Home Europees besef

Europees besef

  • Gepubliceerd op: 18 juni 2009
  • Laatste update 29 mrt 2023
  • Auteur:
    Maarten van Rossem
  • 3 minuten leestijd

Dat het met de politieke eenwording van Europa op afzienbare termijn niets zal worden is tegenwoordig een algemeen geaccepteerde opvatting. De oorzaken van dit sombere, wellicht voor sommigen juist opgewekt stemmende toekomstperspectief zijn de afwezigheid van een gemeenschappelijke taal, maar vooral de afwezigheid van een gemeenschappelijke identiteit, een Europees besef.

Hoewel dat niet ontkend kan worden, is het maar de vraag of het ontbreken van deze twee zaken politieke eenwording inderdaad onmogelijk maakt. De afwezigheid van een gemeenschappelijke taal kan worden gecompenseerd door de ontwikkeling van een algemene tweetaligheid, waarbij alle Europeanen dezelfde tweede taal spreken. Een dergelijke ontwikkeling is al jaren gaande: vrijwel alle jonge Europeanen spreken Engels, zij het soms gebrekkig.

Een besef van Europese identiteit moge afwezig zijn bij de modale Europese burger, het is wel aanwezig bij een zakelijke en ambtelijke elite. En er is nog de Europese cultuur, waarover ik het nog niet heb gehad. Een gemeenschappelijke Europese cultuur is er wel degelijk. Wie dat niet wil geloven, adviseer ik eens een groot museum in een Europese hoofdstad binnen te lopen. Laat ik het Kunsthistorisch Museum in Wenen als willekeurig voorbeeld nemen.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

De collectie van dat museum is in zo’n drie eeuwen bijeengebracht door de Habsburgers en omvat werk van Rafael, van Titiaan, van Van Eyck, van Brueghel, van Rembrandt, van Velazquez, van de Kampense kluizenaar Avercamp, van Vermeer, van Bellotto en nog tientallen anderen, uit alle windstreken van Europa. Tussen veel van die kunstenaars bestonden een web van contacten en wederzijdse invloed.

En er is natuurlijk ook een gemeenschappelijke Europese geschiedenis. Renaissance, Reformatie, Contrareformatie, Verlichting, Franse Revolutie, Napoleontische bezetting, de eenwording van Duitsland, de Eerste en ten slotte de Tweede Wereldoorlog – het zijn allemaal gebeurtenissen waar heel Europa mee te maken heeft gehad. Wellicht zou ons onderwijs aan die gemeenschappelijke Europese cultuur en geschiedenis eens wat meer aandacht moeten geven.

Welbeschouwd staat het er op dit moment met de Europese eenwording net zo voor als met de nationale eenwording bij de aanvang van het proces van natievorming in de negentiende eeuw. Het was de elite die een zeker nationaal besef had, die dat proces op gang bracht. Had het aan de modale bewoner van bijvoorbeeld Nederland gelegen, dan waren zij tevreden voortgesudderd met hun regionale cultuur en dialect. Als Nederland toen al een democratie zou zijn geweest, dan was er fel verzet geboden tegen natievorming.

Met Europa is het al niet anders. Langs democratische weg zal nooit een federaal Europa ontstaan; de gewone burger van Europa leeft kortzichtig in een kleine wereld. De Europese eenwording moet daarom zoveel mogelijk een eliteproject blijven, dat buiten de reguliere democratische besluitvorming wordt gehouden. Per referendum zal deze grootse en noodzakelijke onderneming met zekerheid mislukken.