Home In gesprek blijven

In gesprek blijven

  • Gepubliceerd op: 17 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Nelleke Noordervliet

In 1995, nog niet zo lang geleden dus, werd de discussie over de nationale identiteit nieuw leven ingeblazen door Paul Scheffer. Hij pleitte voor een versterking van het Nederlandse nationale gevoel. Zijn artikel in NRC Handelsblad riep veel reacties op van de usual suspects. Historicus Ernst Kossmann plaatste er zijn als altijd interessante kanttekeningen bij. Kossmann had geen behoefte aan ‘pompeuze woorden als nationale identiteit, erfgoed, geestesmerk’. Voor hem had ‘een land als het onze zulke retoriek niet nodig’.

Dat kleine zinnetje bevat een vertrouwde opvatting over de identiteit van de Nederlander: hij schuwt grote woorden, is meer een gewoondoener dan een groot denker. Hij staat met beide benen stevig in de klei. Kossmann meende dat het voortbestaan van Nederland voornamelijk afhangt van ‘onze behoefte primair met elkaar in gesprek te blijven’. Als het maar in het Nederlands is. Hij constateert tevreden dat er aan discussie geen gebrek is. Alles dus dik in orde.

De stukken uit die tijd – ze kwamen me onder ogen bij het opruimen van knipsels – hebben een vrij gematigde toon en doen nogal academisch aan. De grootste bedreiging voor de natie komt van de geheime machtscentra in Brussel en van de toenemende globalisering op het gebied van de economie. Die thema’s zijn nog altijd aanwezig in de discussie, maar zoemen voornamelijk op de achtergrond mee. Het is alsof de schilder van een groot historiestuk rustig begon met het prepareren van het doek en het schilderen van het decor voordat hij het hoofdthema en de protagonisten met felle kleuren en grove streek zou neerzetten.

Het was alweer Paul Scheffer die daarbij het voortouw nam in 2000 met zijn artikel ‘Het multiculturele drama’. Immigratie was tot dan toe een verboden thema, uitsluitend aangeraakt door suspecte organisaties als de Centrumpartij. Was Janmaat een aantrekkelijke man geweest en geen karikatuur van de rancuneuze querulant, en had zijn achterban niet zulke dikke nekken gehad, dan zou hij niet van het gesprek zijn uitgesloten.

De discussie over nationalisme en identiteit daalde door het artikel van Scheffer ook uit academische, hogere sferen neer in de praktijk van alledag, waarna Pim Fortuyn (inderdaad: goedgekleed en welbespraakt) met de politieke winst aan de haal ging en het gesprek in de krant tot het gesprek van de straat maakte. Nationale identiteit en immigratie (lees: religie) werden tot een onverslaanbaar duo aan elkaar gekoppeld, versterkt door een aantal mondiaal en nationaal stevig aantikkende gebeurtenissen.

In dertien jaar tijd is er veel veranderd. Ik heb het niet over de ‘toon van het debat’, want die zal me worst wezen. Wie klaagt over de ‘toon van het debat’ heeft een gebrek aan argumenten om zijn eigen standpunt te verdedigen. Het gaat me om de centrale en kwetsbare positie die het leerstuk van de vrijheid van meningsuiting heeft gekregen.

De grenzen ervan waren redelijk scherp getrokken: discriminatie en aanzetten tot geweld was uit den boze. Af en toe deed de rechter daar een uitspraak over. Schrijvers en columnisten kregen iets meer ruimte dan anderen. Zij werden erkend als de narren van de samenleving. De rol van de rechterlijke macht was duidelijk. De rechter wachtte de aanklacht van het OM af en woog dan alle argumenten. En als het Hof zelf het OM tot een aanklacht bewoog, dan was dat altijd zonder inhoudelijk oordeel over de zaak. Je kon ervan op aan een fair proces te krijgen, zowel de homofobe imam als de critici van de islam.

Sinds de uitspraak van het Amsterdamse Hof over de noodzakelijkheid van een vervolging van Wilders is dat een dubieuze kwestie geworden. Gelovigen worden meer ontzien dan ongelovigen. En dat schokt mij meer dan de aanwezigheid in de Kamer van een partij als de PVV. Als een van de steunpilaren van een democratie, de onafhankelijke rechterlijke, macht zich laat verleiden tot omkering van de procesgang, dan wordt mij het veilige kader ontnomen waarin ik kan discussiëren. Dan wordt de vrijheid van meningsuiting ingeperkt door angst en zelfcensuur. Dan verstomt het maatschappelijke gesprek naar Kossmanns hart. En wat moeten we dan met onze identiteit?
Nelleke Noordervliet

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.