niet, want het plan werd verraden. Ondanks – waarschijnlijk – bruut geweld en martelingen hield de Nederlandse kapitein zijn lippen stijf op elkaar en nam hij alle schuld op zich. Als represaille besloot de SS alle Nederlandse mannen naar kamp 3 te sturen, waar de gaskamers waren. Er werden daarbij zo’n 70 Nederlanders vermoord. Maar door zijn stilzwijgen redde de Nederlandse kapitein de Poolse Joden die ook bij de samenzwering betrokken waren.

‘Loe de Jong en (Holocaustoverlevende en schrijver, red) Jules Schelvis hadden wel een vermoeden wie deze Nederlandse kapitein was, maar hielden een slag om de arm,’ vertelt Kropman. Uiteindelijk vond de onderzoeksjournalist de identiteit van de Nederlandse kapitein, van wie bekend was dat hij ook actief was geweest in de Spaanse Burgeroorlog, op een scheepslijst in een oud vakblad in het archief van het ministerie van Defensie. ‘Toen ik erachter kwam dat het hoogstwaarschijnlijk om Jozeph Jacobs gaat, was ik helemaal beduusd. Ik voelde een raar soort opluchting, ook omdat het me eerder niet was gelukt om Luka te identificeren.’

‘Toen ik erachter kwam dat het hoogstwaarschijnlijk om Jozeph Jacobs gaat, was ik helemaal beduusd’

Doordat de Duitsers het kamp sloopten, is heel veel bewijs van de verschrikkingen in Sobibor verdwenen. Maar soms duiken er toch onverwacht enkele snippers op. Dat was het geval in 2015, met de vondst van het fotoalbum dat SS’er en plaatsvervangend kampcommandant Johann Niemann naliet aan zijn familie. Voor Kropman was de vondst een ongelofelijke gebeurtenis, omdat er daarvoor vrijwel geen beeldmateriaal van het kamp was. ‘Door het werk van de archeologen was net zo’n beetje de plattegrond van het kamp aan het licht gekomen en op de foto’s van Niemann konden we plotseling ook zien hoe het er boven de grond uitzag. Het album laat tegelijkertijd maar een selectief beeld van Sobibor zien, want de verschrikkingen zijn er niet op te zien. Maar als je weet waar je naar kijkt, zijn er wel hints. Zo staat op een van de foto’s de schoorsteen van de gaskamers en op een andere foto de kraan die lijken uit de massagraven haalde om ze daarna te verbranden.’

Op deze foto uit het Niemann-album zijn op de achtergrond de daken van Lager I te zien. De zwarte hijskraan werd gebruikt om slachtoffers uit massagraven te takelen om ze daarna te verbanden. De foto is afkomstig uit het besproken boek van Rosanne Kropman.

Op de vondst van de exacte locatie en de resten van de gaskamers in 2014 en al het andere onderzoek, volgden uiteindelijk de aanleg van een herdenkingsplek en de bouw van een nieuw museum op de plaats waar Sobibor stond. Dat is voor Polen een nieuwe wending, want het zichtbaar maken van Sobibor had decennialang geen prioriteit. Direct na de oorlog gingen de omwonenden het terrein op waar het kamp had gestaan om te zoeken naar goud, vertelt Kropman. ‘Het was absoluut taboe om daarover te praten en er werd ook neergekeken op mensen die op zoek gingen, maar er werd van alles gevonden. In het gebied ontstonden zo hele economietjes rondom de opgegraven kostbaarheden, waardoor de plaatselijke boerderijen steeds mooier werden. Pijnlijk genoeg hebben veel mensen na de oorlog nog van het kamp geprofiteerd.’

Kinderspeldje

Het hart van het nieuwe museum bestaat uit archeologische vondsten, die in een lange verlichte vitrine tentoongesteld zijn. ‘De voorwerpen zijn heel persoonlijk en daardoor brengen ze je ook voorbij het verhaal van het grote aantal slachtoffers,’ zegt Kropman. ‘Denk aan een kinderspeldje, kleurloos en versleten, maar onmiskenbaar Mickey Mouse. Daarvan zie je: hier is ooit een kind blij mee geweest. Zoiets zegt meer dan een abstract getal als 170.000 doden.’

De totstandkoming van het museum is in diplomatiek opzicht volgens Kropman behoorlijk ingewikkeld geweest. ‘Naast Polen en Israël waren ook Nederland en Slowakije betrokken, omdat ook uit die laatste twee landen veel slachtoffers te betreuren waren in het kamp. De landen konden het niet eens worden over hoe het museum en de herdenkingsplaats er uit moesten zien, en tot hoe ver het archeologische onderzoek kon gaan. Al die vraagstukken moesten besproken worden in een stuurgroep die niet zo vaak samenkwam en waar vaak wisselingen van de wacht waren. En de huidige conservatieve Poolse regering zit er nog steeds niet echt op te wachten dat de Holocaust zichtbaarder wordt.’

‘Pijnlijk genoeg hebben veel mensen na de oorlog nog van het kamp geprofiteerd’

De meeste bodemsporen die de archeologen blootlegden, zijn niet meer voor bezoekers te zien. De massagraven zijn toegedekt met een laag maanwitte stenen. Onder een van de muren van het museum moest door de drassigheid van de veengrond een fundament gestort worden. Daardoor gingen resten van de hekken langs het pad naar de gaskamers verloren. De restanten van het perron waarop de gevangenen aankwamen liggen onder de huidige parkeerplaats. Andere delen van het kamp zijn weer bedekt met aarde omdat ze zo beter behouden blijven.

‘Sobibor is lang een genegeerde plek geweest,’ zegt Kropman. ‘Ik hoop dat daar verandering in komt.’ De onderzoeksjournalist had nog jaren verder gekund om de ontbrekende puzzelstukjes van Sobibor te leggen, maar besloot Het donkerste donker precies tachtig jaar na de grote ontsnappingspoging uit te brengen. ‘Op een gegeven moment moet je het onderwerp afsluiten, ook omdat het ontzettend duister is om mee bezig te zijn.’