In het Oosten wonen arrogante despoten en onderdrukte volkeren, en in het Westen leeft de ware vrijheid. Dat beeld schetste Herodotus tweeënhalf millennium geleden in zijn boeken over de strijd tussen Grieken en Perzen. Zijn opvattingen vinden nog steeds weerklank.
Het was stil in Athene toen de zomer van 480 v.Chr. op zijn einde liep. Iedereen die kon, had de stad verlaten, op de vlucht voor het naderende Perzische leger. Onder de schaarse achterblijvers waren armoedzaaiers die te weinig geld hadden om zichzelf in veiligheid te brengen. En een paar bewakers, die met minimale middelen de heiligdommen op de Akropolis moesten beschermen.
Voor de troepen van de Perzische koning Xerxes was het een fluitje van een cent om het lege Athene in te nemen. Maar het bezit van de stad alleen was niet genoeg voor de koning en zijn mannen. Ze konden het niet nalaten de smekende achterblijvers te doden en de tempels op de Akropolis te plunderen. En toen ze klaar waren, staken ze alle heiligdommen op de heuvel in brand.
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Xerxes was heerszuchtig, megalomaan, wreed, hyperseksueel en op een ‘oosterse’ manier verwijfd
Dit zijn Xerxes en de Perzen zoals ze eeuwenlang zijn afgeschilderd: meedogenloos, bruut, barbaars zelfs. Wie googlet op afbeeldingen van de koning, stuit vooral op foto’s van een agressieve, met kettingen en piercings beladen reus – met opvallend genoeg een vrij feminiene uitstraling. Dit is de Xerxes uit de actie-fantasyfilm 300 (2006). Hij verbeeldt alle clichés over de Perzische koning: heerszuchtig, megalomaan, wreed, hyperseksueel en op een ‘oosterse’ manier verwijfd.
De makers van 300 zijn helemaal losgegaan in de groteske verbeelding van de tiran, zoals dat kan in een fantasyfilm zonder enige documentairepretentie. Maar hun fantasie is ontsproten aan bestaande beelden van de koning en van de conflicten tussen Grieken en Perzen in de vijfde eeuw voor Christus.
Die conflicten staan tegenwoordig bekend als de Perzische Oorlogen. Ze begonnen onder Xerxes’ vader Darius, die in 492 v.Chr. een inval deed in Griekenland, maar in de Slag bij Marathon stukliep op de verdediging van de Atheners.
Darius legde zich niet neer bij zijn nederlaag en bereidde een nieuwe expeditie voor. Maar voor het zover was, stierf hij. Zo kwam rond 485 Xerxes op de troon. Hij erfde niet alleen het koningschap, maar ook de militaire ambitie van zijn vader en zou net als Darius optrekken tegen de Grieken.
Ten tijde van de troonsbestijging door Xerxes werd verder naar het westen een baby geboren met een groot verteltalent. Hij zou bekend worden als Herodotus van Halicarnassus en daarom wordt vaak aangenomen dat zijn wieg in Halicarnassus stond, in het huidige Turkse Bodrum. Indertijd was de regio in Perzische handen, maar de inwoners van de havenstad hadden een weidse blik op de wereld en Herodotus zou zich als volwassene vooral identificeren met de Grieken. Vanuit dat gezichtspunt zou hij in detail de grote botsing tussen Perzen en Grieken vastleggen: van de aanloop ernaartoe tot en met de expeditie van Xerxes. Zijn beroemde Historiën vertellen over de geboorte van het Perzische Rijk, en de stapsgewijze veroveringen van aangrenzende gebieden onder opvolgende koningen, en uiteindelijk de oorlogen met de Grieken in het westen. De beschrijving van de plundering van Athene is afkomstig van Herodotus.
Het indrukwekkende verslag van de Perzische Oorlogen zou hem de bijnaam ‘vader van de geschiedschrijving’ opleveren. Toch zijn de Historiën mijlenver verwijderd van moderne geschiedenisboeken. Zo spelen verhalen die we nu tot de mythen rekenen een prominente rol in Herodotus’ verslag. Aan het begin van zijn werk, bijvoorbeeld, vertelt Herodotus over de schaking van de mooie Spartaanse koningin Helena door een koningszoon van Troje. Geschoffeerd door deze brutaliteit verzamelden de Grieken een vloot om tien jaar lang Troje te belegeren.
Via de Turkse overwinning in Gallipoli werd het verlies van Troje gewroken
Helena’s ontvoering is een mooi verzinsel, zeggen huidige historici, en velen van hen betwijfelen of de Trojaanse Oorlog wel heeft plaatsgevonden. Van een dergelijke aarzeling valt bij Herodotus niets te bespeuren. Sterker nog: volgens hem lag in de schaking en de daaropvolgende oorlog de wortel van het conflict tussen Grieken en Perzen in zijn tijd.
Want Troje, dat waarschijnlijk aan de westkust van het huidige Turkije lag, hoorde in Herodotus’ belevingswereld bij ‘Azië’, dat ongeveer samenviel met de invloedssfeer van de Perzen. Daartegenover stond ‘Europa’– ofwel Griekenland. De Trojaanse Oorlog was in dit denkschema de eerste grote botsing tussen Azië en Europa. En door Troje te brandschatten hadden de Grieken zich de eeuwige haat van de Perzen op de hals gehaald.
Vandaar dat Herodotus vertelt dat Xerxes op zijn tocht richting Griekenland een tussenstop maakte bij de vermeende resten van Troje. Daar bezocht hij de citadel van Priamus, die tijdens de grote oorlog koning was van de stad. Xerxes liet zich grondig informeren over de omgeving en bracht er een groot vee-offer.
Een kleine twee eeuwen later zou Alexander de Grote een expeditie ondernemen in de andere richting, om op zijn beurt Perzië te veroveren. Ook hij deed Troje aan, maar niet om eer te betonen aan Priamus. Hij bezocht het veronderstelde graf van de Griekse held Achilles, met wie hij zich als Macedonische Griek graag identificeerde.
De mythische oorlog tussen Grieken en Trojanen als bron van aanhoudende vijandigheid tussen Oost en West: dat idee zou eeuwenlang standhouden. In 1915 vochten geallieerden en Osmanen een maandenlange veldslag uit bij Gallipoli, vlak bij de veronderstelde locatie van het oude Troje. Het bloedvergieten eindigde in een nederlaag voor de geallieerden, waarop de Turkse militair Mustafa Kemal (de latere Atatürk) verklaarde dat de vernietiging van Troje eindelijke gewroken was.
Terug naar Herodotus: hij en zijn tijdgenoten beschouwden de oorlogen tussen Oost en West niet alleen als een machtspolitieke aangelegenheid, maar ook als onderdeel van een langdurige culturele botsing tussen Europa en Azië. Die twee regio’s verschilden namelijk wezenlijk van elkaar, aldus Herodotus, en het grootste verschil zat ’m in de politieke organisatie. Want in Griekenland waren de burgers vrij, terwijl in Azië sinds mensenheugenis tirannen aan de macht waren die hun onderdanen feitelijk behandelden als slaven.
Herodotus biedt zijn lezers sprekende anekdotes over het megalomane en grensoverschrijdende gedrag dat bij zo’n despoot hoort. Zo is er het verhaal over een voorval aan de Hellespont, de zee-engte die tegenwoordig het Aziatische en het Europese deel van Turkije scheidt. Om zijn leger aan de overkant te krijgen, laat Xerxes daar een brug bouwen. Kort nadat die af is, steekt een grote storm op die de verbinding geheel verwoest. Xerxes ontsteekt in woede en geeft opdracht de Hellespont te geselen met driehonderd zweepslagen en er boeien in te laten zinken. Herodotus heeft zelfs gehoord, zo schrijft hij, dat er brandijzers in het water werden gegooid om de zee voor altijd te merken.
Xerxes liet Pythius’ zoon doormidden snijden en de helften opstellen langs een weg
Gruwelijker is de vertelling over de zoon van Pythius, een Lydiër door wie Xerxes gastvrij wordt onthaald. De koning en Pythius lijken een goede band op te bouwen, maar dan vraagt de Lydiër om een gunst. Hij heeft vijf zonen, die allemaal met Xerxes zullen optrekken naar Griekenland. De oude man vraagt of er één bij hem mag blijven. Dat redelijk klinkende verzoek is te veel voor de koning, die ook nu razend wordt. Want hoe kan een eenvoudige onderdaan, een slaaf, om zo’n voorrecht vragen, terwijl de koning zelf zijn familie meevoert de oorlog in? Xerxes geeft opdracht Pythius’ oudste zoon doormidden te snijden en de twee helften op te stellen aan weerszijden van een weg, zodat het hele leger ertussendoor kan trekken.
De boodschap van dit verhaal zal duidelijk zijn geweest voor Herodotus’ Griekse publiek: zo’n tiran als Xerxes mocht in Europa nooit voet aan de grond krijgen, en het was zaak de vrijheid van de burgers van de Griekse stadstaten met hand en tand te verdedigen. Die vrijheid was van zo’n immens belang dat de Grieken bereid waren ervoor te sterven, aldus Herodotus.
Dat illustreert hij met een verhaal dat begint met twee Perzische boodschappers van Darius, die tijdens de eerste Perzische Oorlog naar Sparta werden gestuurd om overgave te eisen. De strijdbare Spartanen antwoordden door de twee dood te gooien in een put. Die daad van agressie moesten ze bezuren, want vervolgens kregen de Spartanen het ene na het andere slechte voorteken. Geen offer kon daar verandering in brengen.
Toen Xerxes zijn vader had opgevolgd, stuurden de Spartanen twee mannen naar hem toe om de zaak recht te zetten. De voorname Spartanen Sperthias en Bulis namen deze taak graag op zich, al wisten ze dat ze hun missie waarschijnlijk met de dood zouden moeten bekopen. Onderweg kwamen de twee een Pers tegen, die probeerde hen over te halen zich bij Xerxes aan te sluiten. Ze zouden goed behandeld worden, en als Xerxes zou winnen, mochten ze namens hem delen van Griekenland besturen. Maar de Spartanen weigerden, want, zo betoogden ze, onder Xerxes zouden ze niet echt vrij meer zijn. De Pers zou hun bezwaren nooit echt kunnen begrijpen, want hij was altijd een slaaf geweest van de koning. Maar de Spartanen die de ware vrijheid hadden gekend, zouden deze altijd verdedigen, tot de dood aan toe.
Het verschil tussen vrijheidslievende Europeanen en onderdrukte oosterlingen loopt als een rode draad door de Griekse beschrijvingen van de Perzische Oorlogen. De tragediedichter Aeschylus zette het zelfs stukken zwaarder aan dan Herodotus. In De Perzen laat hij Xerxes’ moeder Atossa vertwijfeld vragen wie toch de heerser is over die vreemde Atheners. Niemand, antwoordt het koor: de Atheners zijn geen bedienden. Het is moeilijk te vatten voor de Perzen, die gewend zijn aan een hardvochtige despoot.
Hier is sprake van wat we nu een clash of civilizations zouden noemen, naar Samuel Huntingtons theorie dat wereldwijde conflicten zouden worden gestuurd door fundamentele culturele verschillen (zie kader ‘Actueel’). Tussen Huntington en Herodotus ligt tweeënhalf millennium, maar de twee delen een overtuiging dat tussen West en Oost een kloof gaapt.
De kloof tussen Oost en West was voor Herodotus op zich geen probleem, zolang iedereen militair maar op zijn eigen terrein bleef: de Grieken in Europa en de Perzen in Azië. Maar in hun veroveringsdrang hielden de Perzische koningen zich niet aan de ‘natuurlijke’ grenzen.
Herodotus laat de ellende voor de Grieken beginnen met een conversatie tussen Darius en zijn ambitieuze vrouw Atossa: de koning moet zijn onderdanen duidelijk maken dat hij een echte man is, zegt Atossa, en daarom is het tijd om nieuw grondgebied aan het rijk toe te voegen. Ze raadt hem Griekenland aan, want ze zou graag Griekse vrouwen als bedienden hebben.
Darius stemt toe, maar zoals bekend zal zijn poging mislukken. Als Xerxes zijn nieuwe expeditie waagt, neemt hij een gigantisch leger mee, in de hoop daarmee de Grieken wel onder de voet te lopen. Herodotus spreekt met bizarre precisie over in totaal 2.641.610 mannen: uit Azië, en ook uit Griekse gebieden die de strijd met Xerxes niet aandurfden. Dat aantal is onwaarschijnlijk hoog, maar mogelijk bracht de koning wel honderdduizenden op de been.
Herodotus benadrukt hoezeer Xerxes vertrouwt op de tactiek van de grote getallen, waartegen de verdeelde Grieken geen weerstand zouden kunnen bieden – vooral niet omdat er geen grote leider was om hen in het gareel te houden.
Maar Xerxes’ oom Artabanus waarschuwt al dat de omvang van het leger ook problemen kan opleveren. Er zijn zoveel schepen dat geen haven groot genoeg is om de vloot een veilig heenkomen te bieden in geval van storm. Daardoor zullen de zeelieden een speelbal worden van het lot. En het landleger is van zo’n onvoorstelbare grootte dat tijdens de expeditie constant hongersnood zal dreigen.
Hier klinkt de stem van de rede, en in de Historiën waarschuwt Artabanus zijn neef vaker voor de risico’s die kleven aan de veroveringstocht. Opmerkelijk genoeg neemt Xerxes de moeite naar zijn oom te luisteren. Want in het werk van Herodotus is Xerxes niet alléén de eendimensionale tiran die rücksichtslos een oorlog begint, ongevoelig voor het leed dat hij veroorzaakt. Voordat hij besluit Griekenland te veroveren, aarzelt hij zelfs volop, en heeft hij indringend overleg met de kritische Artabanus, die hem bijna lijkt over te halen thuis te blijven.
Kort voor de oversteek van de Hellespont laat Herodotus opnieuw Xerxes’ menselijke kant zien. Vanaf een heuvel kijkt de koning neer op zijn verzamelde manschappen en huilt, aangedaan door het besef dat het leven van de massa onder hem kort zal zijn.
De Xerxes die Herodotus beschrijft kan zelfs ruimhartig zijn. Dat leren Sperthias en Bulis, de twee Spartanen die naar de koning zijn gestuurd om boete te doen voor twee vermoorde Perzische boodschappers. Xerxes besluit hen in leven te laten en de Spartanen hun morele schuld kwijt te schelden.
Dat Herodotus ook deze kant van de koning belicht, kenmerkt zijn open blik. Een groot deel van zijn werk gaat op aan beschrijvingen van zeden en gewoonten van de vreemde Aziaten, naar wie hij oprecht nieuwsgierig was.
Maar uiteindelijk houdt Herodotus vast aan de verhaallijn van de overmoedige Xerxes, die te weinig oog heeft voor de veerkracht van de Grieken, die ten koste van alles hun eigen belangen verdedigen. Omdat zij uit vrije keuze vechten – en niet uit angst voor een despoot – zijn bijvoorbeeld driehonderd Spartanen (de 300 uit de film aan het begin van dit verhaal) bereid hun leven te geven bij de bergpas Thermopylae. Ze weten dat hun zaak hopeloos is, maar dankzij hun strijdlust richten ze grote verliezen aan in Xerxes’ leger.
De Perzen boeken een paar overwinningen, zoals de inname van Athene. Maar uiteindelijk slagen de Grieken er samen in de getalsmatige overmacht van de Perzen te weerstaan en hun vrijheid te behouden. Voor Xerxes rest een vernederende aftocht en voor de Grieken trotse verhalen over hun strijd tegen het ‘Aziatische’ gevaar, die 2500 jaar later nog doorklinken.
Meer lezen
Een goede inleiding op het werk van Herodotus is de Cambridge Companion to Herodotus (2006), waarin ook de verhouding tussen de schrijver en de Perzen aan de orde komt. Een paar jaar eerder verscheen Brills Companion to Herodotus (2002).
De Historiën hebben talloze auteurs beïnvloed en een recent voorbeeld is de Poolse journalist Ryszard Kapuściński. In Travels with Herodotus laat Kapuściński zien hoe de oude Griek een leidraad was tijdens zijn reportages.
De film 300 (2006) en het vervolg 300. Rise of an Empire (2014) zijn verkrijgbaar op dvd.
Ga naar onze themapagina over de oude Grieken voor een tijdlijn met de grote gebeurtenissen uit Historiën en een interactieve kaart met de steden uit Historiën.