Home Romeinse vrouw speelde grote rol in het openbare leven

Romeinse vrouw speelde grote rol in het openbare leven

  • Gepubliceerd op: 28 oktober 2021
  • Laatste update 28 okt 2021
  • Auteur:
    Amber Heemskerk
  • 9 minuten leestijd
Romeinse vrouw speelde grote rol in het openbare leven

Vaak is de Romeinse vrouw omschreven als ‘zij sponde wol en zat thuis’. Emily Hemelrijk is vastbesloten dit beeld te nuanceren. In Verborgen levens, publieke figuren laat zij zien dat Romeinse vrouwen niet binnenshuis werden weggestopt, maar zelfs tot ‘moeder van de stad’ konden uitgroeien. Dan moesten ze wel in steden buiten Rome zijn.

Waarom wilde u dit boek schrijven?

‘Het onderzoek naar Romeinse vrouwen interesseert mij al vanaf mijn studiejaren, toen er nog weinig bekend was over hun geschiedenis. Ik wilde graag mijn eindscriptie over deze vrouwen schrijven, maar het onderwerp werd afgewezen. De professor bij wie ik afstudeerde, ontkende dat onderzoek naar Romeinse vrouwen mogelijk is en dat triggerde mij. Nadat een hoogleraar in Nijmegen mij jaren later mijn promotieonderzoek liet doen naar Romeinse vrouwen, heb ik het onderwerp nooit meer losgelaten.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Verborgen levens, publieke figuren is een boek dat mijn voorgaande onderzoeken samenvat. Het gaat over Romeinse vrouwen buiten Rome, want er was een hele Romeinse wereld buiten de hoofdstad.  Over de vrouwen in de rest van het Romeinse Rijk is ontzettend weinig bekend. Wat we van vrouwen weten gaat vrijwel altijd over keizerinnen, terwijl zij natuurlijk uitzonderingen waren.’

U baseert uw onderzoek op inscripties. Hoe is dit onderzoeksproces verlopen?

‘Door mijn opleiding tot classica kende ik vooral de literaire bronnen uit de Romeinse tijd. Daardoor bleef ik steken bij een zeer beperkt beeld, dus besloot ik naar inscripties te kijken. Deze inscripties zijn te vinden op de sokkels van standbeelden en op graven. Dit was een uitdaging, want inscripties zijn lastig te ontcijferen. Ze bevatten soms geen woordscheiding en zijn vaak kapot. Het vergt veel specialistisch werk en ik heb veel tijd en moeite moeten steken in het verzamelen van mijn bronnen. Uiteindelijk vond ik zo’n 1.400 inscripties die iets vertellen over Romeinse vrouwen in openbare functies.

De eerste onderzoeken die ik – jaren geleden – naar deze Romeinse vrouwen deed, stuitten in het begin op weerstand. Veel historici grepen terug op de traditionele, literaire werken en vonden het moeilijk om het bestaande paradigma los te laten. Zij hadden geleerd dat alleen mannen publieke functies als priesterschappen konden bekleden, maar die regel gold alleen voor Rome. Het heeft veel moeite gekost om hen ervan te overtuigen dat het anders zat. Nu staat in de encyclopedische werken dat Romeinse vrouwen zelf priesteres konden worden, onder andere van de keizercultus. Daar ben ik best trots op.’

Welke openbare functies konden vrouwen in het Romeinse Rijk bekleden?

‘De keuze was vrij beperkt. Vrouwen die een openbare functie konden bekleden, hadden goede connecties nodig en waren vaak van goede komaf. Vrouwen mochten geen militaire of politieke functies bekleden, dus zochten zij het vaak in de sociale hoek. In de eerste plaats waren dat religieuze functies, zoals het priesterschap. Dat betrof vooral, maar niet uitsluitend, het priesterschap voor godinnen. Daarnaast kon een Romeinse vrouw zich als weldoenster profileren. Publieke vrijgevigheid in de vorm van schenkingen aan een stad gaf een vrouw veel eer en aanzien. Die schenkingen werden dan ook verwacht van rijke en machtige families.

Ten slotte waren er vrouwen die dusdanig veel voor een stad betekenden, dat ze tot patrones van de stad werden gekozen of tot ‘moeder van de stad’ uitgeroepen. Zo’n patrones diende als intermediair tussen een klein provinciestadje en de hoofdstad Rome.’

Waren dit betaalde functies?

‘Nee, alle functies waren onbetaald, net zoals dat bij mannen zo was. De vrouwen deden het voor de eer. Het is lastig om naar het individuele leven van Romeinse vrouwen te kijken omdat we daar weinig over weten, maar we weten wel dat deze vrouwen vaak landgoederen hadden. Het gros van de tijd waren ze bezig met het beheren van dit land en alle taken die daarbij kwamen kijken. De openbare functies waren vaak een uitvloeisel van die vaste bezigheden en natuurlijk van hun rijkdom.’

Waren dit soort functies te combineren met het moederschap?

‘Ja, en dat is bijzonder. In latere periodes waren het vaak weduwes of ongetrouwde vrouwen die de meeste kans maakten op een publieke functie. Maar de vrouwen in dit boek zijn bijna altijd getrouwd en meestal ook moeder. Het Romeinse huwelijks- en erfrecht was hierin cruciaal, want het stelde vrouwen in staat om over hun eigen geërfde vermogen te beschikken. Als getrouwde vrouw kon ze in haar eentje beslissen wat ze met geërfd geld wilde doen.

Of die financiële onafhankelijkheid en publieke functies voor problemen in de private sfeer zorgden, weten we niet. Zonen profiteerden natuurlijk van de eer die hun moeder verkreeg in een openbare functie. Stel dat er een standbeeld van jouw moeder op de grote markt staat! Het inruilen van geld voor eer werd door de meeste mannelijke familieleden daarom geaccepteerd.’

Van mannelijke weldoeners weten we dat ze handelden ten behoeve van hun politieke carrière. Romeinse vrouwen hadden die carrière niet. Waarom schonken zij toch theaters en geldsommen aan een stad?

‘Omdat alle boeken over mannelijke weldoeners gaan, lijkt politieke carrière de belangrijkste beweegreden om weldoener te worden. Het is nooit geproblematiseerd dat vrouwen die geen carrière hadden, dus een andere motivatie moesten hebben. Deed ze het puur voor de carrière van haar zonen? Nee, want ook vrouwen zonder zonen waren weldoenster. Bovendien leverde het een vrouw zelf een standbeeld op, niet haar man of zoon. Waarschijnlijk is er een heel scala aan redenen waarom een vrouw zich als weldoenster profileerde: eer, verfraaiing van de stad, populariteit onder medebewoners en de status van de familie.

We zien daarbij wel een verschil tussen aristocratische vrouwen en vrouwen van lagere afkomst. Laatstgenoemden hadden meer behoefte aan sociale erkenning. Ze schonken vaak grote sommen geld en verwachtten daar ook publieke erkenning voor. Vrouwen uit de hoogste standen vonden die erkenning in een klein provinciestadje minder belangrijk en handelden soms meer uit morele plicht.’

In hoeverre konden arme meisjes opklimmen op de sociale ladder?

‘Dat was lastig. Opleiding was bepalend en niet iedereen kon dat betalen. Het is opmerkelijk dat veel slavinnen die een beroep hadden geleerd rijkdom verwierven nadat zij waren vrijgelaten. Deze vrouwen kwamen als slavin in een rijk huishouden terecht en kregen daar vaak scholing. Ze konden dus lezen en schrijven. Bovendien hield de vrijgelatene contact met de vroegere adellijke familie, vaak in de vorm van een patronage-cliëntverhouding. Het Romeinse systeem van vrijlating maakte het voor deze vrouwen mogelijk om te stijgen op de sociale ladder, ondanks dat er op hen neergekeken werd.’

Verschilde de positie van de vrouw per stad?

‘Het grootste verschil bestond tussen Rome en de rest van de Romeinse steden. In de hoofdstad konden vrouwen absoluut geen publieke functies bekleden, terwijl ze wel dezelfde juridische mogelijkheden hadden als vrouwen buiten Rome. Waarschijnlijk had dit twee redenen. Allereerst overschaduwde de keizerlijke familie alles in Rome. Geen enkele andere man of vrouw mocht te veel openbare eer voor zichzelf opeisen. Ten tweede was de senaat in de hoofdstad een conservatief bolwerk. Invloedrijke vrouwen pasten daar niet bij.

In Rome was niets te zien van vrouwen die geld schonken of publieke functies bekleedden. In de steden waar zij vandaan kwamen of landgoederen bezaten, genoten ze die roem vaak nog wel. Daar werden ook standbeelden van hen neergezet.

Ons beeld van de Romeinse tijd is erg gekleurd door Rome. In primaire bronnen – zoals teksten van senatoriale schrijvers –  staat dat de Romeinse vrouw thuis bleef, of althans thuis hoorde te blijven. Toch speelden vrouwen dus wel degelijk een rol in het publieke leven van de steden buiten Rome. De literaire bronnen vertellen ons dat de provinciestadjes ouderwets en sober waren, maar in de praktijk hadden vrouwen daar veel meer mogelijkheden.

Oud-historici zetten zich tegenwoordig in voor een kanteling van het Rome-centrische beeld van de oudheid. De Romeinse geschiedenis is zó veel meer dan alleen Rome. Het rijk was multicultureel en er was sprake van wederzijdse beïnvoeding. Ieder stadje bepaalde zelf wat ze van de Romeinse cultuur overnamen en hoe ze dat deden. Zo was het rijk een mix van lokale en Romeinse elementen. De samenleving was veel vergelijkbaarder met nu.’

Was er sprake van vooruitgang voor vrouwen in het Romeinse Rijk?

‘De grootste vooruitgang kwam met de verandering van het huwelijksrecht, rond het begin van de jaartelling. Dankzij die hervorming viel de vrouw niet langer onder de familie van haar man, maar onder haar oorspronkelijke familie. Een eventueel erfdeel bleef nu van haar alleen en ging niet direct naar haar man.

Een andere enorme vooruitgang van de positie van de vrouw kwam, waarschijnlijk onbedoeld, tot stand door nieuwe wetgeving van keizer Augustus. Wanneer een vrouw drie kinderen had gebaard, had zij geen voogd meer nodig. Deze wet is vergelijkbaar met de volledige handelingsbekwaamheid die getrouwde vrouwen in Nederland kregen in 1956. Dat was dus een enorme stap.

In de tweede eeuw kregen vrouwen uit de senatorenstand zelfs een eigen titel.

In de late oudheid zwakte de onafhankelijke positie van de vrouw af. Dit zeg ik met aarzeling, omdat er ook veel bronnenmateriaal verdween en het daarom lastiger is om conclusies te trekken. De komst en groei van het christendom kunnen hier invloed op hebben gehad, omdat vrouwen in deze religie een ondergeschiktere positie kregen.’

Uw boek heet Verborgen levens, publieke figuren. Wat hebt u kunnen vinden over die verborgen levens?

‘Heel weinig, helaas. Dat is het frustrerende van de oudheid: de persoonlijke en individuele levens van deze vrouwen zullen waarschijnlijk altijd een mysterie blijven. Ongetwijfeld hebben ze dagboeken en brieven geschreven, want deze vermogende vrouwen waren geletterd. Een heel enkele keer vinden we iets, zoals de briefjes bij de muur van Hadrianus in Engeland en papyri in Egypte, maar het overgrote deel is verloren gegaan. Aan de hand van de inscripties die ik heb onderzocht kunnen we een aantal dingen wel verhelderen: welke publieke positie vrouwen hadden en hoe ze zich wilden presenteren. Maar het privéleven van deze vrouwen blijft helaas verborgen.’

Speelden vrouwen al met al een grote rol in het stedelijke Romeinse rijk?

‘Ze speelden een substantiële rol. Gemiddeld vormden vrouwen zo’n vijftien tot twintig procent van de weldoeners en priesters van de keizercultus. Ze waren in de minderheid en de Romeinse samenleving was patriarchaal, maar de vrouwen in mijn boek waren geen uitzonderingen. Het zijn er te veel om van toeval te spreken. In onze huidige samenleving zijn vrouwen in openbare posities ook nog steeds een ruime minderheid, maar daar komt gelukkig steeds meer verandering in.’

Verborgen levens, publieke figuren

277 p. Athenaeum – Polak & Van Gennep

Emily Hemelrijk is emeritus hoogleraar Oude Geschiedenis aan de Universiteit van Amsterdam. In haar onderzoek richt Hemelrijk zich op de sociale en culturele geschiedenis van de Romeinse tijd, met een focus op de rol van vrouwen en gender. Met een enorm repertoire aan publicaties, waaronder voor Cambridge University Press, heeft Hemelrijk haar stempel gedrukt op het historisch onderzoek naar vrouwen in het Romeinse Rijk.