In de ‘stelling’ reageert een vast panel van historici op een actuele gebeurtenis.
Martin Sommer:
‘Ik zie dat Nederlandse historici wel heel braaf achter elkaar aan lopen en weinig eigenzinnigheid vertonen. Dat zagen we laatst weer eens in de discussie rond het Oost-Indisch Huis in Amsterdam. In dit voormalige hoofdkwartier van de VOC huist de faculteit geesteswetenschappen van de Universiteit van Amsterdam.
Zo’n veertig UvA-historici hebben nu geklaagd dat er in de voormalige vergaderzaal van de Heren Zeventien – de directie van de VOC – geen bordje hangt waarop de wandaden van de VOC worden opgesomd. Omdat de huidige setting, met oude kaarten van de VOC-bezittingen nog aan de muur, pijnlijk zou kunnen zijn voor gekleurde bezoekers. Ik zie dan geen historicus die roept: is het nu uit met die onzin! Want dan kom je in het verdomhoekje terecht.
Toen Cees Fasseur in 1969 met zijn Excessennota kwam over de wandaden van Nederlandse soldaten tijdens de dekolonisatieoorlog in Indië, mocht hij op last van de regering-De Jong de term “oorlogsmisdaden” niet gebruiken. Nu zie je dat het de andere kant op gaat en zijn er nogal wat Nederlandse historici die in termen van schaamte en afkeuring over het koloniale verleden praten. Tegen dit soort politisering van de geschiedenis mogen Nederlandse historici zich van mij best wat dapperder weren.’
Martin Sommer is historicus en journalist van de Volkskrant.
Beatrice de Graaf:
‘Nederlandse historici zijn braaf in de academische huiskamer, maar gaan los op social media. Anders dan in de Bondsrepubliek, waar de historische debatten vaak fel, maar voor de gemiddelde burger doorgaans onbegrijpelijk zijn, is het debat tussen historici in Nederland allang van de wetenschappelijke symposia naar Twitter verplaatst. Daardoor is wel een waterscheiding ontstaan tussen historici mét online presentie en die zonder.
De historici die er met gestrekt been in gaan, doen dat vooral om in te breken op belangrijke politiek-maatschappelijke discussies. Neem Leo Lucassen, die op onnavolgbare wijze het immigratiedebat probeert om te katten. Of denk aan Karwan Fatah-Black en Remco Raben, die met verve de postkoloniale geschiedenis introduceren in het publieke debat over de slavernij en het VOC-verleden. Dat zijn geen lieve of onbeduidende commentaren vanaf de zijlijn.
Het is alleen jammer dat de historici wel met de buitenwereld het gevecht aangaan, maar dat het debat onderling inderdaad vaak wat kleurloos blijft. Omgekeerd vind ik de debatten waar publicisten historici de maat nemen, zoals de protesten tegen het onderzoek van Gloria Wekker naar geïnstitutionaliseerd racisme in Nederland, totaal niet interessant. Dat zijn geen serieuze polemieken; het zijn karaktermoorden. Of het gesputter van amateurs die niets bijdragen aan kennis of begrip van het verleden.’
Beatrice de Graaf is hoogleraar geschiedenis aan de Universiteit Utrecht.
Felix Klos:
‘Ik zou Nederlandse historici niet van een makke beroepsaard willen beschuldigen. Reactionaire stemmen als die van de jonge historicus-cum-columnist Geerten Waling bereiken onze huiskamers via Twitter en de rechtse pers. En in de traditionele media krijgen progressieve historici als Geert Mak en Maarten van Rossem alle ruimte.
Nederlandse historici die zich met regelmaat nadrukkelijk op het politieke terrein begeven, lijken mij een groter probleem. Zeker als dat gepaard gaat met grove onzorgvuldigheid. Zo maakte onze historicus-premier Mark Rutte een opvallende uitglijder in de kwestie rond het Mauritshuis. Toen daar de kunststoffen buste van Johan Maurits werd verwijderd, opperde hij dat dan meteen ook maar de naam van het museum kon worden veranderd. Terwijl een klein feitenonderzoek hem had kunnen leren dat hier slechts sprake was van vervanging door een gaver exemplaar, dat ook nog eens een betere plek kreeg.
Zijn collega-historicus-politicus Thierry Baudet omschreef de Europese Unie als de wensdroom van nazi’s en fascisten. Later haalde hij daarbij de filosoof Richard Coudenhove-Kalergi aan, wiens pan-Europese beweging nu juist door de nazi’s was verboden. In beide gevallen zou dus juist iets meer brave degelijkheid gewenst zijn geweest. Of om de historicus Leopold von Ranke te parafraseren: “Historicus, beperk je tot het vaststellen en uitleggen van de feiten.”’
Felix Klos is historicus en auteur van Winston Churchill, vader van Europa.
Dit artikel is exclusief voor abonnees