Home Dossiers Slavernij Rebellenleider in verzet tegen slavernij

Rebellenleider in verzet tegen slavernij

  • Gepubliceerd op: 28 november 2023
  • Laatste update 06 dec 2023
  • Auteur:
    Ewout Klei
  • 3 minuten leestijd
Rebellenleider in verzet tegen slavernij
Tula monument op Curaçao.
Dossier Slavernij Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Via het leven van Kaási Pumbo vertelt Frank Dragtenstein het verhaal van de marrons in Suriname. Zij waren de binnenlanden in gevlucht en verzetten zich tegen de Nederlandse koloniale overheersers.

De slavernijgeschiedenis van Suriname is een geschiedenis van uitbuiting en onderdrukking, maar ook een van verzet. De Surinaams-Nederlandse historicus Frank Dragtenstein heeft een prachtig boek geschreven over Kaási Pumbo, die in de eerste helft van de achttiende eeuw leidinggaf aan een gemeenschap van ontsnapte tot slaaf gemaakten in de Surinaamse binnenlanden. Vijftig jaar lang voerden hij en zijn aanhangers een guerrillastrijd tegen Nederlandse plantagehouders, waarbij ze veel slaven wisten te bevrijden.

Meer recensies lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Kaási en de zijnen hebben zelf geen geschreven bronnen nagelaten. Zijn verhaal werd doorverteld door de marrons, de ontsnapte slaven en hun nazaten. Dragtenstein baseert zich hierop en op de Nederlandse bronnen: verslagen van officieren die tochten naar het binnenland maakten om Kaási en andere rebellen gevangen te nemen, getuigenissen van tot slaaf gemaakten die voor het gerecht verschenen en verslagen en notulen van het koloniale bestuur in Paramaribo.

Kaási werd geboren in Congo en kwam rond 1690 in Suriname aan, maar wist al snel te ontsnappen. Zijn geboorte- en sterfdatum zijn onbekend. Toen Nederlandse troepen in 1736 zijn dorpen aanvielen, raakte hij gewond. Hij ontsnapte en verdween daarna van de radar. Dragtenstein vermoedt dat hij rond 1750 is overleden.

Kaási de rebellenleider gaat niet alleen over Kaási zelf; hij fungeert als een kapstok om de vroege geschiedenis van de marrons te vertellen. Toen de Nederlanders in 1667 Suriname overnamen van de Engelsen waren er al marrongemeenschappen in de binnenlanden. In de loop der tijd groeiden deze gemeenschappen, omdat er steeds meer tot slaaf gemaakten wisten te ontsnappen. Marrons stonden ook in nauw contact met degenen die nog op de plantages werkten. Verder onderhielden ze vaak goede relaties met inheemsen. Het Nederlandse koloniale bewind zette inheemse gidsen in om de marrondorpen in de binnenlanden op te sporen, maar ze deden dit met tegenzin en leidden expedities om te tuin. Dat deden ook gevangengenomen marrons, die Kaási niet wensten te verraden.

De Nederlandse koloniale machthebbers straften ongehoorzame slaven en marrons met wrede straffen. Die verloren echter al snel hun afschrikwekkende werking, want geëxecuteerden werden als martelaren vereerd. Na Kaási stonden andere rebellenleiders op. De koloniale machthebbers in Paramaribo realiseerden zich dat ze de marrons niet konden verslaan en besloten op 10 oktober 1760 een akkoord met hen te sluiten, waarin hun onafhankelijkheid werd erkend. Deze dag wordt in Suriname elk jaar gevierd als de Dag van de Marrons. 

Cover Kaasi de rebellenleider

Kaási, de rebellenleider. Het vroege verzet tegen de slavernij in Suriname
Frank Dragtenstein
224 p. Boom, € 22,90
Bestel in de webshop van Libris.

Openingsbeeld: Marrons door Théodore Bray.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 12 - 2023