Home Dossiers Invloedrijke vrouwen Etta Palm: revolutionaire tussen twee vuren

Etta Palm: revolutionaire tussen twee vuren

  • Gepubliceerd op: 2 januari 2024
  • Laatste update 03 jan 2024
  • Auteur:
    Alies Pegtel
  • 12 minuten leestijd
Patriottische vrouwen discussiëren in een kerk. Prent door Chérieux, 1793.
Cover van
Dossier Invloedrijke vrouwen Bekijk dossier

Waarom nu?

De nieuwe Tweede Kamer telt 60 vrouwelijke parlementariërs; zo’n 40 procent van het totaal, net als in 2021. Daarvoor lag het aantal rond de 30 procent.

In de beginjaren van de Franse Revolutie woonde de Nederlandse Etta Palm in Parijs, waar ze volop deelnam aan politieke discussies. Ze toonde zich een fervent feministe en vond dat het volk meer macht moest krijgen. Ook probeerde ze te bemiddelen tussen de Republiek en de nieuwe Franse bestuurders.

In 1790 schreef de 47-jarige Groningse Etta Palm, die al jaren in Parijs woonde, in het Frans een vurig pleidooi voor de onafhankelijkheid van vrouwen. In haar ‘verdediging van mijn sekse’ eist ze gelijke rechten voor vrouwen. ‘Ons leven, onze vrijheid, ons bezit, niets behoort ons toe!’ De wetgeving gaf mannen alle macht, maar: ‘De rechtvaardigheid vraagt dat de wetten gemeenschappelijk zijn voor alle wezens, evenals de lucht en de zon.’

Mannen waren van nature weliswaar lichamelijk sterker, erkende ze, maar moreel en intellectueel waren vrouwen hun gelijken. Die konden hun begaafdheden alleen niet ontwikkelen omdat ze geen onderwijs kregen. Palm riep mannen op de wetten van de patriarchale samenleving te veranderen: ‘Laat ons voortaan uw vrijwillige metgezellen zijn en niet uw slavinnen.’

Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Haar hartstochtelijke oproep werd voorgedragen op 3 december 1790 in het Palais Royal aan de Seine. Anderhalf jaar na het begin van de Franse Revolutie waren daar honderden mensen bijeen voor een van de eerste vergaderingen van de pas opgerichte Cercle Social, een politieke club die het democratische gedachtengoed wilde verspreiden.

Het was uniek dat een pleidooi voor gelijke rechten, geschreven door een vrouw, voor een groot publiek te horen was. Omdat het tegen alle conventies indruiste, beklom Palm niet zelf het spreekgestoelte. Ze zat in het publiek terwijl een man haar tekst voorlas: Over de onrechtvaardigheid van wetten ten gunste van mannen ten koste van vrouwen. Overigens had ze de zaal een maand eerder tot stilte gemaand, omdat een andere spreker over vrouwenrechten werd onderbroken. Dat een vrouw en plein public haar stem had verheven, was zo bijzonder dat er in de kranten over werd geschreven

‘Laat ons uw metgezellen zijn en niet uw slavinnen’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Moedig was Palm beslist. Ze woonde toen al zestien jaar in de Franse hoofdstad, waar ze zich op haar dertigste alleen had gevestigd. Etta Lubbina Johanna Aelders was op 3 mei 1743 geboren in de Poelestraat in Groningen. Haar vader Jacobus was een pachter van de stadsbank van lening en bezat een papiermolen. Hij stierf toen ze zes was. Haar moeder Agatha Petronella de Sitter zette zijn zaken voort. ‘Ettje’ leerde rekenen en schrijven en Frans, de voertaal in de aanzienlijke kringen van haar moeders familie.

Op haar negentiende trouwde ze tegen haar zin met de student Christiaan Palm. Ze zou zich later herinneren dat ze ‘geofferd’ werd aan de belangen van haar familie. Het huwelijk duurde niet lang. Haar echtgenoot vertrok naar Oost-Indië, waarna niets meer van hem werd vernomen. Ze bleef zwanger achter, maar hun dochtertje overleed. Etta zou voortaan als ‘weduwe Palm’ door het leven gaan en huwde nooit meer.

Vrouwelijke spionnen

In de Republiek kwam veel spionage voor. Een informeel netwerk van spionnen, journalisten, diplomaten en ambtenaren ondersteunde de stadhouder. Vrouwen konden zich via spionage politiek manifesteren. Ze gaven, al dan niet tegen betaling, vertrouwelijke informatie door vanuit hun politieke of religieuze overtuiging of om macht uit te oefenen. Dat veranderde eind achttiende eeuw toen de opvattingen over verborgen machtspolitiek wijzigden. De verlichtingsbeweging wilde de politiek vanuit de achterkamertjes naar de openbaarheid verhuizen om de machinaties van de corrupte aristocratie te breken. Vrouwen werden voortaan helemaal buitengesloten en verloren hun informele macht.

Ze vertrok naar Amsterdam, nadat haar moeder failliet was verklaard en haar niet langer kon onderhouden. Met de jonge advocaat Jan Munniks, die ze kende uit Groningen, ging ze op weg naar het Siciliaanse Messina, waar hij consul zou worden. Maar hun gezamenlijke reis werd onderbroken en Palm belandde omstreeks 1773 in Parijs. Ze was mooi, intelligent, welbespraakt en zeer zelfredzaam.

Verhitte discussies

Vermoedelijk bezat ze aanbevelingsbrieven die haar een entree in de bruisende Parijse beau monde verschaften. Al snel onderhield la belle Hollandaise goede contacten met Hollanders op voorname posten en met de Franse ministers van Lodewijk XVI. ‘Madame la baronne d’Aelders’, zoals ze zich in Frankrijk liet noemen, liet zich geschenken van rijke bewonderaars aanleunen – zo kreeg ze eens een Engels rijtuig cadeau. Ze hield een salon en haar gasten tipten haar over verstandige beleggingen. Jaarlijks verdiende ze 10.000 livres met aandelen in kruit en salpeter. Tegen betaling bemiddelde ze ook in gunsten – volgens de geruchten ook in die van haarzelf en was ze een courtisane.

Etta Palm en een minnaar. Miniatuur, 1776.

In de zomer van 1778 betrok ze een luxueus appartement vlak bij de Tuilerieën. Deze verhuizing viel samen met het moment dat ze zich voor het eerst met politiek ging bemoeien. De Franse minister Jean-Frédéric Phélypeaux had haar dat voorjaar op geheime diplomatieke missie naar de Republiek gestuurd om te peilen hoe ze daar dachten over de Amerikaanse onafhankelijkheidsstrijd. Met de boodschap dat er weinig belangstelling voor was, keerde ze terug.

Palm was niet louter een informante; ze had werkelijk belangstelling voor politiek. Ze was een verwoed krantenlezer en werd zich door de verhitte Franse discussies bewust van de noodzaak tot sociale hervormingen. In haar geboorteland sloegen democratische denkbeelden ook aan. Maar Palm had geen hoge pet op van de Hollandse regenten in het patriottische kamp. Die waren volgens haar uit op zelfverrijking en wilden de macht niet delen met het volk. Ze stond daarom achter de orangistische partij van stadhouder Willem V en zijn echtgenote Wilhelmina van Pruisen. Ze juichte het toe dat de patriottische opstand in 1787 werd neergeslagen door Pruisische legertroepen, die de koning van Pruisen had gezonden op verzoek van zijn zus Wilhelmina.

Palm had geen hoge pet op van Hollandse patriotten

Palm voelde zich verbonden met haar ‘beide patries’. Haar verlichte democratische overtuigingen lagen volgens haar in lijn met haar anti-aristocratische oranjegezindheid. Maar in Parijs begreep men haar sympathie voor Oranje niet. De Franse verlichtingsdenkers stonden aan de kant van de patriotten, die in groten getale naar Frankrijk waren uitgeweken. In een pamflet bestempelde de prominente graaf van Mirabeau Willem V als vijand van de democratische vrijheid. Palm schreef een tegenpamflet waarin ze de stadhouder verdedigde tegen de luie patriotten die zich lieten onderhouden door Frankrijk: Aanmerkingen op het werk betytelt: aan de Batavieren over het stadhouderschap (1788). Ze stuurde een exemplaar naar Willem V en tekende de begeleidende brief met uw sujette, uw ‘onderdane’.

Zo liep ze in het oog van raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel, die haar rekruteerde als geheime correspondente. Hij wilde graag weten wat de uitgeweken patriotten uitspookten. Tegen betaling stelde Palm hem vier jaar lang op de hoogte van het nieuws dat ze opving. Ook gaf de raadpensionaris haar opdracht de politieke opvattingen van de Republiek onder haar Franse vrienden te verspreiden. Er is maar een deel van hun correspondentie bewaard gebleven, want de meeste brieven heeft Van de Spiegel verbrand.

Bijeenkomst in een salon. Geschilderd door Jean Baptiste Mallet, 1790.
Bijeenkomst in een salon. Geschilderd door Jean Baptiste Mallet, 1790. Bron: Imageselect.

Met de bestorming van de Bastille op 14 juli 1789 brak de Franse Revolutie uit. Palm ontving vele vooraanstaande Franse revolutionairen in haar salon en werd zelf ook bevangen door de democratiseringskoorts. Ze ging anders aankijken tegen het staatsbestel van de Republiek en stelde de raadpensionaris voor om burgers meer inspraak te geven. Kon de stadhouder geen stapje terug doen en wat meer macht aan het volk geven? Geen revolutie, maar een geleidelijke ‘reformatie’, zoals ze het nadien uitdrukte. Haar brieven ondertekende ze intussen met citoyenne burgeres’ in plaats van ‘onderdane’. Van de Spiegel antwoordde korzelig dat het volk ‘volmaakt gelukkig’ was met het stadhouderlijk gezag.

Brutale vreemdelinge

Het waren de hoogtijdagen van de Franse Revolutie. Tot vreugde van de verlichtingsdenkers was de macht van adel en kerk gebroken. De burgers konden zich volgens hen nu zelf besturen op basis van de rede. Palm hoopte dat dit ook voor vrouwen zou gelden. Ze was sterk beïnvloed door de toonaangevende philosophe Nicolas de Condorcet, die had uiteengezet dat vrouwen gelijk zijn en ook kiesrecht verdienen. Zij vertaalde zijn werk in het Nederlands.

Palm geloofde net als alle verlichtingsdenkers in de maakbaarheid van de samenleving. Ze ging zich ook inspannen ‘ten nutte van de zo weinig bevoordeelde sekse’. In maart 1791 werd ze de eerste présidente van het vrouwengenootschap binnen de Cercle. In de Parijse wijken ging die opvangcentra voor kinderen van ongehuwde moeders steunen en meisjesonderwijs financieren. In andere steden werden vergelijkbare vrouwenkringen opgericht. Palm bleef voordrachten houden, die de Cercle in druk verspreidde. Ze ageerde fel tegen een nieuwe wet op overspel, die bepaalde dat uitsluitend mannen hun vrouwen van overspel konden beschuldigen en dat die daarvoor jaren de gevangenis konden indraaien.

Mary Wollstonecraft, geschilderd door John Opie, circa 1797.
Mary Wollstonecraft, geschilderd door John Opie, circa 1797.

De ware feministische oermoeder?

Emancipatie was een vrucht van het verlichtingsdenken. In heel Europa pleitte een voorhoede voor gelijkheid en vrijheid van vrouwen. In Engeland schreef Mary Wollstonecraft in 1792 A Vindication of the Rights of Women. Zij geldt inmiddels als oermoeder van het feminisme. Maar haar betoog toont sterke gelijkenissen met het eerder gepubliceerde maatschappijkritische pleidooi van de onbekende Etta Palm: Over de onrechtvaardigheid van wetten ten gunste van mannen ten koste van vrouwen (1790). Palm hamert ook op de noodzaak van meisjesonderwijs. Zelfs de introductie komt overeen: Palm schrijft ‘ter verdediging van mijn sekse’ en Wollstonecraft noteert ‘ik pleit voor mijn sekse’.

Maar emancipatie was alleen populair onder een kleine voorhoede. Gelijkheid van vrouwen stuitte op grote weerstand, omdat het afbreuk deed aan ‘de speciale deugden’ van de vrouw, die zich tot de privésfeer diende te beperken, volgens de toonaangevende filosoof Jean-Jacques Rousseau.

Als Hollandse ‘vreemdelinge’ die zo brutaal was in het openbaar van zich te laten horen, sprong Palm extra in het oog. Kranten noemden ‘de grote blondine’ een extremistische democrate, een prostituee en ‘een agent van het Pruisische hof’, die ‘op misdadige wijze contact hield met vijanden van de natie’. Haar loyaliteit aan Frankrijk en de revolutie werd in twijfel getrokken. Maar Palm schreef dat haar correspondentie met de bestuurders van haar vaderland helemaal niet geheim was, en dat die juist bewees dat ze verstand bezat.

Lodewijk XVI was verjaagd uit Versailles en zat intussen in huisarrest in kasteel Le Temple. Toen veel Fransen na verloop van tijd de monarchie helemaal wilden afschaffen, werd Palm als buitenlandse ‘intrigante’ in juli 1791 gearresteerd. Ze werd ervan verdacht dat ze een anti-monarchale demonstratie had georganiseerd op de Champ de Mars. De menigte was met geweld uit elkaar geslagen. Palm werd al snel vrijgelaten, wegens gebrek aan bewijs. Maar raadpensionaris Van de Spiegel was niet blij met haar arrestatie en riep haar tot de orde. ‘Madame temper een beetje uw hartstocht voor wat u de zaak van het volk noemt.’

Ze moest haar hoge verwachtingen over gelijkheid van vrouwen ook bijstellen. De Cercle Social kwam na de gewelddadigheden op de Champ de Mars alleen nog in kleine kring bijeen, vrouwen waren niet langer welkom. Lodewijk XVI tekende in september 1791 met tegenzin de eerste Franse grondwet, maar vrouwenrechten waren daarin niet opgenomen. Schrijfster Olympe de Gouges protesteerde met haar Verklaring van de rechten van de vrouw en burgeres.Omstreeks diezelfde tijd bracht Palm een verzamelbundel uit, waarin prominent haar Discours over vrouwenrechten.

Olympe de Gouges portret
Schrijfster Olympe de Gouges, geschilderd door Alexander Kucharsky.

In maart 1792 maakte ze de teleurstellende balans op van het werk van het vrouwengenootschap van de Cercle; slechts drie arme meisjes hadden ze een vak kunnen laten leren bij een ambachtsvrouw. Op 1 april leidde Palm een vrouwendelegatie, die in de Nationale Vergadering om gelijkheid vroeg van onderwijs, politieke vrijheid en rechten. Dit was haar laatste daad als vrouwenactiviste. Het politieke geweld in Parijs nam toe. Na de val van de Franse koning op 21 september 1792, ging ze terug naar de Republiek. De meeste van haar bezittingen liet ze achter. En veel van haar bekenden zouden sterven onder de guillotine en in gevangenschap.

Berooid

Palm vestigde zich in Den Haag. Ze had met de Franse minister Charles- François Lebrun afgesproken dat ze er bij het stadhouderlijk hof op zou aandringen dat het de Franse ambassadeur zou ontvangen om de Franse republiek te erkennen. Daarvoor kreeg ze 300 livres per maand. Van de Spiegel was er verre van gelukkig mee dat nota bene zijn eigen correspondente hem met deze vraag voor het blok zette. Lodewijk XVI zat namelijk nog altijd gevangen en zijn lot was nog niet duidelijk.

Palm had een dubbele loyaliteit. Ze wilde ‘nuttig aan beide mijn patries’ zijn en spande zich in voor overleg tussen beide republieken. Ze rapporteerde als een soort diplomate over en weer. Maar toen Frankrijk in 1793 de Republiek de oorlog verklaarde, nam Van de Spiegel definitief afstand van haar. Even later beëindigde ook Frankrijk haar correspondentschap. Ze raakte berooid en vroeg de stadhouder meerdere malen vergeefs om werk.

‘Zy hadt het sierraad harer sexe kunnen zyn’

Nadat de Bataafse Republiek in 1795 was uitgeroepen, werd Palm op 18 mei door het Comité van Waakzaamheid gearresteerd op verdenking van orangistische sympathieën. ‘Uit aanmerking van de verregaande intrigues dezer Vrouwe’ werd ze vastgezet, ‘terwyl zy het sierraad harer sexe hadt kunnen zyn’. Ondanks haar vele protestbrieven werd ze in februari 1796 overgebracht naar het kasteel van Woerden. De orangistische Van de Spiegel en graaf Bentinck van Rhoon zaten daar ook gevangen, maar kregen een veel betere behandeling. Palm bracht de meeste tijd in eenzame opsluiting door. Haar voormalige opdrachtgever deed tijdens hun jarenlange gevangenschap overigens net alsof hij haar niet kende.

Na een algemene amnestie voor politieke gevangenen werd ze in december 1798 vrijgelaten. Drie maanden later, op 28 maart, overleed Palm in Den Haag op haar 56ste aan een ontsteking op de borst. Ze werd in Rijswijk begraven, omdat het daar minder kostbaar was.

Meer weten:

  • Etta Palm. Van Nederlands eerste feministe tot staatsvijand (2022) door Wil Schackmann is een biografie.
  • ‘Van sujette tot citoyenne’ (2020) door Samantha Sint Nicolaas in Historica 2 behandelt Etta Palm.
  • Etta Palm. Nederland’s eerste féministe tijdens de Fransche revolutie te Parijs (1929) door W.J. Koppius.

Openingsafbeelding: Patriottische vrouwen discussiëren in een kerk. Prent door Chérieux, 1793.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 1 - 2024