Home Notre Dame: historisch, maar nep

Notre Dame: historisch, maar nep

  • Gepubliceerd op: 23 april 2013
  • Laatste update 22 apr 2024
  • Auteur:
    Cees van Zweeden
  • 2 minuten leestijd
Notre Dame: historisch, maar nep

Bisschop Maurice de Sully liet zijn slopers los op de romaanse kerk in het hart van Parijs en legde op de fundamenten de eerste steen van de Notre Dame. Maar wat is er nog origineel aan de kathedraal? In 2013 publiceerde Historisch Nieuwsblad dit artikel over de Notre Dame, die toen haar 850-jarige bestaan vierde.

De 28 versteende koningen onder wier goedkeurende blik jaarlijks miljoenen toeristen door de gotische poorten naar binnen marcheren, zijn namaak. Hun voorgangers vielen in de revolutie van 1789. De klokken? Die hangen er sinds begin 2013. Een ervan kwam niet eens uit Frankrijk, maar uit het Brabantse Asten. De revolutionairen stalen de oorspronkelijke klokken voor het brons.

Nog schadelijker was de verwaarlozing na de revolutie. Toen Napoleon zich in 1804 tot keizer liet kronen, verkeerde de kathedraal in verval. Wandkleden waren over muurdecoraties gedrapeerd om de deplorabele staat te verhullen.

Napoleon had grote moeite om de paus naar Parijs te halen voor zijn kroning. Pius VII stond niet te popelen zich in een stoel over de Alpen te laten torsen, maar kwam toch. Eenmaal in de kathedraal aarzelde hij zo lang dat Napoleon zelf maar de kroon op zijn hoofd plaatste. Uit de kerkbanken klonk ‘Leve de keizer!’, maar zelfs de kroning was een beetje nep.

De doornenkrans van Jezus: natuurlijk óók fake

De kathedraal ademt ondanks alles historie. Vooral op vrijdag, als gelovigen de doornenkrans van Jezus kussen. Natuurlijk óók fake. Het kleinood kwam vier eeuwen na de kruisiging in Constantinopel aan. Maar het verhaal over een voorzienige Byzantijnse keizer die hem aan de Notre Dame schonk, klinkt leuk.

En zelfs kopieën hebben waarde. Toen vorig jaar de oude klokken uit de twee torens van de Notre Dame werden getakeld, werden ze onderwerp van conflict. Degenen die ze ooit in opdracht van Napoleon III hadden gemaakt, deden een haastklus. De klokken waren van slecht brons en klonken vals.

De bisschop vond vorig jaar dat ze rijp waren voor de smelterij, maar hij had buiten een Normandische dorpspastor gerekend. Vader Alain Hocquemiller raadpleegde een advocaat en kraaide: ‘Precies wat ik dacht. Deze klokken behoren tot het nationale erfgoed. Hun vernietiging is illegaal.’ De ‘klokkenoorlog’ tussen bisschop en pastor werd in het voordeel van de laatste beslist. Hij mocht ze voor een euro kopen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.