Home Je begint toch niet met het toetje?

Je begint toch niet met het toetje?

  • Gepubliceerd op: 18 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Geertje Dekkers
  • 4 minuten leestijd

‘Het Nationaal Historisch Museum zal zich moeten richten op de gemiddeld geïnteresseerde Nederlander. En voor hem is geschiedenis chronologisch.’ Dat schrijft R.E. Morees in zijn reactie op de forumstelling van afgelopen maand. Die luidde: ‘Het Nationaal Historisch Museum (NHM) moet de geschiedenis van Nederland presenteren als een chronologisch verhaal.’ In totaal hebben 389 lezers van Historisch Nieuwsblad hun mening gegeven; 84 procent is het met de stelling eens.

Aanleiding voor de stelling zijn de plannen van de twee directeuren van het NHM, Erik Schilp en Valentijn Byvanck, om het museum een thematische indeling te geven in vijf zogenoemde ‘werelden’. Chronologie krijgt van Schilp en Byvanck een ondergeschikte rol. Dat verbaast de meeste lezers. ‘Voor mij is het gewoon logisch dat ik een soort reis door de tijd kan maken,’ aldus M.E. Schmitz. En J.W.G. Scheffers schrijft: ‘Je gaat toch ook niet eerst aan het toetje en vervolgens aan de maaltijd beginnen?’

Volgens veel respondenten leidt een niet-chronologische museumpresentatie tot, zoals A. Steunenbrink het uitdrukt, ‘een ratjetoe’. ‘Alleen een chronologisch verhaal kan werkelijk historisch inzicht verschaffen,’ schrijft H.E. Slomp. ‘Anders wordt het los zand.’ M. Eebes schrijft: ‘Geschiedenis zonder chronologie lijkt mij lastig te begrijpen. Het lijkt aardig, maar het is niks.’

H.J. Winkelman bekijkt het praktisch. Volgens hem ‘zal een chronologisch verhaal een breed publiek het meest aanspreken’. J.G. de Vries vindt de door Schilp en Byvanck voorgestelde thematische aanpak ‘te intellectualistisch voor het gemene volk’. Ook K. van der Weert vreest dat een niet-chronologisch museum ‘alleen voor gevorderden interessant’ zal zijn. Dan zou het NHM volgens A. Jeurissen zijn doel voorbijschieten. ‘Een belangrijk motief voor de oprichting van het NHM was het gebrek aan kennis van de Nederlanders van hun eigen geschiedenis. Als je daar iets aan wilt doen, kun je niet zonder chronologie. Dat is in het onderwijs ruimschoots gebleken.’

De leerkrachten onder de respondenten onderschrijven dit. ‘De in de jaren zestig en zeventig breed verspreide mening dat chronologie een kwelling is, was kortzichtig en heeft ertoe geleid dat de meeste volwassenen van nu slechts onsamenhangende flarden van de geschiedenis kennen,’ schrijft M. Hietbrink. ‘Er wordt al genoeg thematisch gedaan,’ vindt ook basisschooldocent G. Kroon. ‘Men moet nu eerst maar eens weten hoe het allemaal chronologisch is verlopen.’

Een minderheid van 12 procent is wel te vinden voor – in de woorden van J.L. Verbeek – ‘een frisse opzet, anders dan de geijkte chronologie’. L. Grooten denkt dat thema’s in potentie beter aansluiten bij de leefwereld van jongeren. M. Daru daarentegen vreest dat thema’s te ‘hypegevoelig’ zijn. Anderen pleiten voor een combinatie. ‘Gewoon ouderwets het hele verhaal vertellen en een aparte ruimte bewaren voor deeltentoonstellingen en kunstzinnig geneuzel,’ stelt H.F.A. Clabbers voor.

Sommige lezers adviseren de directeuren van het NHM hun licht op te steken bij het Haus der Geschichte in Bonn. Volgens M.H.J. Sampers ‘loop je daar als het ware door de geschiedenis heen’. T. Scholtus noemt dit Duitse instituut ‘een zeer mooi, leuk, interessant en chronologisch verhalend museum zonder “werelden”’. Heel wat beter dan het ‘quasi-historische pretpark’ dat Erik Schilp van het Zuiderzeemuseum heeft gemaakt, vindt J. Keuken.

Ook de voorliefde van Schilp en Byvanck voor kunst vindt weinig weerklank onder de lezers. ‘Het NHM moet een geschiedenismuseum worden en geen kunstzinnige presentatie,’ vindt J. de Geus. Volgens L.M. van der Stempel zijn voor het NHM de verkeerde directeuren aangesteld. ‘Voor alles ben ik van mening dat Schilp en Byvanck nooit benoemd hadden mogen worden.’

De nieuwe stelling verwijst naar het artikel over Juliana op bladzijde 46. De vorm is afwijkend. In het voorjaar barsten de festiviteiten rond Juliana’s honderste geboortedag los. Ondertussen wordt druk gespeculeerd over het aftreden van Beatrix. Dit zou het einde betekenen van een reeks vrouwelijke vorsten in Nederland. Reden om aan u te vragen: ‘Welke koningin heeft het meest betekend voor Nederland?’ U kunt kiezen uit: Wilhelmina, Juliana of Beatrix.

Lezers van wie het e-mailadres bekend is bij de redactie krijgen op donderdag 26 februari een verzoek om aan het forum deel te nemen. Dat kan door te klikken op de link in de e-mail. Andere lezers kunnen vanaf die datum terecht op www.historischnieuwsblad.nl. Wilt u worden opgenomen in ons e-mailbestand, stuur dan een bericht naar redactie@historischnieuwsblad.nl.

[grafiek]

‘Het Nationaal Historisch Museum (NHM) moet de geschiedenis van Nederland presenteren als een chronologisch verhaal.’

Eens 84 procent
Oneens 12 procent
Geen mening 4 procent

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.