Home Koperen keitjes

Koperen keitjes

  • Gepubliceerd op: 18 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Nelleke Noordervliet

Toen ik in de Volkskrant las dat de Duitsers zich een beetje schamen over de nieuwe – Beierse – paus, deed dat me goed. Het was misschien geen representatieve steekproef die de correspondent had gehouden, maar toch is het een teken dat Duitsland is veranderd. Geleidelijk aan. De tijd heeft zijn werk gedaan. Maar ook de Duitsers hebben hun werk gedaan. Vrij zorgvuldig wordt er gelaveerd tussen de Scylla van een overdreven en ongeloofwaardig mea culpa over het verleden en de Charybdis van een larmoyant slachtofferschap.

Het verleden is in Duitsland nooit ver weg. Soms wordt het er wel eens wat al te hardhandig met de haren bij gesleept, maar als ze er niet koppig over zouden blijven discussiëren zouden de buren het hun ook weer kwalijk nemen. Langzamerhand is er weer ruimte ontstaan voor legitieme trots op traditie en erfgoed zonder in nationalistisch gezwatel te ontaarden. Berlijn wordt door menigeen, ook door mij, aangeprezen als een buitengewoon aangename stad om te verblijven, een stad van ruimte en rust, van kosmopolitisme en van dorpse gezelligheid, van groen en van brede straten, een stad van hoffelijkheid.

In Berlijn is architectonisch de geschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw tot in details nog zeer leesbaar, ondanks de verwoesting van een groot deel van de stad aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. De Gedächtniskirche, kogelgaten in de huizen, musea en binnenkort ook het grote Holocaustmonument in het hart van de stad houden de herinnering aan de verschrikkingen van nazisme en communisme levend. Daarnaast laat de geschiedenis zich lezen in de fraai opgeknapte buurten van het voormalige Oost-Berlijn, in de volkomen verloederde buurten van West-Berlijn die daar direct aan grenzen, in een stuk Muur en in een lint van keien in het asfalt die aangeeft waar hij liep.

Het meest effectief en het meest ontroerend zijn voor mij de kleine koperen keitjes voor sommige huizen, te midden van de gewone keitjes waarmee de straat is geplaveid: Stolpersteine. Er staan lettertjes op: Hier wohnte Klara Winkler, geb. Wagner, 1887, deportiert und ermordert in Auschwitz 1943. Toen ze ongeveer net zo oud was als ik. Even verder twee naast elkaar gelegen koperen keitjes voor een huis. Hier Wohnte Otto Gerson, en op de andere: Hier wohnte Klara Gerson, deportiert und ermordert in Auschwitz 1943. Weer verderop: Hier wohnte Paula Bendick, in 1944 deportiert nach Theresienstadt.

Als voor elke Berlijnse jood een klein koperen keitje voor het huis ligt, zijn er vele keitjes te vinden. Het is een mooie gedachte. Dat zou in Amsterdam ook wel eens kunnen. Dag Klara, Otto, Klara, Paula. Ik heb aan jullie gedacht. Ik heb even voor jullie huis gestaan. Zonder de oorlog waren jullie nu ook allang dood geweest, maar ik denk aan jullie angst, jullie wanhoop, jullie verbijstering, jullie vernedering en jullie diepe verdriet. Het is het verleden persoonlijk gemaakt.

Nelleke Noordervliet

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.