Home Het Amsterdamse hoerdom

Het Amsterdamse hoerdom

  • Gepubliceerd op: 17 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Nelleke Noordervliet

Ooit zat ik in een licht-rosse buurt op de vuilnisbak buiten te wachten tot mijn vriend thuiskwam. Ik had geen sleutel. Een paar huizen verderop stonden twee hoeren te praten. Het was een lauwe zomermiddag. Weinig klandizie. Toch schoven er af en toe wat schichtige mannen langs of passeerde een auto langzamer dan verkeerstechnisch nodig was. Het was de tijd van Wat zien ik… Prostitutie als idylle.

Twee van de schichtige, eenzame mannen keerden na enige aarzeling op hun schreden terug om verlegen te informeren naar de prijs die ik rekende. Ik antwoordde dat ik tot hun spijt niet te koop was. Een derde man lichtte mij even later in over de buurt waarin ik me bevond en dat men misschien mocht denken dat ik… terwijl ik eruitzag als een… nou ja… als een net meisje… een studente… Ik dankte hem voor zijn vaderlijke zorg, maar zag niettemin de hoop in zijn ogen blinken dat ik toch….

De idylle is van de prostitutie af, maar het is de vraag of het ooit een idyllisch vak is geweest. Criminaliteit en prostitutie lagen altijd heel dicht bij elkaar – in één bed, om het zo maar eens te zeggen. Maar ook de criminaliteit van vroeger wordt tegenwoordig bezien met de ogen van romantici. Blonde Greet en Gerrit de Stotteraar, dat waren nog eens tijden. Een nostalgisch verlangen naar overzicht en heelheid. Dorps.

Tegenwoordig heeft de globalisering van de criminaliteit juist op de prostitutie een greep gekregen, die de vrouwen die zichzelf moeten verkopen tot slavinnen reduceert. Vrouwenhandel is een gruwelijk misdrijf, juist omdat vrouwen in bittere armoede zich makkelijk laten verleiden tot een carrière als ‘kapster’ of ‘schoonheidsspecialiste’ in het rijke Westen. Ze kunnen en durven niet meer terug, kunnen en durven geen aangifte doen.

In Amsterdam gaat de gemeente de Wallen, toeristische trekpleister bij uitstek, oppimpen, om een penose-term te gebruiken. Weg met de witwasbordelen, weg met de criminele ramen, weg met de zuipende, pissende en kotsende Engelsen. Het is niet voor het eerst dat de gemeentelijke overheid zich krachtig opstelt. In het onvolprezen boek van Lotte van der Pol Het Amsterdams hoerdom, prostitutie in de zeventiende en achttiende eeuw vond ik in de bijlagen een tekst van Mandeville, uit The Fable of the Bees (1705), waarin hij beweert dat persoonlijke ondeugden soms het algemeen belang dienen.

Private vices, public benefits. Wanneer een schip in Amsterdam aankomt is het maar goed dat er hoeren zijn, zegt Mandeville; anders zou geen nette vrouw ongemolesteerd blijven. Omgekeerd: als iedere vrouw zich als hoer gedraagt, valt er geen droog brood in die business te verdienen. Hoe deugdzamer een deel van de vrouwen dus is, hoe bevorderlijker voor de prostitutie.

Mandeville beschrijft de bordelen van Amsterdam en vindt er veel goeds. Ook schraperigheid, trouwens: de muziek wordt verzorgd door een orgel – heel wat luider en goedkoper dan het huren van een orkestje. Ondanks alle prima reglementen komen de schout en zijn rakkers toch nog regelmatig de wet handhaven, en kijk: zo houdt de gemeente veel agenten in dienst; brood op de plank voor de veldwachters, die op hun beurt wel de boosdoeners bekeuren, maar ook weer niet te veel, want anders verliezen ze hun baantje. Dat geheim wordt zorgvuldig gekoesterd en in stand gehouden. Maar als de gemeentelijke overheid het echt zou willen, is het natuurlijk binnen de kortste keren helemaal gedaan met de prostitutie, aldus Mandeville.

Daar betrapt Mandeville al aan het begin van de achttiende eeuw cynisch de bureaucratie van de hulpverlening op haar voze, paradoxale kern: om je brood te blijven verdienen moet je hopen dat je werk niet succesvol is. Een slecht resultaat leidt echter tot ontslag, zodat hulpverleners op het slappe koord balanceren tussen zichzelf in leven houden en zichzelf overbodig maken. In Amsterdam heeft de gemeente nu een nieuw hoofdstuk toegevoegd aan dit feuilleton: kwaliteitsprostitutie mengen met hoerige kunst. Louche en toch chic. Een veel betere slogan dan ‘I amsterdam’.

Overigens ben ik van mening dat Nederland medeverantwoordelijk is voor de beveiliging van Ayaan Hirsi Ali.

Nelleke Noordervliet

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.