Home Het menselijk genie. Streven naar het ultieme in kunst en wetenschap door de eeuwen heen

Het menselijk genie. Streven naar het ultieme in kunst en wetenschap door de eeuwen heen

  • Gepubliceerd op: 21 maart 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Bastiaan Bommeljé
  • 4 minuten leestijd

Er zijn woorden die een historicus beter kan mijden als hij niet verzeild wil raken in de schemerzone tussen geschiedschrijving en quasi-intellectuele bluf. Dat geldt bijvoorbeeld voor de termen ‘genie’ en ‘ultiem’. Het is dus geen gelukkige start voor de vertaling van het boek Human Accomplishment van Charles Murray dat precies deze woorden voorkomen in de Nederlandse titel. Anderzijds zijn ze een terechte waarschuwing: dit is een werk dat vanaf de eerste pagina de weg kwijt is.

            
Ik schrijf dit niet omdat Murray co-auteur is van The Bell Curve, het boek waarin ‘statistisch’ werd aangetoond dat blanken intelligenter zijn dan zwarten. En ik schrijf dit ook niet omdat hij een held is van Amerikaanse neoconservatieven. Neen, ik schrijf dit omdat ik u deze 755 bladzijden, die beginnen met een onjuiste vraagstelling, een antwoord zoeken in naïeve statistiek, en eindigen in een lachwekkend idiote slotsom, wil besparen. 
           
Murray heeft vijf jaar besteed aan dit werk, waarin hij alle ‘genieën’ in de geschiedenis tussen 800 voor Christus en 1950 wil lokaliseren in tijd en in plaats. Daartoe heeft hij 163 historische, kunsthistorische en wetenschapshistorische handboeken geanalyseerd. Van elke daarin genoemde grootheid werd kwantitatief bepaald hoeveel die bijdroeg aan de pelgrimstocht der mensheid. Na allerhande statistische procedures houdt Murray 4002 ‘significante personen’ over die van belang zijn geweest voor de beschaving. Op deze 4002 ‘significante personen’ wordt opnieuw een batterij aan statistische formules losgelaten om hun hiërarchie te bepalen.            

Zo ontstaan na vele honderden pagina’s – die deels gevuld zijn met aardige anekdotes over de hoofdpersonen – twee soorten lijstjes. Enerzijds is er een rangschikking van genieën per discipline. Anderzijds is er een rangschikking van genieën per werelddeel. Het zal niet verbazen dat Murray tot de ‘onweerlegbare’ slotsom komt dat de hoofdmoot der geniale mensen uit het Westen – meer bepaald: Europa – komt. 
           
De top-3 van ‘Natuurkunde’ is Newton/Einstein op een gedeelde eerste plaats, gevolgd door Rutherford. De lijst voor ‘Biologie’ is Darwin, Aristoteles, Lamarck. Bij ‘Gecombineerde wetenschappen’ is de volgorde der genieën: Newton, Galilei, Aristoteles. Die laatste staat in het lijstje ‘Westerse wijsbegeerte’ op de eerste plaats, gevolgd door Plato en Kant. Het grappigst is misschien de lijst ‘Westerse kunst’, waar na halsbrekende berekeningen Michelangelo winnaar is, gevolgd door Picasso op 2 en Rafael op 3. 
       
Grappig, inderdaad, maar ook belachelijk. Murray begrijpt niets van de beperkingen van ‘citatie-indexen’, maar bovenal schijnt hij niet te beseffen dat wie 163 westerse handboeken raadpleegt vooral westerlingen tegenkomt. Zeker in negentiende-eeuwse overzichtswerken leest men zelden dat de dertiende-eeuwse islamitische astronoom Nasir al-Din al-Tusi de grondslagen legde voor de inzichten van Copernicus. Of dat de boekdrukkunst omstreeks 1040 in China werd uitgevonden door Pi Sheng, vier eeuwen voor Gutenberg. Natuurlijk, dat neemt niet weg dat in het Westen vele verbluffende wetenschappelijke en artistieke hoogtepunten tot stand zijn gebracht. Maar iedere historicus weet dat dit dikwijls gebeurde als reactie op of in wisselwerking met ontwikkelingen elders. 
           
Dan is er het probleem van vergelijking. Hoe kan men nu bepalen dat Beethoven en Mozart grotere genieën zijn dan Bach? Of dat Vergilius één punt genialer is dan Homerus? Of dat Thomas van Aquino vijfde is in de ranglijst westerse wijsbegeerte, maar Wittgenstein daarop helemaal niet voorkomt? 
           
Murrays conclusie is dat de overmacht aan westerse genieën verklaard wordt door de christelijke ethiek, die aanzette tot toewijding aan hogere doelen. En juist daarom is het hier thans zo somber gesteld met ‘significante personen’. Dat komt door de goddeloze ethiek van de moderne tijd! Wil het Westen de leidende rol behouden, dan moeten we snel terug naar de kerkbanken. 
          
Wie 755 pagina’s over heeft voor deze slotsom, leze dit boek. Alle anderen gelieven zelf te bepalen of ze naast Thomas van Aquino ook naar eigentijdse ‘significante personen’ zoals de Beatles, Bill Gates of mij (dan wel uzelf) willen luisteren.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Scène uit het grote offensief
Scène uit het grote offensief
Recensie

Blunders en rivaliteit kostten mensenlevens in de Slag om de Schelde

Dat Zeeland met de Slag om de Schelde het grootste Nederlandse slagveld werd in de Tweede Wereldoorlog had niet gehoeven. Het was anders gelopen als de Britse legeraanvoerder Bernard Montgomery minder eigengereid was geweest. Zijn rivaliteit met de geallieerde opperbevelhebber Dwight Eisenhower hielp ook niet mee, blijkt uit de documentaire Het grote offensief. De film...

Lees meer
Amsterdam leverde zijn Joden uit aan de Duitsers, concludeert het NIOD
Amsterdam leverde zijn Joden uit aan de Duitsers, concludeert het NIOD
Recensie

Amsterdam leverde zijn Joden uit aan de Duitsers, concludeert het NIOD

Eerst waren er excuses van het Amsterdamse gemeentebestuur, pas daarna verscheen het bijbehorende onderzoek van het NIOD. Beide trekken dezelfde conclusie: de gemeente gaf volle medewerking aan het beleid van de Duitse bezetter om Amsterdam judenrein te maken. Maar waar burgemeester Femke Halsema koos voor het perspectief van de slachtoffers, staat het NIOD vooral stil...

Lees meer
Atatürks secularisme putte uit Franse bronnen 
Atatürks secularisme putte uit Franse bronnen 
Nieuws

Atatürks secularisme putte uit Franse bronnen 

De beweging van de Jonge Turken, die zich aan het begin van het twintigste eeuw inzette voor de modernisering van het vaderland, liet zich door Franse ideeën inspireren. Dat laat historicus Remzi Çağatay Çakırlar zien in zijn proefschrift, waarop hij onlangs in Leiden promoveerde.  In 1925 gaf de intellectueel en Jonge Turk Abdullah Cevdet een...

Lees meer
Speelfilm <i>Perla</i>: communisten ruïneren jong stel
Speelfilm <i>Perla</i>: communisten ruïneren jong stel
Recensie

Speelfilm Perla: communisten ruïneren jong stel

We mogen denken dat we ons lot in eigen hand hebben, maar de speelfilm Perla dwingt tot bescheidenheid. Daarin ruïneert het communistische regime in Tsjechoslowakije het leven van een jong stel. Het drama opent met de inval in 1968 in Tsjechoslowakije door de legers van het Warschaupact. Daarna schakelt de film over naar 1981 in...

Lees meer