Hugo de Groot (1583-1650) ontsnapte in een boekenkist. Juist in zijn geval, als een van de meest belezen personen van de zeventiende eeuw, is dat gegeven van een haast literaire schoonheid. Voor
Een nieuwe biografie wil De Groot, alias Grotius, tonen als meer dan een wereldvreemde studeerkamergeleerde. Hij komt
Het verschijnen van een Grotius-biografie is bij voorbaat reden tot blijdschap. De laatste biografie is alweer van 1976, lang voordat de dikke delen van de Grotius-correspondentie beschikbaar kwamen. Er is sindsdien, verzucht Nellen, erg veel verschenen. Grotius is een van de best bestudeerde Nederlandse zeventiende-eeuwers. Ieder denkbaar detail is onderwerp van onderzoek geweest, bijvoorbeeld welk boek hem in de boekenkist tot hoofdsteun heeft gediend.
Naast de onafzienbare hoeveelheid studies is er de overdaad aan Grotius’ eigen producten. Zijn gepubliceerde werken vullen een kleine bibliotheek. Als brievenschrijver had hij de hele wereld als adressant; Nellen heeft
Walm van ketterij
Hugo de Groot werd als klein jongetje al herkend als een wonderkind. Razendsnel pikte hij informatie op en parkeerde die onder handbereik in zijn fenomenale geheugen. Hij werd een soort kermisattractie voor de elite. Verrukt luisterde men naar de kleine snotneus, die blootshoofds en zonder struikelen de hordeloop van een moeilijke Latijnse versmaat aflegde. Hugo maakte al op jonge leeftijd kennis met het verschijnsel bewondering. Het lijkt er sterk op dat dit genoegen hem zijn leven lang naar meer is blijven smaken.
Er was bijna niets wat hij niet kon. Gedichten in het Latijn, het Grieks of Nederlands, u roept maar. Kerkvaders, antieke filosofen, geloofsbelijdenissen, traktaten, klassieke auteurs: het vloeide moeiteloos de onmetelijke archiefkast van zijn geheugen binnen. Op basis van al deze kennis stelde hij weer inzichten samen over de katholieke en hervormde theologie, over geschiedenis, over rechtsbeginselen – ja, waarover niet?
Al vroeg moet zich de pedantheid hebben ontwikkeld die Grotius meer dan eens in de problemen zou brengen. Nellen geeft er mooie voorbeelden van. Toen Grotius in
Wat Grotius’ leven zo interessant maakt, is dat het samenviel met een turbulente tijd in de Nederlandse geschiedenis. Het land werd verscheurd door godsdiensttwisten. In het begin van de zeventiende eeuw kwamen twee groepen uit de hervormde kerk tegenover elkaar te staan: de gematigde arminianen en de orthodoxe gomaristen. Inzet was de predestinatieleer: had God
Grotius ontpopte zich tot de belangrijkste vertolker van het laatste standpunt. Tegen de calvinistische fundamentalisten zei hij: wie in voorbeschikking gelooft, maakt God tot medeplichtige van het menselijk kwaad. De mens heeft een vrije keuze en het is zijn eigen besluit het goede te doen en het slechte na te laten.
Grotius schreef en argumenteerde op het scherpst van de snede. Behalve leerstellige dimensies had het conflict een zeer praktische kant. Samen met de door hem bewonderde landsadvocaat van
Engagement
Het spannendste deel van het boek vormt de opgang naar Grotius’ ondergang, die samenviel met zijn veroordeling tot levenslange detentie in het slot Loevestein en met
Wel werd hij minder heldhaftig nadat Oldenbarnevelt was onthoofd en hij in onzekerheid verkeerde over zijn eigen lot. Nellen geeft een paar onthutsende staaltjes van lafheid, waarin Grotius probeerde zijn nek te redden door zich met opzichtig kennisvertoon van Oldenbarnevelt te distantiëren. Maar, stelt de biograaf terecht, een man in doodsnood moet men niet te hard vallen.
Nellen heeft met deze biografie een prestatie geleverd. Hij heeft zijn enorme belezenheid en zijn twintigjarige omgang met de buitengewoon veelzijdige geleerde weten te bundelen in 612 bladzijden. Zodoende is een schat aan informatie beschikbaar gekomen.
Toch is het af en toe werken geblazen met dit boek. Niet alleen Grotius, ook Nellen zelf staat wijdbeens in een wetenschappelijk discours, en wel: het Grotiusdiscours. Er passeren wel heel veel pagina’s over Grotius’ boeken, contacten en kwesties voordat de biograaf eindelijk zoiets banaals als het gezinsleven een paar bladzijden waardig acht. Wat meer aandacht voor Grotius’ echtgenote, de temperamentvolle Maria van Reigersberg, – per slot van rekening
Luc Panhuysen is auteur van De Ware Vrijheid.
Dit artikel is exclusief voor abonnees