Home Mooie memoires

Mooie memoires

  • Gepubliceerd op: 17 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Nelleke Noordervliet

De grote vrouwenheld, uitvinder en ontsnappingskunstenaar Giacomo Casanova schreef aan het eind van zijn leven zijn memoires. De Franse Revolutie was net uitgebroken en stond op het punt om de tot dan toe bekende wereld, de wereld waarin Casanova had geleefd en gereisd, bemind en geleden, voorgoed te veranderen. Op dat moment bibliothecaris in het Boheemse Dux en overvallen door een extreme vermoeidheid met trekjes van zwaarmoedigheid begon hij op advies van zijn Ierse arts zijn herinneringen op te tekenen.

Een geval van therapeutisch schrijven: je leed te boek te stellen, dan hoef je het niet te onthouden. Het zijn zoals we weten vele kloeke delen geworden. We kunnen het geheugen van de man alleen maar bewonderen. De memoires van Casanova zijn een weergaloze bron van informatie over het leven in de achttiende eeuw.

Een ander groot memorialist ging hem voor: Saint-Simon, pair de France, die met zijn scherpe pen het leven aan het hof van Lodewijk XIV beschreef. Vanaf zijn jeugd hield deze kleine kobold aantekening van wat hij zag een meemaakte, opdat hij – eenmaal in ongenade gevallen en uitgesloten van de macht – op zijn kasteel in de provincie eens goed kon uitpakken over de monarchie, de politiek en het hofleven. Zijn memoires hebben een ander karakter dan die van Casanova, maar zijn even informatief en genietbaar.

In tegenstelling tot Frankrijk zijn memoires in de Nederlandse cultuur een betrekkelijk schaars verschijnsel. Informatie over het ‘gewone’ en minder gewone leven halen we uit andere bronnen. Daarom was ik zo blij verrast toen ik kennismaakte met de autobiografie van Casimir Graaf von Schlippenbach, wiens leven in de tijd zo’n beetje parallel loopt met dat van Saint-Simon.

Saint-Simon verliet het Franse leger, Schlippenbach daarentegen was en bleef deskundig officier in het Staatse leger, het leger van de Republiek der Zeven Verenigde Provinciën dat op bevel van de Staten Generaal overal waar zij dat nodig achtten slag voerde. Sommige veldtochten zijn te vergelijken met onze huidige vredesmissies, waarbij we het opbouwwerk vooral in de amoureuze sfeer moeten zien. De graaf heeft daar het zijne aan bijgedragen en zijn avonturen smakelijk beschreven.

Historicus Hans Vogel en schrijfster Marjan Smits ontdekten het in fraai Frans geschreven handschrift in het Nationaal Archief, raakten in de ban van de eenarmige graaf, vertaalden zijn memoires, en haalden tal van interessante en intrigerende gegevens boven tafel. Het relaas van de eerste, stoere decennia van het grafelijk leven gaat over de veldtochten aan het begin van de achttiende eeuw in Spanje en de Oostenrijkse Nederlanden.

Zelden ben ik zo instructief en deskundig voorgelicht over de dagelijkse praktijk op het achttiende-eeuwse slagveld als door Casimir. De lezer ziet het voor zich: de stoffige dan wel modderige kampementen, het soms slechte zicht, de moeizame communicatie tussen de linies, de strategische besprekingen van de stafofficieren, de langdurige inkwartiering in steden als het seizoen voor vechten even is afgelopen.

De graaf was geen echte Nederlander. Hij kwam uit Koerland, een Baltisch gebied. Hij was soldaat van professie en soldaten verhuurden zich in die tijd aan het land dat hen kon gebruiken, of zij kochten zich in in een leidende functie bij een roemrijk garnizoen. Zo kwam Schlippenbach bij het Staatse leger terecht. Hij trouwde een Nederlandse vrouw met wie hij geen gelukkig huwelijksleven had. Niettemin werd de Republiek zijn Wahlheimat en Oranje zijn favoriete vorstenhuis.

Mooi is dat Vogel en Smits de laatste dagen van de graaf hebben weten te achterhalen. Een schrijver van een autobiografie houdt noodgedwongen op vóór zijn dood. De graaf nu is op duistere wijze aan zijn eind gekomen. De bezorgers van zijn memoires maken van die gebeurtenissen een uiterst spannende apotheose bij een fantastisch boek. Sommige lezers menen dat het ‘niet echt’ is, fictie, verzonnen dus. Die suggestie wijst de eenarmige graaf – zich omdraaiend in zijn graf – met kracht van de hand.
Nelleke Noordervliet

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.