Home Dossiers Slavernij Het trieste lot van ‘christenslaven’

Het trieste lot van ‘christenslaven’

  • Gepubliceerd op: 27 september 2023
  • Laatste update 27 sep 2023
  • Auteur:
    Rob Hartmans
  • 3 minuten leestijd
Priesters kopen witte slaven vrij van Barbarijse zeerovers. Zeventiende-eeuwse illustratie.
Tula monument op Curaçao.
Dossier Slavernij Bekijk dossier

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot de artikelen op Historischnieuwsblad.nl? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Lange tijd bestond het idee dat de handel in witte slaven door Barbarijse piraten meeviel en dat de meesten terugkeerden. Historicus Leendert Joosse laat zien dat hun lot allerminst benijdenswaardig was.  

Bij het woord ‘slavernij’ rijst het beeld van geketende zwarte Afrikanen die de Atlantische Oceaan oversteken en werken op de plantages op het Amerikaanse continent. Maar slavernij kwam nagenoeg overal voor. In De Zanzibardriehoek bijvoorbeeld beschrijft Martin Bossenbroek de slavenhandel in Oost-Afrika en het Midden-Oosten. Maar ook op het Afrikaanse continent tierde de slavernij welig. Berucht waren de zogenoemde Barbarijse slavenmarkten, waar niet alleen zwarte mensen werden verhandeld.

Meer recensies van historische boeken lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

In Drie keer verkocht in een vreemd land beschrijft Joosse het lot van Nederlandse zeelieden die door de kapers van Barbarije – grofweg het huidige Libië, Tunesië, Algerije en Marokko – werden gevangengenomen, verhandeld en tewerkgesteld. De lucratieve handel in het Middellandse Zeegebied was uiterst riskant, want de kapers in dit gebied maakten heel wat schepen buit. Soms werden de zeelieden vastgehouden voor losgeld, waarbij ze dikwijls werden verminkt om extra druk te zetten. Anderen werden verkocht aan landeigenaren of aan het werk gezet op de galeien van de kapers of in de steengroeven. Scheepsjongens of jonge matrozen werden niet zelden besneden en misbruikt als schandknapen.

Vaak is gedaan alsof dit allemaal meeviel, in de veronderstelling dat gijzelaars die losgeld moesten opbrengen werden ontzien, de meesten niet lang slaaf bleven en velen op zeker moment weer naar huis mochten – iets wat bij de zwarte slaven in Amerika nooit voorkwam. Maar Joosse toont dat minder dan een derde terugkeerde en dat het lot van de ‘christenslaven’ allerminst benijdenswaardig was. Een deel bekeerde zich tot de islam en ging op in de lokale samenleving, maar anderen stierven in gevangenschap. In totaal ging het in de zeventiende en achttiende eeuw om 15.000 Nederlandse zeelieden.

Joosse baseert zich op grondig onderzoek, maar schrijft wat moeizaam. Niettemin levert hij een belangrijke bijdrage aan de geschiedenis van de Nederlandse overzeese handel en de slavernij. Dit niet om de trans-Atlantische slavenhandel te bagatelliseren, maar om te laten zien dat slavernij een wijdverbreid fenomeen was.

Drie keer verkocht in een vreemd land

Drie keer verkocht in een vreemd land. Nederlanders in Noord-Afrikaanse slavernij. 1600-1800
Leendert J. Joosse
384 p. Walburg Pers, € 29,99

Openingsbeeld: Priesters kopen witte slaven vrij van Barbarijse zeerovers. Zeventiende-eeuwse illustratie.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 10 - 2023