Home Heksenjacht

Heksenjacht

  • Gepubliceerd op: 5 april 2018
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Mirjam Janssen
Heksenjacht

In 1615 beschuldigde een boze buurvrouw Katharina Kepler van hekserij en al snel volgden meer aanklachten. Iedereen liet de oude vrouw in de steek. Behalve haar zoon, de beroemde astronoom en wiskundige Johannes Kepler.

Veertien maanden had Katharina Kepler met een ijzeren ketting aan de grond vastgeketend gezeten. Nu stond ze voor de beul. Vierenzeventig jaar oud, klein van stuk, witharig en tandeloos – in de gevangenis hadden de bewakers haar af en toe een bot mes geleend, zodat ze haar brood in stukjes kon snijden en naar binnen kon sabbelen.

De beul toonde haar een voor een zijn werktuigen en beschreef wat hij ermee kon doen, welk effect ze hadden op verschillende lichaamsdelen. Hij kon haar ook vastbinden aan een wiel en haar ledematen langzaam uit elkaar trekken. Velen die haar voorgingen waren al gebroken onder zijn handen. Aan Katharina de keus: ging ze praten en gaf ze eindelijk toe dat ze een heks was? Of moest hij haar eerst te grazen nemen?
 

Tekst loopt door onder afbeelding.

De beul probeert Kathrina Kepler bang te maken, zodat ze haar hekserij bekent. Houtsnede uit 1880.

Sinds 1615 – op dat moment zes jaar geleden – hadden Katharina en haar zoon Johannes alles in het werk gesteld om te voorkomen dat ze zo zou eindigen. Maar tevergeefs. Katharina was geen aardige vrouw, misschien lag het daaraan. Ze toonde nooit emoties, keek mensen niet aan als ze met hen sprak, maar had wel de neiging zich overal mee te bemoeien. Soms liep ze zomaar bij haar buren binnen. Bovendien was ze oud en onaantrekkelijk, zoals haar zoon Johannes zelf ook schreef. Hij kon zich de afkeer van anderen voorstellen.

Katharina woonde in Leonberg, een plaats in het Duitse hertogdom Württemberg. Het bestaan was er schraal en hard. De bewoners waren van elkaar afhankelijk, bijvoorbeeld bij het binnenhalen van de oogst. Tegelijkertijd heerste er wantrouwen, over iedereen die afweek werd kwaadgesproken.

Vier kinderen had Katharina er grotendeels alleen opgevoed, omdat haar man er steeds vandoor ging. Toen de jongsten nog klein waren overleed hij.
Naast haar werk op het land verdiepte Katharina zich in natuurgeneeswijzen. Ze was beslist niet de enige; ook de geleerden van haar tijd zochten naar manieren om de natuur te ontrafelen en te profiteren van de kennis die God er als het ware in had verstopt. 
 

Zeven executies

Juist toen Katharina’s leven wat minder zwaar leek te worden – drie van haar vier kinderen waren goed terechtgekomen – volgde de beschuldiging. Hij kwam van Ursula Reinbold, de vrouw van de plaatselijke glaszetter. Ursula had gezondheidsproblemen en was ervan overtuigd dat een drankje dat Katharina haar had gegeven de oorzaak was.

Hoewel veel autoriteiten en theologen verklaarden dat hekserij niet bestond, vond Ursula een luisterend oor bij de gouverneur van het hertogdom, Lukas Einhorn. Hij had de functie nog niet zo lang en moest laten zien dat hij de veiligheid kon garanderen. Onder zijn leiding werden in de regio zeven vrouwen wegens hekserij geëxecuteerd.
 

Katharina wil van de schedel van haar vader een drinkbeker maken

De oudste zoon van Katharina, Johannes Kepler, vernam pas na enige tijd via een brief van de aanklacht, omdat hij verbleef in het Oostenrijkse Linz. Als internationaal vermaard astronoom en wiskundige was hij de succesvolste van het gezin. Johannes was een diepreligieuze man, die zijn christelijke overtuiging probeerde te combineren met de nieuwste wetenschappelijke inzichten. Hij was luthers, net als zijn moeder, en geloofde niet in hekserij.
 

Tekst loopt door onder afbeelding.

Johannes Kepler

Twee andere kinderen van Katharina woonden dichterbij en hadden inmiddels de tegenaanval ingezet. Ze begonnen Ursula zwart te maken bij de autoriteiten: ze was een hoer en een leugenares. Maar de gouverneur liet zich niet zomaar van de zaak af praten. Een andere familie beweerde immers dat Katharina hun dochter een verlamde arm had bezorgd.

Een complicerende factor was bovendien dat haar tweede zoon Heinrich Katharina zelf een heks had genoemd. Heinrich was het zwarte schaap van de familie, een onaangepaste huursoldaat die eind 1614 thuis was gekomen van het zoveelste front. Hij vond dat zijn moeder niet goed voor hem zorgde en schold haar uit. Heinrich was een hork, maar de dorpsgenoten zagen er toch bewijs in. Zoiets riep je toch niet zomaar over je moeder? Helaas stierf Heinrich voordat hij zijn woorden kon herroepen.
 

Seks met de duivel

In heel Europa, maar vooral in het Heilige Roomse Rijk, werden in de zestiende en zeventiende eeuw tienduizenden mensen wegens hekserij vervolgd en gedood. Driekwart van de slachtoffers bestond uit vrouwen. Een proces wegens hekserij was altijd gevaarlijk. Om bewijzen te verkrijgen werden verdachten vaak gemarteld en dan bekenden ze de vreselijkste zaken, zoals seks met de duivel. Voor familieleden was zo’n beschuldiging niet alleen een schande, maar ook bedreigend, omdat nogal eens werd aangenomen dat tovenarij erfelijk was.

Daarom was er de kinderen van Katharina veel aan gelegen haar uit de klauwen van Einhorn te houden. Johannes schreef brieven om haar zaak te bepleiten. Tegelijk hield hij enige afstand van zijn moeder, want hij wilde niet met haar worden geassocieerd. Dat kon zijn wetenschappelijke carrière schaden. Ondertussen logeerde ze wel bij hem in Linz.
 

Tekst loopt door onder afbeelding.

Rond 1600 worden in heel Europa op grote schaal vermeende heksen gedood.

Maar Einhorn liet zich niet tegenhouden, al was het maar omdat Ursula Reinbold en haar familie bleven stoken. Er kwam een onderzoekscommissie, die een rapport van maar liefst 280 pagina’s opstelde over Katharina’s gedrag. In 1619 volgde een bijeenkomst, waarbij 21 getuigen aan het woord kwamen. Sommigen waren positief over haar, anderen herinnerden zich verdachte zaken.

Zo waren een varken en een paard ziek geworden na contact met Katharina. Maar het gekste verhaal was dat ze de doodgraver om de schedel van haar overleden vader had verzocht, omdat ze er een beker van wilde maken. Helaas voor de verdediging was dat nog waar ook. Het hielp al evenmin dat Katharina een poging had gedaan Einhorn om te kopen met een zilveren beker.

Stemmingmakerij

Toen de autoriteiten alles op een rij hadden gezet, gebeurde wat de kinderen Kepler al die tijd hadden gevreesd: in 1620 werd Katharina opgesloten in afwachting van een officieel proces. Haar dochter en jongste zoon konden er niet meer tegen en distantieerden zich van haar.

Tekst loopt door onder afbeelding.

Martelkamers zijn ingericht om te intimideren.

Katharina had nu alleen Johannes nog. Alles hing van hem af, en dat wist hij. Hij liet zijn werk voor wat het was en verhuisde naar Württemberg om zijn moeder bij te staan. Hij zocht haar vaak op in de gevangenis om stap voor stap alle beschuldigingen door te nemen.
 
Op 20 augustus 1621 verscheen Katharina samen met haar zoon voor de rechtbank. Daar bleek dat de aanklagers niet twijfelden aan haar schuld. Wat hen betreft volgde nu een nieuwe fase: marteling om eindelijk een schuldbekentenis te verkrijgen. Johannes kreeg een paar dagen om zijn laatste pleidooi voor te bereiden. Eén fout en zijn hoogbejaarde moeder kwam in handen van de beul.
 

‘Ik zal nooit bekennen. Ik zou niet weten waaraan ik schuldig ben’

Kepler hield een betoog dat zijn achtergrond als wetenschapper verraadde. Systematisch liep hij alle beschuldigingen langs. Hij legde uit dat Katharina’s poging Einhorn om te kopen nog geen bewijs was van hekserij. En hij verklaarde dat Ursula – volgens hem een onbetrouwbare, onvruchtbare vrouw – had geprofiteerd van de angstige sfeer na eerdere heksenjachten.

Ze had stemming gemaakt tegen Katharina, een keurige christelijke moeder. Ursula was volgens hem tegen geslachtsziekten behandeld met kwikzilver, dat het brein aantastte. De spreuken die Katharina zou hebben uitgesproken waren niets anders dan gebeden voor zieken. Ten slotte wees hij erop dat bekentenissen die door marteling werden verkregen niet betrouwbaar waren.
 

Tekst loopt door onder afbeelding.

Na marteling hebben drie vrouwen hun hekserij bekend. Engelse houtsnede uit 1589.


De pleidooien van de aanklagers en Kepler werden naar de universiteit van Tübingen gestuurd, waar zes hoogleraren zich over de kwestie bogen. Na twee weken kwamen ze tot een uitspraak: er was inderdaad onvoldoende bewijs voor hekserij en marteling was niet gerechtvaardigd. Wel moest Katharina heel erg bang worden gemaakt om zo de waarheid uit haar te krijgen.
 

Woedend

En dus stond Katharina op 28 september 1621 voor de beul. Maar hoezeer die ook dreigde, ze brak niet. Toen ze vanuit haar cel naar hem toe werd geleid had ze al geroepen: ‘Ik zal nooit bekennen, al trekken jullie elke ader uit mijn lichaam. Ik zou niet weten waaraan ik schuldig ben.’ Misschien wist ze dat de beul een show opvoerde, misschien ook niet. In elk geval kreeg hij geen grip op haar.

Zes dagen later werd ze vrijgelaten. Gouverneur Einhorn was woedend; dit was slecht voor zijn reputatie. Hij legde zich niet neer bij de uitkomst van het proces. Maar tot een nieuw juridisch gevecht zou het niet meer komen, Katharina overleed korte tijd later.

Mirjam Janssen is historicus en journalist.

Meer weten:
‘Witch Trials’ (2018) artikel van Peter T. Leeson en Jacob W. Russ in The Economic Journal.
The Astronomer & the Witch (2015) door Ulinka Rublack.
Witches and Witch-Hunts (2004) door Wolfgang Behringer.
 

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2018