Home Film: ‘Adolf Hitler was een geweldige kerel’

Film: ‘Adolf Hitler was een geweldige kerel’

  • Gepubliceerd op: 27 april 2011
  • Laatste update 28 mrt 2023
  • Auteur:
    Jos van der Burg
  • 4 minuten leestijd

‘Waarom die onmensen aan het woord laten?’ Armando en Hans Sleutelaar kregen in 1967 een storm van kritiek over zich heen over hun boek De ss’ers. Nederlandse vrijwilligers in de Tweede Wereldoorlog. Daarin spraken acht Nederlandse Waffen-SS’ers vrijuit over de redenen van hun aanmelding bij het paramilitaire elitekorps. Ook blikten zij terug op de ervaringen aan het front.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De auteurs zagen de bui al hangen; daarom benadrukten ze in het voorwoord het belang van hun boek: ‘Hoe het de mensen van het verzet in en na de oorlog is vergaan, is algemeen bekend. Over de levens van de onmensen die hun bitterste vijanden waren, weet men niets. Geen geschiedschrijver heeft het na de oorlog nodig geoordeeld een ss’er op te roepen als historische getuige.’

Op het aan het woord laten van NSB’ers en ss’ers rustte lange tijd een taboe. Zij waren fout geweest en behoorden de rest van hun leven te zwijgen. In het jaar dat Sleutelaar en Armando hun boek publiceerden, adviseerde Loe de Jong de VPRO om de documentaire Portret van Anton Adriaan Mussert van Paul Verhoeven niet uit te zenden.

De film liet ex-NSB’ers aan het woord over Mussert zonder na iedere zin uit te roepen dat de NSB-leider het ultieme kwaad was. De Jong was bang dat de film daardoor antisemitisme zou aanwakkeren. Het zegt veel over zijn enorme gezag in die tijd dat de VPRO de documentaire niet uitzond. Een jaar later deed de omroep dat overigens alsnog.

Ruim veertig jaar later is er veel veranderd. Over de motieven van NSB’ers en ss’ers, onder wie 22.000 Waffen-ss’ers, is dankzij publicaties als Fout. Getuigenissen van NSB’ers (1992) van Johannes Houwink ten Cate en Nanno In ’t Veld en Voor Führer, volk en vaderland (2002) van Sytze van der Zee veel meer bekend. Joost Seelens documentaire Zwarte soldaten. Nederlanders in de Waffen-ss zal de publieke opinie naar verwachting dan ook niet schokken.

Dat maakt de film niet minder indringend. Hij laat zes mannen – allen uiteraard ver in de tachtig – aan het woord over hun verleden in de Waffen-ss. Aan bod komen hun uiteenlopende motieven om zich aan te melden voor Hitlers keurtroepen: zucht naar avontuur (‘Ik wou wat beleven’), persoonsverheerlijking (‘Adolf Hitler was een geweldige kerel’), racisme (‘De Germaanse leer trok mij geweldig aan’), sociale wrok (‘dat je werk moest doen dat je niet graag deed’), Jodenhaat (‘Ja, ik heb een hekel aan Joden’) en het verlangen naar een grootse collectieve ervaring (‘die fantastische kameraadschap’).

Voor wie bij de Waffen-ss was gegaan, was er geen weg terug. De man die zich als 18-jarige aanmeldde, wilde tijdens zijn opleiding al terug naar huis, maar eenmaal getekend bleef getekend: ‘Dom, dom, dom. Ik ben er zo ingetuind.’ Dat gold niet voor de ss’er die zich aanmeldde uit bewondering voor Hitler. Nog steeds praat hij met ontzag over hem: ‘In Duitsland was het perfect.’ Jodenvernietiging? ‘Ik zeg maar zo: weg is weg. En laat ze niet meer terugkomen, want je krijgt er alleen maar last van.’

Een ander windt zich erover op dat hij na de oorlog als landverrader werd gezien: ‘Wat heb ik eigenlijk verraden? West-Europa is vrij van het communisme gebleven dankzij ons.’ Het gebrek aan kritische zelfreflectie en historische kennis is het stuitendst in de getuigenissen. Zo vertelt een van de mannen dat het in Dachau wel meeviel. Hij weet het zeker, want een ‘kameraad’ had gezien dat de gevangenen het beter hadden dan de mensen buiten het kamp.

Over hun ervaringen aan het front zijn de mannen minder spraakzaam. Het blijft bij algemene constateringen, zoals: ‘Je zit ertussenin; je moet mensen kapotschieten.’ Bij de cryptische opmerking ‘Effe dat dorp overeind zetten en dan schieten maar’ kan de kijker zijn eigen gruwelfantasie aan het werk zetten.

Er is maar één man die de confrontatie aangaat met het verleden, met de Holocaust als ‘grootste misdaad aller tijden’: ‘Ik heb eraan meegeholpen. Niet dat ik het wist, maar ik had het moeten weten.’ Dat vijf van de zes mannen nog steeds niet erkennen dat ze een verkeerde keuze hebben gemaakt, illustreert het grenzeloze menselijke vermogen om zichzelf bij meedogenloos pijnlijke waarheden een rad voor ogen te draaien.

Zwarte soldaten. Nederlanders in de Waffen-SS

2 mei. Nederland 2, 22.50 uur