Home Het paradijs op aarde brengen

Het paradijs op aarde brengen

  • Gepubliceerd op: 22 juni 2009
  • Laatste update 02 mei 2023
  • Auteur:
    Johannes Houwink ten Cate
  • 6 minuten leestijd

‘De mens richt nooit zo volledig en zo vrolijk zoveel kwaad aan als wanneer hij dit uit religieuze overtuiging doet.’ Deze gedachte van Blaise Pascal is het motto van de ‘nieuwe geschiedenis’ van het Derde Rijk van Michael Burleigh, die kortgeleden in een Nederlandse vertaling verscheen. En die zou ook het motto kunnen zijn van de magistrale synthese van Saul Friedländer over de Holocaust.

Burleigh en Friedländer behoren allebei tot de inmiddels gezaghebbende, maar onderling sterk verschillende groep historici die het nationaal-socialisme interpreteert als een seculiere en messianistische politieke religie, met de Jodenmoord als centraal leerstuk.

Op de achtergrond gaat het hierbij – bij Burleigh tenminste – zeker niet in de laatste plaats om de vraag of het zinvol is het Derde Rijk met de Sovjet-Unie van Stalin te vergelijken. Burleigh is een Britse historicus die uitzonderlijk genoeg geen gewezen marxist is, en geneigd om overeenkomsten te zien tussen de totalitaire samenlevingen zoals die door Hitler en Stalin werden vormgegeven. Daar waar dat volgens hem nuttig is maakt hij deze vergelijking. Met instemming citeert hij de Franse liberale filosoof en politicoloog Raymond Aron, die zei dat de Sovjets een engel wilden scheppen, maar een beest hadden gecreëerd. De nationaal-socialisten waren volgens Aron vooral geslaagd in hun opzet beesten te imiteren.

Burleigh wil de notie van het totalitarisme strak verbinden met de definitie van beide dictaturen als politieke religies. Hij houdt staande dat de analyse van het totalitarisme als politiek systeem ‘niet slechts het resultaat was van de westerse ideologie van de Koude Oorlog’. Nee, de historici die in deze richting redeneerden vormden niet ‘de academische afdeling van de CIA’. Volgens Burleigh hadden ze het gelijk geheel aan hun zijde. Daar is – zijn boek bewijst het – veel voor te zeggen. Maar dat neemt natuurlijk niet weg dat dit gelijk wel degelijk aan de liberaal-confessionele kant van het politieke spectrum moet worden gesitueerd.

Barbarij
Los van deze politieke vraag is er meer dan genoeg lofwaardigs in dit boek dat de publicatie van deze ‘nieuwe geschiedenis’ – pas acht jaar na de eerste Britse druk – in het Nederlands rechtvaardigt. Voor een samenvattende geschiedenis van het Derde Rijk is het meesterlijk in zijn beknoptheid. De voorgeschiedenis – de Republiek van Weimar – wordt kort behandeld. De centrale thema’s in het boek zijn de ondergang van de rechtsstaat, de schepping van de nieuwe mens en de Jodenvervolging, de oorlog tegen de Sovjet-Unie en het verzet tegen Hitler. En passant rehabiliteert Burleigh de conservatieve oppositie tegen de pseudo-messias.

De rode draad door dit alles is ook de moraal van deze geschiedenis. En die moraal is – om de door Burleigh bewonderde politicoloog en historicus Karl Dietrich Bracher te parafraseren – dat extreme politieke concepties die het paradijs op aarde beloven nooit menselijke doelen dienen, maar mensen en hun waarden vernederen tot instrumenten van grootheidswaanzin en barbarij.

Wanneer Burleigh zegt dat hij ook Friedländer bewondert, is het moeilijk hem daarin niet het grootste gelijk van de wereld te geven. Friedländer is al jaren de beste auteur als het om de Holocaust gaat. Hij is geboren in Praag, in 1932, en bezocht dezelfde Engelstalige school als zijn enige echte concurrent, de Israëlische Holocaust-historicus Yehuda Bauer. Friedländers ouders vluchtten met hem naar Frankrijk. Zij werden daar opgepakt en gedeporteerd, hij niet.

Onder zijn nieuwe naam Paul-Henri Ferland overleefde hij als leerling van een rooms-katholieke kostschool de oorlog. Natuurlijk wilde hij toen priester worden. Maar hij overwon die roeping, en ging naar Israël. Sindsdien is Friedländer een linkse, op vrede met de Palestijnen georiënteerde, agnostische humanist, wiens stijl van schrijven beïnvloed is door de Italiaanse overlevende Primo Levi, en door Israëlische literatoren als David Grossmann en Amos Oz. Eerder schreef hij over paus Pius XII, die zweeg over de Holocaust, en over Kurt Gerstein, de officier uit de Waffen-SS die tevergeefs de wereld probeerde te waarschuwen voor wat er in de concentratiekampen gebeurde.

Toen de bekende Duitse historicus Martin Broszat in 1988 de ‘historisering’ van het Derde Rijk bepleitte, waarbij hij een op de verklaring van Auschwitz gerichte benadering verving door een empathische beschrijving van het alledaagse leven van onbesmette Duitsers tijdens het Derde Rijk, verzette Friedländer zich daar zeer uitdrukkelijk tegen. De volgens hem relativerende ‘gewone’ geschiedenis van ‘gewone’ Duitsers beschouwde hij bepaald niet als de essentie van het Derde Rijk.

Verlossingsantisemitisme
In het eerste deel van zijn holistische meesterwerk over de Jodenvervolging in het Derde Rijk, waaraan hij drie jaar later begon, zag Friedländer deze essentie in het ideologische, pseudo-religieuze ‘verlossingsantisemitisme’. Alleen door de Joden te vermoorden konden de nazi’s hun historische roeping volgen om als ‘ariërs’ de wereld te onderwerpen en blijvend te regeren. Zo zou de Jodenmoord het paradijs op aarde brengen.

Deze visie verbindt Friedländer virtuoos met de sociale geschiedenis van de daders, medeplichtigen en de slachtoffers. Bij hem wordt de geschiedenis van de laatsten niet gereduceerd tot de geschiedenis van de Joodse Raden. Daderschap en medeplichtigheid vat Friedländer net zo breed op. De sociale organisaties van de niet-Joden intervenieerden niet toen de Joden werden weggevoerd. Grote aantallen mensen wisten dat de Joden van Europa op grote schaal werden vermoord, maar bleven niettemin passief. Hier vervaagt bij hem de grens tussen daderschap en medeplichtigheid, met opzet.

Friedländers tweede deel is de eerste geïntegreerde geschiedenis van daders, slachtoffers en toeschouwers. Hij is geslaagd in een bijna onmogelijke taak: hij schrijft tegelijkertijd van ‘bovenaf’ en ‘onderop’. Friedländer behandelt heel Europa, waarbij hij de slachtoffers met behulp van egodocumenten als brieven en dagboeken een luidere stem geeft dan gebruikelijk is.

Zijn conclusie is dat er zonder Hitler en diens antisemitische ideologie geen Holocaust zou zijn geweest, maar dat Hitler voor de uitvoering daarvan de hulp van de Duitsers en de Europese niet-Joden nodig had; die werden misleid door hun traditionele morele autoriteiten. Dit laatste, kritische oordeel is gebaseerd op Friedländers affiniteit met religieuze vraagstukken, een affiniteit die mag worden verwacht van iemand die ooit priester wilde worden. Daar waar Friedländer benadrukt dat Europa vroeger een christelijk continent was, met de bijbehorende vooraanstaande plaats van die morele gezagsdragers, heeft hij natuurlijk ook gelijk.

En toch blijft er iets knagen. Want vandaag de dag zijn het, naast het geloof in de rechtsstaat, ook de afkeer van religie en de weerzin jegens de veroveringsoorlogen en de rassenwaan van het nationaal-socialisme die West-Europeanen verbinden met de postcommunisten in de nieuwe lidstaten van de Europese Unie. Dan ligt het voor de hand om de ontmaskering van de passiviteit van de kerken tijdens de oorlog en de typering van totalitaire systemen als pseudo-religies te beschouwen als een uitingsvorm van de recente Europese ontkerkelijking.

Johannes Houwink ten Cate is hoogleraar Holocaust- en genocidestudies aan de Universiteit van Amsterdam.

Michael Burleigh
Het Derde Rijk. Een nieuwe geschiedenis
992 p. De Bezige Bij, € 59,90

Saul Friedländer
Nazi-Duitsland en de Joden, deel 1: De jaren van vervolging 1933-1939; deel 2: De jaren van vernietiging 1939-1945
862 p. Nieuw Amsterdam, € 59,95

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.