Home Dossiers Rusland Opmaat voor de Russische Revolutie

Opmaat voor de Russische Revolutie

  • Gepubliceerd op: 2 november 2022
  • Laatste update 08 apr 2024
  • Auteur:
    Ivo van de Wijdeven
  • 10 minuten leestijd
Opmaat voor de Russische Revolutie
Cover van
Dossier Rusland Bekijk dossier

In het voorjaar van 1916 zat de Russische legerleiding met de handen in het haar. In de zomer van het voorgaande jaar had het Russische leger zich aan het oostfront tijdens de Eerste Wereldoorlog teruggetrokken uit Polen in wat ook wel de Grote Terugtocht werd genoemd. Dat was strategisch noodzakelijk: als gevolg van een grootschalig Duits offensief dreigden Russische eenheden te worden omsingeld.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Tsaar Nicolaas II eiste een tegenoffensief en dat was een aanzienlijk probleem voor zijn generaals. Na twee jaar oorlog was er een groot tekort aan manschappen. De dienstplichtige leeftijd was al twee jaar verlaagd, enige zoons moesten opkomen en zelfs een doktersverklaring was inmiddels onvoldoende om aan mobilisatie te ontkomen. Het was allemaal niet genoeg.

Waarschuwingen vanuit het ministerie van oorlog werden in de wind geslagen.

De oplossing lag volgens de tsaar in ‘Russisch Turkestan’, een gigantisch gebied dat het hedendaagse Turkmenistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kazachstan, Kirgizië omvatte en in totaal ongeveer tien miljoen inwoners telde. Tot dan toe was de inheemse islamitische bevolking vrijgesteld van de dienstplicht. Vanwege hun geloof zouden deze inorodtsy (vreemdelingen) onbetrouwbare soldaten zijn en bovendien fysiek totaal ongeschikt voor het noordelijkere klimaat.

Maar nood brak wet. Waarschuwingen vanuit het ministerie van oorlog en het ministerie van binnenlandse zaken voor praktische problemen – er waren bijvoorbeeld geen geboorteregisters in Centraal-Azië – en mogelijke onlusten werden in de wind geslagen. Op 25 juni 1916 werd afgekondigd dat inorodtsy voortaan ook dienstplichtig waren. Ook de mannelijke bevolking van Russisch Turkestan werd gemobiliseerd: 250.000 mannen tussen 19 en 43 jaar moesten zich opmaken voor inzet in werkbataljons achter het front. Dat was een compromis. Het idee was dat zo een groot aantal etnische Russen kon worden vrijgemaakt voor krijgsdienst.

Woedende menigten

Toen het decreet van de tsaar doorsijpelde naar Russisch Turkestan kwamen Tadzjieken en Oezbeken eerst in opstand. Op 4 juli braken ongeregeldheden uit in de stad Choedzjand. Een boze menigte demonstreerde bij het kantoor van de districtscommandant en liet zich pas verdrijven toen soldaten het vuur openden.

In andere steden en dorpen gingen de inwoners zelf over tot gewelddadigheden. Russische ambtenaren die mobilisatielijsten op wilden stellen, werden verjaagd en in veel gevallen vermoord. In Jizzax werden het station en telegraaflijnen vernield. Twee weken lang was de stad in handen van de opstandelingen.

Het leger moest overal met grof geweld ingrijpen en schoot met machinegeweren woedende menigten uit elkaar. Op 17 juli werd de staat van beleg afgekondigd in heel Russisch Turkestan. Maar de geest was uit de fles. Achtereenvolgens verzetten ook Kirgiezen, Kazachen en Turkmenen zich tegen de Russische overheersing. Wat de geschiedenisboeken in is gegaan als de Centraal-Aziatische Opstand van 1916 was een feit.

De opstand in Kyrgizië. Schilderij van Semion Chuikov, 1936.

Russisch Turkestan maakte nog helemaal niet zo lang deel uit van het Russische Rijk. Nadat een door Peter de Grote in 1717 uitgezonden militaire expeditie naar de oasestad Xiva – een stop op de oude Zijderoute in de onverbiddelijke Kyzylkum-woestijn – in de pan was gehakt, hadden zijn opvolgers het gebied aan de zuidgrens bijna 150 jaar lang links laten liggen.

Maar in de imperialistische wedloop in de negentiende eeuw voelden de tsaren de hete adem in hun nek van de Britten, die vanuit India oprukten. Daarom werd er toch werk gemaakt van het veroveren van het ongetemde gebied. In 1865 werd de stad Tasjkent door het Russische leger ingenomen en van daaruit werd in krap 25 jaar tijd heel Russisch Turkestan bij het tsarenrijk gevoegd.

Uiteenlopende herinneringen

In de eerste jaren van de Sovjet-Unie werd de Centraal-Aziatische Opstand gezien als een belangrijk voorbeeld van antikolonialisme en anti-imperialisme. De volkeren van Russisch Turkestan hadden zich terecht verzet tegen de tsaristische overheersing en de Bolsjewieken hadden deze onderdrukte volkeren uiteindelijk bevrijd.

Onder Stalin ging deze lezing van de geschiedenis de prullenbak in. Nationalisme was uit den boze en moest plaatsmaken voor Sovjet-patriotisme. De opstand werd neergezet als een klassenstrijd tegen inheemse  ‘bourgeoisie’ en ‘uitbuiters’, een voorloper van het communisme. Geen woord over de wandaden van Russische soldaten en kolonisten. En het Rode Leger? Dat had de bevolking eindelijk verlost van de basmatsji.

Na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie werd de Centraal-Aziatische Opstand het historische fundament voor de nieuwe onafhankelijke staten, de geboortestonde van nationale bevrijdingsbewegingen.

De Ürkün geldt in Kirgizië als genocide, een standpunt dat buiten het land weinig bijval krijgt. Hedendaagse Russische geschiedenisboeken spreken zelfs van ‘een wederzijdse tragedie’. Russische kolonisten waren immers ook onschuldige slachtoffers van bloeddorstige Kirgiezen.

Grote katoenproductie

Hoewel de aanwezigheid van Russische garnizoenen er geen twijfel over liet bestaan wie de baas was, werd Russisch Turkestan in eerste instantie grotendeels met rust gelaten. De Russen concentreerden zich vooral op de katoenproductie in de vruchtbare Ferganavallei, maar verder was hun aanwezigheid niet diep geworteld.

Dat veranderde met de aanleg van de spoorwegen. Die begon in 1879 met de Trans-Kaspische spoorlijn van de oostelijke oever van de Kaspische Zee naar Tasjkent. En in 1906 werd de stad ook over de Kazachse steppes via Orenburg verbonden met de rest van het omvangrijke Russische spoorwegnetwerk. Met de spoorwegen kwamen er ook kolonisten uit de rest van het rijk. In totaal trokken 1,2 miljoen Russische boeren naar Russisch Turkestan, een tiende van de totale bevolking.

De kolonisten breidden de katoenvelden in de Ferganavallei en rond de oude oasesteden in de Kyzylkum-woestijn enorm uit met grootschalige irrigatiesystemen. Al snel was de katoenproductie van groot belang voor héél het Russische Rijk. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was de oorlogsindustrie voor 100% afhankelijk van katoen uit Centraal-Azië voor de productie van uniformen en munitie.

Mensen voelden zich geen onderdaan van de tsaar.

En de Russische boeren ontgonnen vruchtbare landbouwgronden rond het enorme Issyk-Koelmeer in het in Tiensjangebergte en in de Semiretsje, het gebied in het zuidoosten van Kazachstan en het noorden van Kirgizië rond de steden Verny (nu: Almaty) en Bisjkek.

De komst van de kolonisten veroorzaakte daarom spanningen in Russisch Turkestan. Zij pikten de beste stukken grond én het spaarzame water in. Dat zorgde voor scheve gezichten bij de inheemse bevolking, vooral bij de Kazachen en Kirgiezen. Als nomaden werden zij verdreven van hun traditionele weidegronden.

De situatie verergerde door de Eerste Wereldoorlog. De oorlogsinspanningen zorgden voor hoge prijzen en voedseltekorten. Bij de ruitervolken van Centraal-Azië viel het ook erg slecht dat er op grote schaal paarden werden gevorderd. In februari 1916 waren er al relletjes in Tasjkent, maar door de mobilisatie sloeg in juli de vlam pas echt in de pan.

Willekeur en machtsmisbruik

De Tadzjieken en Oezbeken rebelleerden vooral omdat het voor hen totaal onduidelijk was wat er precies werd verwacht. Moesten ze wel of niet gaan vechten? Het gerucht ging bovendien dat er aan het front alleen maar varkensvlees te eten zou zijn.

Het wreekte zich dat Russisch Turkestan nog maar kort deel uitmaakte van het Russische Rijk. Mensen voelden zich geen onderdaan van de tsaar. Het hielp ook niet dat het bij gebrek aan geboorteregisters aan de lokale elite was om te bepalen wie wel en niet in dienst moest. Willekeur en machtsmisbruik lagen op de loer.

Het brandje in de Ferganavallei was echter relatief snel geblust, omdat Russische militairen daar vanwege het belang van de katoenproducties al in groten getale aanwezig waren. Bovendien predikte de islamitische geestelijkheid kalmte. Sowieso was de Centraal-Aziatische Opstand niet religieus gemotiveerd, al legden Russische inlichtingenrapporten uit die tijd daar wel de nadruk op.

Daarnaast werd er in Sint-Petersburg – onterecht – gevreesd voor Duitse en Ottomaanse complotten om onrust in het Russische achterland te stoken. De Russische generaal Aleksej Koeropatkin werd met een troepenmacht naar Russisch Turkestan gestuurd om orde op zaken te stellen. Hij maakte handig gebruik van de spoorwegen om overal opstanden neer te slaan.

Dat leidde tot welhaast klassieke koloniale taferelen. Relatief kleine groepjes Russische militairen wisten met hun superieure wapens grote groepen opstandelingen te verslaan. Zo werd niet ver van het stadje Yrgyz een groepje van vijftig kozakken teruggedrongen op een heuvel door een 2500 man sterke menigte, gewapend met knuppels, bijlen, zwaarden en musketten. Maar twee uur later droop de zwaar gedecimeerde menigte af om de wonden te likken, terwijl de kozakken in hun rapporten trotse verhalen noteerden van hoe ze weliswaar van hun paard geschoten waren, maar alsnog te voet op de vijand afstormden en ‘fanatici onthoofdden met ferme slagen met de sabel’.

Orgie van geweld

Eenmaal aangekomen in Semiretsje en bij het Issyk Koelmeer hielden Russische militairen wreed huis. Ze hadden de opdracht meegekregen om wraak te nemen op de opstandelingen aldaar ‘en de bevolking mores te leren’. De Kirgiezen en Kazachen zagen de mobilisatie als een nieuwe poging om hun grond in te pikken en hadden zich onder de leuze ‘Beter om hier te sterven dan daar!’ op de nederzettingen van Russische boeren in het gebied gestort. Zo’n drieduizend kolonisten waren vermoord, waaronder ook vrouwen en kinderen. Orthodoxe kerken gingen in vlammen op, net als het Mattheusklooster aan de oevers van het Issyk Koelmeer.

De wraak van de Russen was verschrikkelijk. Nadat het leger de opstand had neergeslagen, kregen de overgebleven kolonisten wapens en de vrije hand om zich te botvieren op de lokale bevolking. Het resultaat was een orgie van geweld. Nomadische nederzettingen werden platgebrand, waarbij geen verschil werd gemaakt tussen gemeenschappen die wel en niet hadden deelgenomen aan de opstand. Minstens 150.000 Kirgiezen en Kazachen werden op brute wijze vermoord.

Honderdduizenden Kirgiezen werden verdreven. Hele families vluchtten met hun kuddes over de onherbergzame bergpassen van het Tiensjangebergte naar China. De Ürkün (‘exodus’) werd een catastrofe. Meer dan honderd jaar na dato vinden bergbeklimmers hoog in de bergen nog steeds botten van mensen en dieren als de sneeuw in het voorjaar smelt. Schattingen van het totaal aantal doden als gevolg van het neerslaan van de opstand lopen dan ook op tot 250.000.

Generaal Koeropatkin schreef in 1916 al in zijn dagboek dat de Kirgizische claims van Russische gruweldaden weliswaar ‘terecht’ waren, maar dat hij ook hoopte dat het ‘excessen’ waren. Niet veel later zag hij echter met eigen ogen honderden lijken van ‘ongewapende, onschuldige Kirgiezen’ liggen in dorpen rond het Issyk Koelmeer. In de Russische Doema sprak parlementariër Aleksandr Kerenski in december 1916 schande van het buitensporige geweld.

Kozakken noteerden hoe ze ‘fanatici onthoofdden met ferme slagen met de sabel’

Uiteindelijk leverde de mobilisatie van de inheemse bevolking van Russisch Turkestan maar 123.000 mannen op, die tussen september en november naar het Europese front vertrokken. Zoals voorspeld vielen zij bij bosjes ten prooi aan ziekten, waardoor de toch al overvolle lazaretten en hospitalen nog verder overbelast raakten. Na de Februarirevolutie draaide de Voorlopige Regering onder leiding van Kerenski het mobilisatiedecreet van de tsaar terug.

Maar in het noorden van de het huidige Kazachstan was de opstand toen nog steeds gaande. Een goed georganiseerd leger van naar schatting 50.000 Kazachen slaagde er weliswaar niet in om de stad Toergaj te veroveren, maar vocht wel een langdurige guerrillaoorlog uit met een veel grotere Russische troepenmacht. Ook de Turkmeense leider Junaid Khan maakte het de Russen vanuit Xiva nog lange tijd flink lastig.

Poetins mobilisatie

De Russische president Vladimir Poetin kondigde eind september 2022 een ‘gedeeltelijke’ mobilisatie van 300.000 reservisten af om de grote tekorten aan het front in Oekraïne aan te vullen. Zijn presidentiële decreet veroorzaakte grote onrust. Op verschillende plaatsen in Rusland braken protesten uit, omdat overwegend mannen uit etnische minderheden en plattelandsgemeenschappen werden gemobiliseerd. Vooral in zuidelijke deelrepublieken als Dagestan gingen honderden burgers de straat op. Bovendien ontvluchtte een groot aantal mannen het land. Een maand later bezwoer Poetin dat er ‘binnen afzienbare tijd’ geen verdere mobilisaties zouden volgen.

Niet prominent in de geschiedenisboeken

Centraal-Azië bleef onrustig. Na de Oktoberrevolutie kregen de Bolsjewieken het aan de stok met wat zij basmatsji (‘bandieten’) noemden. De Turkse officier Enver Pasja, die tijdens de Eerste Wereldoorlog op de Kaukasus tegen de Russen had gevochten en medeverantwoordelijk was voor de Armeense Genocide, probeerde een kalifaat op te richten, maar stuitte op onderlinge verdeeldheid tussen de verschillende bevolkingsgroepen.

Na de Russische Burgeroorlog probeerde Lenin de gemoederen te kalmeren door de verschillende bevolkingsgroepen ieder hun eigen Sovjetrepubliek te geven. Als gevolg daarvan kent de regio rond de Ferganavallei nog steeds bizarre grenzen. Maar het was de massale inzet van het Rode Leger onder Stalin waardoor de Centraal-Aziatische Opstand na tien jaar eindelijk uitdoofde.

In de geschiedenisboeken werd de opstand daarna een ondergeschoven kindje. Alle aandacht ging naar het revolutiejaar 1917, waarin de tsaar van de troon werd gestoten en de Bolsjewieken de macht grepen. Maar het Russische Rijk begon in Centraal-Azië voor het eerst te rafelen en dat had de tsaar geheel aan zichzelf te wijten.

Meer weten?

  • The Central Asian Revolt of 1916 (2016) van Aminat Chokobaeva, Cloé Drieu en Alexander Morrison biedt een uitstekend overzicht van de laatste academische inzichten.
  • Imperial Apocalypse – The Great War and the Destruction of the Russian Empire (2014) van Joshua Sanborn plaatst de gebeurtenissen van 1916 in een breder perspectief.
  • Nomadische Lebenswelten und zarische Politik – Der Aufstand in Zentralasien 1916 (2010) van Jörn Happel is een nauwgezette microgeschiedenis van de opstand.