Martin Sommer:
‘Dat is typisch een idee van hoger opgeleiden. Het wantrouwen tegen referenda onder de Nederlandse politieke elites is vanouds groot. Dat heeft enerzijds te maken met de overtuiging dat minderheden beschermd moeten worden tegen “de tirannie van de meerderheid”, en anderzijds met het idee dat het gewone volk te dom is om voor de duvel te dansen – en daarom geen oog heeft voor het algemeen belang.
Ik sluit me aan bij Thorbecke, die meende dat democratie alleen werkt zolang we ervan uitgaan dat de gemiddelde staatsburger verder kan kijken dan de eigen neus lang is. Dat geldt vandaag de dag evenzeer als in de negentiende eeuw. Al is er wel een groot verschil: er zijn nu geen brede groepsidentiteiten meer – confessioneel of anderszins – waarbij een hoogopgeleide elite het opneemt voor de lager opgeleide achterban.
Onze democratie wordt uitgehold door machtige, niet-gekozen instituties en lobbygroepen die enkel de belangen en ideeën van de hoger opgeleide elite behartigen. Instituten als de vakbonden, die vanouds de belangen van de lager opgeleiden vertegenwoordigen, hebben nauwelijks nog iets in te brengen. Daarom ook pleitte de commissie-Remkes onlangs voor de invoering van een correctief en beslissend referendum. Als noodzakelijk tegenwicht tegen het huidige oligarchische bestel, waarbinnen geen plek is voor de minder machtigen in de samenleving.’
Beatrice de Graaf:
‘Er bestaat niet zoiets als een gratis referendum; er zitten altijd adders onder het gras. In 1797, ten tijde van de Bataafse Republiek, werd het eerste referendum in de Nederlandse geschiedenis georganiseerd. Toen dit tot een ongewenst resultaat leidde, pleegden de radicale Bataven snel een staatsgreep om alsnog de gewenste uitkomst – een meerderheid vóór de grondwet – te krijgen.
In Duitsland experimenteerde de Republiek van Weimar er lustig op los met referenda. Dat ging meestal goed, vooral wanneer het om territoriale vragen en grenstrekkingen ging. Ook in Nederland functioneerde het op plaatselijk niveau, zoals in Hillegom in 1906, toen de inwoners mochten kiezen tussen een kermis en een volksfeest. Maar in Duitsland werd het instrument na 1933 door de nazi’s grondig misbruikt, waarna het niet alleen in Duitsland, maar ook in Nederland besmet raakte met het stigma van volksmennerij.
Het Brexit-referendum in Groot-Brittannië en – in veel mindere mate – het Oekraïne-referendum in Nederland tonen aan dat een referendum vooral werkt bij vraagstukken die niet al bij voorbaat zijn gepolariseerd. Het binaire karakter en het spektakeleffect van referenda wakkeren de polarisering dan juist verder aan. Een referendum lijkt me dan ook eerder een seismograaf voor de stand van politieke verhitting in een land dan een instrument dat het democratisch bestel per definitie ondermijnt.’
Eva Rovers:
‘Klopt, referenda ondermijnen de democratie. Door complexe kwesties te reduceren tot een vraag met slechts twee mogelijke antwoorden misleidt de politiek de bevolking. Daar komt nog bij dat referenda tweestrijd zaaien, omdat ze bestaande tegenstellingen verdiepen. Zie de Brexit. Of de oorlogen in voormalig Joegoslavië, die beide met een referendum begonnen.
De Franse wiskundige Jean-Charles de Borda ontwikkelde in 1770 een stemprocedure die wél democratisch is: het preferendum. Hierbij kunnen mensen uit meer opties kiezen, die ze vervolgens rangschikken van meest naar minst gewenst. De optie met de grootste voorkeur wint. Borda toonde aan dat bij die procedure meer mensen zich kunnen vinden in de uitkomst dan bij een meerderheidsstemming. “De meeste stemmen gelden” is dus niet zo democratisch als vaak wordt gedacht.
Een ander een goed alternatief is de burgervergadering van afgelopen jaar in Ierland. De regering vroeg aan een groep gelote burgers advies over liberalisering van de abortuswet. Door zich te verdiepen in de materie, het onderwerp van alle kanten te bekijken en intensief met elkaar te overleggen, kwam de groep tot het advies om abortus te legaliseren, wat ook gebeurde. Een historisch besluit op basis van een minstens zo historische volksraadpleging, die we in de toekomst hopelijk vaker gaan zien.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees