Home Flirtgedrag in het kamp

Flirtgedrag in het kamp

  • Gepubliceerd op: 21 januari 2008
  • Laatste update 02 mei 2023
  • Auteur:
    Hans Renders
  • 6 minuten leestijd

Er ging een schok door Nederland toen Ischa Meijer in 1995 overleed. Hij verkeerde op het toppunt van zijn roem. Jarenlang was hij wekelijks op de radio te horen geweest als interviewer, en zijn geschreven interviews voor Vrij Nederland gingen door voor legendarisch. Maar zoals altijd kwam de echte roem pas met de televisie. Een commerciële televisiezender gaf hem een dagelijks interviewprogramma.

Ischa bruuskeerde zijn interviewpartners tot openheid en wist zelf met openheid te bruuskeren, bijvoorbeeld door een boek te publiceren over zijn jarenlange hoerenbezoek. Geboren in 1943 wilde hij in elk interview over de oorlog en de Jodenvervolging spreken. Eind jaren tachtig stond hij met zijn theatervoorstelling Der sympathische Jude in Berlijn op het toneel. Het werd een publieke mislukking, maar een persoonlijke overwinning.

Evelien Gans is bezig met een dubbelbiografie van Ischa en van zijn vader Jaap Meijer (1912-1993). Aan de hand van hun levens, zo schrijft ze in het voorwoord, kan de geschiedenis van de Joden in Nederland worden geschreven. Die geschiedenis bleek te veel voor één boek, dus worden het er twee, waarvan het eerste deel over Jaap Meijer gaat.



Flirtgedrag

Gans beschrijft hoe Jaap Meijer zijn jeugd doorbracht in Winschoten. Dat blijkt een zeer Joodse jeugd te zijn geweest, met wortels in een ver verleden. De biograaf schrikt er niet voor terug om de geschiedenis te beschrijven van de Joden in het noorden voor en na de Emancipatie van de Joden in 1796.

Jaap Meijer vertrok in 1926 naar Amsterdam, naar het Nederlandsch Israëlietisch Seminarium. Hij was vroom, zionistisch en wereldvreemd. ‘Tot mijn vijftiende jaar meende ik dat in Amsterdam alleen maar Joden woonden.’ Toch was Amsterdam geen warm bad voor de jonge Meijer. Hij was en bleef een jongen uit de provincie – eenzaam en arm. Het werd zo geregeld dat hij elke dag bij een ander Joods gezin ging avondeten voordat hij naar zijn kleine huurkamertje ging. Jaap werd een Tag-esser of, zoals ze het in de hoofdstad noemden, een ‘menseneter’. De menseneter werd nu eens gastvrij ontvangen, dan weer gedoogd. Als hij pech had, at hij elke dag hetzelfde.

Jaap Meijer ging geschiedenis studeren, was actief in allerlei Joodse organisaties en leerde Liesje Voet kennen. De twee geliefden trouwden in juni 1940. Tijdens de bezetting hield Jaap zich in leven als bakker en leraar. Ondertussen werkte hij aan zijn dissertatie over de Joodse dichter Isaac da Costa en publiceerde hij een stroom aan artikelen in het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Naar Engeland vluchten mislukte, onderduiken wilde hij niet.

Op 14 februari 1943 werd Ischa geboren. Als leraar van het Joods Lyceum had Jaap een Sperre, een document dat tijdelijke vrijstelling van deportatie verschafte. Hij voelde zich veilig. Dat was naïef; in juli 1943 werd het gezin opgepakt en naar Westerbork overgebracht.

Gans heeft haar biografie aangegrepen om een studie van het leven in de kampen te schrijven. Dat heeft ze degelijk en invoelend gedaan. Maar de passages over Jaap, Liesje en Ischa zijn toch het meest boeiend. Bij alle gruwelijkheden die Gans over de kampen vertelt, is het zeker zo aangrijpend te lezen dat Liesje later tegenover haar kinderen heeft verzwegen dat ze korte tijd tegelijk met haar vader in Westerbork heeft gezeten.

Gans vertelt uitgebreid over de heftig beleefde seksualiteit in Westerbork. Ze geeft staaltjes van overspel en flirtgedrag, maar eindigt met de droge vaststelling dat over eventuele losbandigheid van Jaap Meijer in het kamp ‘niets bekend’ is. Wel bekend is dat Jaap, Liesje en Ischa (een jaar en een dag oud) op 15 februari 1944 op transport werden gesteld naar Bergen-Belsen. Via het dagboek van een andere gevangene in Bergen-Belsen, Louis Tas, kan Gans vrij gedetailleerd over het gezin Meijer vertellen. Het kamp was voor iedereen verschrikkelijk, maar er een kind grootbrengen was helemaal gruwelijk. Jona Oberski heeft in zijn beroemde boek Kinderjaren (1978) beschreven hoe jonge kinderen in het kamp zo hun eigen initiatierite hadden: een donkere barak binnengaan die volgestapeld ligt met lijken.

Toen het gezin na veertien maanden met de zogenoemde ‘dodentrein’ het kamp verliet, was ook Abel Herzberg een van de 2500 inzittenden, waarvan een kwart de reis niet overleefde. Uiteindelijk kwam de rest terecht in Tröbitz, ‘bevrijd door de barbaren’. Met name de vrouwen voelden ten opzichte van hun bevrijders (Russen) net zoveel weerzin als tegen de Duitsers. Ze werden aan de lopende band verkracht.

 

Hersenvliesontsteking

Redden wat er te redden viel van het Nederlandse Jodendom, dat was de missie die Jaap Meijer na de bevrijding voelde. Ischa werd vergeten. Een vriendin ging Jaap eens opzoeken en trof daar de kleine Ischa aan, zittend in een erker terwijl hij zo nu en dan een Duitse kreet uitstootte. Liesje werd in 1945 door familie uitgenodigd een paar maanden in New York te komen logeren. Ischa mocht mee. Daar werd hij getroffen door een hersenvliesontsteking die hem de zo kenmerkende scheve mond bezorgde.

Jaap Meijer werd archivaris van de Portugees-Israëlitische Synagoge. Hij publiceerde de ene bronneneditie na de andere en schreef boeken als Het verdwenen ghetto (1948), met wandelingen door de Jodenbuurt van Amsterdam. Maar voor het echt grote werk deinsde hij terug. De Encyclopaedia Sefardica Neerlandica gaf hij op na de F. Een aanbod van Loe de Jong om hét boek over Jodenvervolging te schrijven nam hij wel aan, maar als ‘iets erbij’. Uiteindelijk ging de opdracht naar Jacques Presser, die er zijn klassieker Ondergang van maakte.

Het gezin Meijer – ondertussen waren er drie kinderen – vertrok in 1953 naar Suriname. Waarom? Jaap vertelde dat hij bang was voor de gevolgen van de Koude Oorlog. Waarschijnlijker is dat hij verwikkeld is geraakt in een controverse over de leiding van het Nieuw Israëlitisch Weekblad. Maar er was ook een andere reden. Jaap voelde zich verheven boven de wet en, zo wordt door Gans omfloerst beschreven, gapte boeken en zeldzame documenten uit de Joodse bibliotheek Ets Haim, de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam en het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.

Deze biografie is boeiend als hij over het gezin Meijer gaat. Maar de tientallen pagina’s over de algemene Joodse geschiedenis hebben een vervreemdend effect. Jaap Meijer is niet zo prototypisch dat via zijn leven het hele Jodendom beschreven kan worden, en bovendien is de geschiedenis van de Nederlandse Joden al geschreven. Als historie van het Jodendom in Nederland is het eerste deel van dit dubbelportret dan ook overbodig. Wel heeft Gans op indrukwekkende wijze het dagelijks leven in het concentratiekamp beschreven. Uit deel twee zal moeten blijken of we Jaap Meijer beter gaan begrijpen door het levensverhaal van Ischa, en omgekeerd.



Hans Renders is hoogleraar geschiedenis en theorie van de biografie aan het Biografie Instituut van de Rijksuniversiteit Groningen.



Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.