Na de bevrijding werd concentratiekamp Vught in gebruik genomen als interneringskamp. Het diende als bewaringsplek voor mensen die verdacht werden van collaboratie. Ze werden er beschermd tegen de volkswoede, maar ook gestraft voor hun daden tijdens de bezetting. In het begin waren de omstandigheden er schrijnend: gedetineerden werden vernederd en geslagen. In De verliezers vertelt journalist Marijke Verduijn aan de hand van getuigenissen en uitgebreid brononderzoek hoe het leven in interneringskamp Vught eruitzag. ‘Na september 1945 werd mishandeling van gedetineerden niet meer getolereerd.’
Wie zaten er in interneringskamp Vught?
‘Collaborateurs en mensen die van collaboratie verdacht werden. In de eerste periode na de bevrijding werden hun vrouwen en kinderen ook opgesloten, al mocht dit officieel niet van het Militair Gezag. Zij werden na enkele maanden dan ook overgeplaatst. Ook Rijksduitsers belandden in het kamp. Zij zaten vast omdat ze werden beschouwd als een eventuele vijfde colonne. In de eerste maanden na de Bevrijding arresteerde Nederland veel mensen terwijl uitgebreid onderzoek naar hun achtergrond praktisch onmogelijk was. Het Militair Gezag en de regering spraken al in augustus 1945 over de vrijlating van lichte gevallen. Deels om praktische redenen, want het kamp zat overvol. Maar ook omdat het Militair Gezag en de regering inzagen dat er onschuldigen en lichte gevallen tussen zaten.’
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Waarom schreef u er een boek over?
‘In 2013 kwam ik in contact met een man die mij zijn levensverhaal vertelde. Hij had als 17-jarige enkele maanden in interneringskamp Vught vastgezeten. Dat was het eerste interneringskamp en bestond van oktober 1944 tot januari 1949. Maar toen ik meer onderzoek deed naar dat kamp, bleek er maar weinig over bekend. Daarom heb ik er een boek over geschreven. De ervaringen van gedetineerden zijn soms schrijnend, net als de manier waarop ze werden gestraft.’
‘De nieuwe kampcommandant zette in op heropvoeding’
Welke misstanden deden zich voor?
‘Zeker in de eerste periode – van eind oktober 1944 tot september 1945 – vonden er ernstige mishandelingen plaats. De voornaamste slachtoffers waren de mannen in de strafbarakken: voormalige SS’ers en mensen die van SS-lidmaatschap verdacht werden, of mannen die een van de vele kampregels hadden overtreden. Zij werden stelselmatig vernederd en mishandeld. Maar op 1 oktober 1945 trad een nieuwe kampcommandant aan: Willem de Wit. Hij kreeg nadrukkelijk de opdracht om in te zetten op heropvoeding. Die kon alleen slagen als het personeel het goede voorbeeld gaf. Daarom werd mishandeling van gedetineerden niet langer getolereerd.’
Hoe brachten de gedetineerden hun dagen door?
‘Ze stonden om zes uur ’s ochtends op en moesten dan hun bedden en barakken fatsoeneren. Er volgde ontbijt, of wat daarvoor moest doorgaan, want voedsel was schaars binnen en buiten het kamp. Na het appel moesten ze aan het werk, als dat er was. Als de gevangenen ’s avonds terugkwamen, volgde wederom een appel. Dan kregen ze avondeten, waarna ze een of twee uur voor zichzelf hadden. ’s Avonds om acht uur ging het licht in de barak uit. Naarmate het kamp langer bestond, kwamen er steeds meer mogelijkheden om te werken. Gevangenen werkten zowel binnen als buiten het kamp: in de tuinderij, de landbouw of fabrieken. Gedetineerden die in de fabrieken werkten, moesten zich aan strenge regels houden. Er zwierven vrouwen en familieleden rond het kamp die hoopten op een ontmoeting met de gevangenen, maar contact met de buitenwereld was verboden.’
Hoe dachten Nederlanders over het interneringskamp?
‘Eind 1945 vond bijna 80 procent van de Nederlandse bevolking al dat de lichte gevallen hun rechtszaak in vrijheid mochten afwachten. Ik vind dat een mooi gegeven. Nederlanders hadden vijf bezettingsjaren achter de rug, maar hun wraakgevoelens leken minder lang te duren. Mensen waren kennelijk blij dat ze vrij waren en wilden hun aandacht weer op andere dingen richten, zoals op hun eigen toekomst.’
‘De verliezers zaten niet alleen in de barakken, maar ook daarbuiten’
Waarom heet dit boek De verliezers?
‘De mensen in het kamp hadden daar niet gezeten als Adolf Hitler de oorlog had gewonnen. Er zit voor mij ook een morele component aan de term “verliezers”: sommige Nederlanders vonden het niet erg dat collaborateurs aan den lijve ondervonden wat ze anderen hadden aangedaan. Maar de mishandelingen in het kamp waren ook een smet op de ziel van de bewakers, die de klappen uitdeelden. De verliezers zaten niet alleen in de barakken, maar ook daarbuiten.’
De verliezers. Straf en heropvoeding in kamp Vught, 1944 – 1949
Marijke Verduijn
352 p. Uitgeverij Balans, €29,95