Home Hegemoniale macht

Hegemoniale macht

  • Gepubliceerd op: 24 april 2003
  • Laatste update 02 mei 2023
  • Auteur:
    Maarten van Rossem
  • 3 minuten leestijd

De Amerikaanse strafexpeditie tegen Irak, ondernomen zonder goedkeuring van de Veiligheidsraad, heeft wereldwijde verontwaardiging veroorzaakt. Volgens velen ondermijnt het optreden van de huidige Amerikaanse regering de internationale rechtsorde die sinds de Tweede Wereldoorlog met zoveel moeite is opgebouwd, nota bene met actieve medewerking van de Verenigde Staten.

Juist de Verenigde Staten, die het initiatief namen voor zowel de Volkenbond als de Verenigde Naties, zouden moeten beseffen dat een betere wereld slechts tot stand kan komen door verdere intensivering van de internationale samenwerking. Hoe achtenswaardig deze verontwaardiging over het Amerikaanse unilateralisme ook moge zijn, gezien vanuit een wat ruimer historisch perspectief zou het ronduit verbazingwekkend zijn als de Verenigde Staten hun enorme macht niet zouden gebruiken om de wereld naar eigen inzicht in te richten.

John J. Mearsheimer stelt in The tragedy of great power politics dat alle grote mogendheden streven naar maximalisering van hun macht. Hoe meer macht, hoe groter de veiligheid van een mogendheid. Dat komt doordat het internationale statensysteem geen centrale autoriteit kent en staten nooit zeker kunnen zijn van de intenties van andere staten. Alle staten zijn uiteindelijk kwetsbaar en alleen. De meest ideale situatie voor een grote mogendheid is de hegemonie in het internationale systeem. De hegemoniale mogendheid heeft zo veel macht dat geen enkele andere mogendheid er een oorlog tegen kan voeren met een redelijke kans op succes.

Sedert het eind van de Koude Oorlog zijn de Verenigde Staten de hegemoniale mogendheid. Hun grootste zorg is vanzelfsprekend dat zo lang mogelijk te blijven. Al direct na de implosie van de Sovjet-Unie hebben de Amerikanen daarom besloten hun buitenlandse politiek er primair op te richten de opkomst van mogelijke concurrenten te blokkeren. Hoewel het internationale terrorisme en de zogenoemde boevenstaten geen wezenlijke bedreiging vormen voor de hegemoniale positie van de Verenigde Staten, kunnen zij wel veel irritante narigheid veroorzaken. Aangezien de Verenigde Staten sinds het wegvallen van de Sovjet-Unie als blokkerende macht veel meer speelruimte hebben in het internationale systeem, interveniëren zij frequenter tegen allerlei plaatselijke onruststokers dan tijdens de Koude Oorlog. Deze onruststokers zijn geen partij voor de Verenigde Staten, die bij deze interventies dan ook geen enkel risico lopen. We zouden het Amerikaanse optreden tegen landen als Irak, Servië, Afghanistan of Somalië daarom het beste kunnen zien als een moderne vorm van gunboat diplomacy.

Omdat de Amerikanen het vanouds prettig vinden hun buitenlandse politiek te hullen in een moralistische jas, worden ook nu de machtspolitieke preoccupaties van de hegemoniale macht verpakt in fraaie retoriek over bevrijding en democratisering. Het gevaar dat de hegemoniale mogendheid haast onvermijdelijk bedreigt, is dat de andere landen hun krachten zullen bundelen om de buitensporige macht van de mogendheid teniet te doen. Hoe weinig diplomatiek de Amerikanen ook tewerk gaan, zo’n antihegemoniale coalitie lijkt voorlopig niet veel kans van slagen te hebben. Het zal nog wel enkele decennia duren voordat bijvoorbeeld China de Verenigde Staten concurrentie aan kan doen. Tegen die tijd is schrijver dezes gelukkig dood.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.