Home Romantisch beeld van engagement

Romantisch beeld van engagement

  • Gepubliceerd op: 28 jan 2009
  • Update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bastiaan Bommeljé

Er bestaat, zo weet elke historicus, een kloof tussen het gesproken woord en het geschreven woord, en die kloof is niet altijd eenvoudig te overbruggen. Dit blijkt wederom uit het boek ‘Ik wil waarschuwen en wekken’ . Dit werk is gebaseerd op de radioserie ‘Goede heren, slechte tijden’, die Wim Berkelaar (medewerker van het Historisch Documentatiecentrum voor het Nederlands Protestantisme aan de Vrije Universiteit) en Jos Palm (redacteur bij OVT) in 2005 maakten. Het is mijn plicht te melden dat ik beiden ken, en wel in voldoende mate om beschroomd te zijn hun lof toe te zwaaien voor die programmareeks, maar niet in voldoende mate om geremd te zijn kanttekeningen te maken bij hun boekwerk.

De bundel is de weerslag van radiogesprekken met historici en journalisten over tien ‘toonaangevende’ Nederlandse historici uit de twintigste eeuw. Het gaat om Johan Huizinga, Johanna Naber, Pieter Geyl, Jan Romein, L.J. Rogier, Jacques Presser, Loe de Jong, P.J. Bouman (socioloog), Gert Harmsen en Hans Righart. De rode draad die deze geschiedvorsers volgens de samenstellers verbindt, is dat zij allen ‘geëngageerd’ waren, ofwel zich sterk verbonden hadden aan een maatschappelijke kwestie of een politiek-cultureel onderwerp. Berkelaar en Palm betogen dat hoezeer deze historici ook in stijl en toon verschilden, zij gelijk¬gestemden waren: ‘Ze waren allemaal begaan met hun eigen tijd en wilden iets met de geschiedenis.’

De min of meer expliciete premisse van deze bundel is dat ‘geëngageerde’ historici te prefereren zijn boven (of althans interessanter zijn dan) ‘academische’ geschiedvorsers. Immers, ‘rekenschap geven, ter wille van de verheldering en soms ter wille van de verbetering van de eigen tijd, niets meer en niets minder, kenmerkt het werk van historici die vochten met de geschiedenis omwille van het hier en nu’.

Om zulks te benadrukken, verwijzen de samenstellers naar Johan Huizinga, die volgens hen gesteld zou hebben: ‘Historisch besef is de wijze waarop een cultuur zich rekenschap geeft van het verleden.’ In werkelijkheid schreef Huizinga in 1929 in zijn rede Over een definitie van het begrip geschiedenis echter: ‘Geschiedenis is de geestelijke vorm waarin een cultuur zich rekenschap geeft van haar verleden.’ Kijk naar de verschillen, en besef de consequenties.

Ook elders staan de samenstellers soms op enigszins dun ijs. In hun inleiding doen de verwijzingen verdacht veel denken aan de leeslijsten die de samenstellers ooit als studenten tot zich namen. En dat doet ook het rijtje besproken namen. Terwijl het voor een radioprogramma erg aardig kan werken om te praten over het ‘engagement’ van Huizinga of Righart, in druk blijkt meedogenloos dat dit vaak verzandt in gebabbel. Elke referentie aan eigentijdse discussies over engagement en geschiedschrijving ontbreekt, net als verwijzingen naar echt belangrijke historici die zich rekenschap hebben geven van hun geschiedkundig engagement, zoals Eric Hobsbawm of Pierre Vidal-Naquet.

Wat zich in het bijzonder wreekt, is dat de samenstellers een zeer romantisch beeld hebben van ‘engagement’, dat in hun ogen leidt tot ‘fantastische’ (zij het ‘gekleurde’) literatuur. Wellicht hebben zij gelijk dat de huidige academisch historici in Nederland grijze ambtenaren zijn, maar dat heeft minder te maken met een tekort aan ‘engagement’ dan met hun geringe intellectuele vitaliteit.

Het wekt bovendien achterdocht dat het ‘engagement’ van de besproken historici (zoals Naber, Presser, Bouman, Harmsen en Righart) veelal een fixatie betreft op één visie. Niet voor niets is het wetenschappelijk werk van de meeste besproken historici vergeten. Het is bijvoorbeeld echt een vergissing om te menen dat het boek van Righart over de jaren zestig ‘interessante ge¬schied¬schrijving’ (hoewel ‘ontoelaatbaar romantisch’) is in vergelijking met de gelijktijdige studie van James Kennedy over dat tijdvak.

Het werk van de laatste (Nieuw Babylon in aanbouw) is eenvoudig beter gefundeerd en beter bear¬gu¬menteerd. En precies dat is uiteindelijk de aller¬belangrijkste zaak waaraan elke histo¬ricus zich verbonden moet achten: heldere argumentaties met een zo groot mogelijk probleemoplossend vermogen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Beatrice de Graaf
Beatrice de Graaf
Column

Vincent Karremans start een nieuwe Opiumoorlog, maar dit keer wint China

Is het een erfenis van de VOC-mentaliteit dat minister Vincent Karremans van Economische Zaken in oktober de topman van het Nijmeegse chipbedrijf Nexperia op non-actief zette? Mag een Nederlandse regering zo maar een Chinese CEO ontslaan vanwege ‘wanbestuur’? Dit artikel krijgt u van ons cadeau Wilt u ook toegang tot HN Actueel? Hiermee leest u...

Lees meer
Marie Tak van Poortvliet
Marie Tak van Poortvliet
Recensie

Marie Tak van Poortvliet was spiritueel, modern en pro-Duits

Marie Tak van Poortvliet (1871-1936) was kunstverzamelaar, antroposoof en pionier in de biologisch-dynamische landbouw. Ze was de spil in het Zeeuwse culturele leven, tot ze partij koos voor Duitsland. In Domburg staat sinds 1994 het Marie Tak van Poortvliet Museum. Oprichter en kunsthistoricus Jacqueline van Paaschen schreef nu ook haar biografie. Levendig portretteert ze het...

Lees meer
Video van de Jonge Historicus van het jaar 2025
Video van de Jonge Historicus van het jaar 2025
Interview

Wat als de Sovjet-Unie niet was ingestort, vraagt deze jonge historicus zich af

Hoe had de geschiedenis op cruciale momenten anders kunnen uitpakken? Met zijn YouTube-kanaal Possible History bespreekt geschiedenisstudent Julian Damen deze vraag aan de hand van voorbeelden door de eeuwen heen. Vanwege de creativiteit waarmee hij zijn bijna 250.000 abonnees aanmoedigt om met de geschiedenis om te gaan is Damen verkozen tot Jonge Historicus van het...

Lees meer
Ed Nijpels bij Presentatie Nationaal Milieubeleidsplan, 25 mei 1989
Ed Nijpels bij Presentatie Nationaal Milieubeleidsplan, 25 mei 1989
Interview

De klimaattop in 1989 was een gemiste kans

Op de klimaattop in Brazilië maken leiders van bijna tweehonderd landen afspraken over het beperken van de opwarming van de aarde. De eerste klimaattop vond plaats in Noordwijk in 1989. Toenmalig VVD-minister Ed Nijpels was de organisator. ‘Sommige landen hadden nog nooit van klimaatverandering gehoord.’ Het idee voor de conferentie in Noordwijk ontstond tijdens een...

Lees meer
Loginmenu afsluiten