Home Dossiers Invloedrijke vrouwen Albertine Agnes blonk uit tijdens het Rampjaar

Albertine Agnes blonk uit tijdens het Rampjaar

  • Gepubliceerd op: 19 maart 2024
  • Laatste update 26 mrt 2024
  • Auteur:
    Eric Palmen
  • 11 minuten leestijd
Een portret van Albertine uit het atelier van Johannes Mytens, circa 1665.
Cover van
Dossier Invloedrijke vrouwen Bekijk dossier

Waarom nu?

Op 6 juni stemt Nederland voor het Europese Parlement. Het aandeel vrouwen  daarin neemt toe. In 1979 was 15 procent van de Europarlementariërs vrouw, op dit moment geldt dat voor 40 procent.

Met tegenzin trouwde Albertine Agnes van Oranje-Nassau in 1652 met haar veel oudere achterneef Willem Frederik van Nassau-Dietz. Na de dood van haar man ontpopte ze zich tot een invloedrijk regentes, die een cruciale rol speelde tijdens het Rampjaar.

Op 24 oktober 1664, zo rond een uur of acht in de ochtend, zou het leven van Albertine Agnes van Oranje-Nassau, echtgenote van de Friese stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz, op ingrijpende wijze veranderen. Toen een van zijn pistolen haperde, controleerde Willem Frederik de loop. Daarop ging het af. Het schot verbrijzelde zijn onderkaak, gebit en neus. Spreken kon hij niet meer. Met zijn laatste krachten schreef Willem Frederik op een briefje dat het een ongeluk was.

Meer lezen over de Oranjes? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Albertine Agnes was dertig jaar oud toen ze weduwe en regentes werd. Met bewonderenswaardige ijver doorliep ze een spoedcursus Fries staatsrecht en verdiepte zich in het patronagenetwerk dat Willem Frederik tijdens zijn leven had opgebouwd. Die ‘vrienden’ had ze nodig om haar positie in de complexe politieke verhoudingen van het gewest veilig te stellen. Ze kreeg daarbij hulp van de persoonlijk secretaris van haar man, Philip Ernst Vegelin van Claerbergen.

Albertine Agnes, geboren op 9 april 1634, was de tweede dochter van Frederik Hendrik van Oranje-Nassau en Amalia van Solms die de volwassen leeftijd zou bereiken. Van huis uit kreeg ze vorstelijke ambities met de paplepel ingegoten. Stadhouder Frederik Hendrik wilde meer zijn dan een dienstbaar ambtenaar van de Staten-Generaal; hij wilde zich als gelijke bewegen tussen de Europese vorstenhuizen.

Albertine Agnes en haar drie kinderen. Portret door Abraham van den Tempel, 1668.
Albertine Agnes en haar drie kinderen. Portret door Abraham van den Tempel, 1668.

Dat streven weerspiegelde zich in zijn straffe huwelijkspolitiek, waarbij hij werd bijgestaan door zijn echtgenote Amalia van Solms. Zij wist hun zoon Willem II, de beoogde opvolger van Frederik Hendrik, aan de Engelse prinses Mary Stuart te koppelen. En hun oudste dochter Louise Henriëtte werd uitgehuwelijkt aan de keurvorst van Brandenburg. Tot afgrijzen van dochterlief overigens. ‘Was ik maar een boerin,’ verzuchtte ze.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Geen goede partij voor Albertine Agnes

In 1643 dong Willem Frederik van Nassau voor het eerst naar de hand van Albertine Agnes. Hij hoopte door het huwelijk een sterk verbond tussen de twee takken van de familie te smeden: die van de Friese Nassau-Dietz en de Hollandse Oranje-Nassau. Op haar sterfbed had hij zijn moeder beloofd een Oranje te trouwen, met minder nam hij geen genoegen. Maar Amalia van Solms vond Willem Frederik aanvankelijk geen partij voor haar dochter. Hij was uit de gratie geraakt omdat hij in 1640 het Friese stadhouderschap had aanvaard. Dat was tegen het zere been van Frederik Hendrik, die het stadhouderschap in alle gewesten van de Republiek begeerde. Hij voelde in het precaire staatsbestel van de Republiek de hete adem in de nek van de Friese Nassaus.

Toch hield Amalia van Solms de vermaledijde stadhouder uit Friesland aan het lijntje. In zijn dagboek hield Willem Frederik nauwgezet de balans bij van zijn huwelijkskansen met Albertine Agnes. Hij verkeerde het grootste deel van het jaar aan het Binnenhof; alleen in het voorjaar, wanneer in Friesland de Landdag bij elkaar kwam, begaf hij zich naar Leeuwarden.  In 1643 schreef hij in zijn dagboek: ‘Mij wordt goede hoop en half verzekering gegeven aangaande de zaak van Albertine.’ Hij was op dat moment 29 en zij bijna 10 jaar oud.

Stadhouder Willem Frederik  van Nassau-Dietz. Portret door  Pieter Nason, 1662
Stadhouder Willem Frederik van Nassau-Dietz. Portret door Pieter Nason, 1662.

Willem Frederik werd pas als een serieuze huwelijkskandidaat aangemerkt toen de macht van de Hollandse Oranjes een dieptepunt had bereikt. Na de dood van Frederik Hendrik had zijn opvolger Willem II een mislukte staatsgreep gepleegd. Vrij snel daarna, in 1650, was hij onverwacht overleden. Vijf gewesten in de Republiek lieten het stadhouderschap vervolgens vacant – het begin van het zogeheten Eerste Stadhouderloze Tijdperk. Maar Groningen en Drenthe aanvaardden Willem Frederik als hun stadhouder, tot afgrijzen van Amalia van Solms, die de machtsaspiraties van de Friese Nassaus bevestigd zag. Toch koos ze uiteindelijk eieren voor haar geld. Als Willem Frederik nog steeds de hand van haar dochter begeerde, kon hij op haar toestemming rekenen, liet zij hem minzaam weten.

Willem Frederik nam zich heilig voor Albertine Agnes te beminnen ‘om haar persoon, schoonheid, deugden, merites’, maar die intentie was bepaald niet wederzijds. In zijn dagboek bad hij ‘dat de zoete prinses wat genegenheid voor mij mocht krijgen’. Willem Frederik was bepaald niet moeders mooiste en deed in zijn dagboek onomwonden verslag van een venerische ziekte die hij als vrijgezel tijdens zijn bordeelbezoek en zijn talloze seksuele escapades moet hebben opgelopen. Verteerd door schuldgevoelens vroeg hij God bevrijd te worden van de ‘oude Adam’, die van na de zondeval. Maar het vlees is zwak. Ook na zijn devote boetedoeningen gedroeg hij zich ‘als een zwijn dat zich in het slijk wentelt, wanneer het gewassen is’.

Willem Frederik had een venerische ziekte

Met deze man ging Albertine Agnes van Oranje-Nassau op 2 mei 1652 een echtverbintenis aan. De huwelijksplechtigheid werd voltrokken in Kleef. Amalia hoopte dat haar ‘Ambaatje’ – haar koosnaam voor Albertine Agnes – de Friese stadhouder een troonopvolger zou schenken, een zoon dus. Ondank de overeengekomen contractuele verplichtingen peinsde Albertine Agnes er niet over om tijdens de huwelijksnacht het bed te delen met haar kersverse echtgenoot. Zij had hem ‘ontlopen’, noteerde Willem Frederik beteuterd in zijn dagboek.

Kunstcollectie

Willem Frederik draaide, tot groot chagrijn van zijn secretaris Vegelin, ook nog eens op voor de exorbitante huwelijkskosten. De festiviteiten rond de plechtigheid duurden al met al een week, met banketten, parades en toernooien. Als klap op de vuurpijl besloot Amalia van Solms na het feest met haar gevolg van zo’n 150 personen naar Friesland af te reizen. Willem Frederik moest daardoor vanuit Kleef in allerhaast een ceremoniële ontvangst in Leeuwarden voorbereiden. Dat machtsvertoon was tegen het zere been van de staatsgezinde krachten in Friesland. Pieter van Harinxma, lid van het Hof van Friesland en ‘een liefhebber van de vrijheid’, schreeuwde moord en brand dat het huwelijk de Friese schatkist zo’n 300.000 gulden had gekost.

Willem Frederik van Nassaus pistool gaat onverwachts af. De man van Albertine Agnes overlijdt aan zijn verwondingen. Ets door Jan Luyken, 1698.
Willem Frederik van Nassaus pistool gaat onverwachts af. Ets door Jan Luyken, 1698.

Na haar aankomst in Leeuwarden ging Albertine Agnes voortvarend te werk om het stadhouderlijke hof te hervormen. Er werd een nieuwe vleugel gebouwd, met een edelliedenzaal en een heuse galerij, waarin ze haar indrukwekkende kunstcollectie kon tonen. Ze bezat werk van onder anderen Anthony van Dyck en Quinten Matsijs. De portretten van haar roemruchte voorouders moesten bezoek doordringen van het aanzien van haar familie. De echtgenote van Willem Frederik van Nassau-Dietz begreep als geen ander dat een hof meer behoorde te zijn dan een bestuurlijk centrum. Het moest ook culturele allure hebben, het middelpunt zijn van een bloeiend hofleven, waar de bestuurlijke elite met haar aanwezigheid de heer des huizes eer bewees. Wie machtig wilde zijn, moest macht tonen.

Albertine wilde niet met haar man naar bed

De eerste jaren van het huwelijk waren bepaald niet gelukkig te noemen. Toen Albertine Agnes maar niet zwanger wilde raken, werd de hulp van een arts ingeroepen. Intussen deed Willem Frederik in zijn dagboek meermaals kond van zijn overspelige gedachten. Dat hij ze wist te onderdrukken, beschouwde hij als een goddelijke genade, al gaf hij zich ook weleens over aan het ‘ongeluk met hand’. Uiteindelijk werden zijn gebeden verhoord. In december 1652 beviel Albertine Agnes van een blakende dochter, die naar haar moeder Amalia werd vernoemd. Een jaar later volgde de geboorte van Hendrik Casimir, de zo verlangde troonopvolger van Willem Frederik.   

Albertine Agnes had politiek talent

En toen vond op 24 oktober 1664 dat fatale ongeluk plaats. Willem Frederik zou nog zeven dagen leven voordat hij in het bijzijn van zijn vrouw en Vegelin de geest gaf. Op zijn sterfbed vroeg hij zijn persoonlijk secretaris aan te blijven, om zijn vrouw tijdens haar dagelijkse besognes bij te staan. Vegelin bewaakte niet alleen de financiën van Albertine Agnes, maar bemoeide zich ook uitdrukkelijk met de opvoeding van haar zoon. De troonpretendent bleek bepaald geen studiebol te zijn. Albertine Agnes nam een Franse gouverneur in dienst die de jongen met straffe hand de eerste beginselen van wiskunde, Frans en Duits moest bijbrengen, noodzakelijke kennis om zich op het slagveld en aan het hof te kunnen handhaven. Vegelin meende dat je deze ‘vurige geest’ anders moest aanpakken: ‘niet  door dwang, maar met zoetigheid al spelende’. Verder hoopte hij de weduwe ertoe te bewegen op minder grote voet te leven. Haar financiële situatie baarde hem zorgen.

Voormoeder van koning Willem-Alexander

Toen stadhouder-koning Willem III in 1702 kinderloos overleed, was de directe tak van nazaten van Willem van Oranje uitgestorven. Er volgde een Tweede Stadhouderloos Tijdperk, dat in 1747 eindigde met het aantreden van Willem IV van Oranje-Nassau als eerste erfstadhouder. Daarmee hadden de Friese Nassaus eindelijk het felbegeerde stadhouderschap over de hele Republiek verworven en leverden zij ook de personele bezetting voor de monarchie die in 1813 in het leven werd geroepen. De voorvaderen van onze huidige koning behoren dus tot de Friese Nassaus, al heeft hij door de genealogische inbreng van Albertine Agnes ook een direct lijntje met Willem van Oranje.

Albertine Agnes ontpopte zich na de dood van haar man als een buitengewoon invloedrijke regentes. Friesland kende een machtige landadel, vertegenwoordigd door de grietmannen in de Landdag. Daarnaast waren er de regenten van de elf steden. Kort na het overlijden van Willem Frederik riep Albertine Agnes de Staten van Friesland bijeen, om haar rol als voogdes van de minderjarige Hendrik Casimir formeel te bevestigen. Met steun van Vegelin wist ze haar weg te vinden in de complexe politieke verhoudingen van het gewest.

Haar politieke talent blijkt vooral uit haar optreden tijdens het Rampjaar 1672, toen het voortbestaan van de Republiek aan een zijden draadje hing. Een vijandelijke coalitie van Frankrijk, Münster en Keulen viel met 120.000 man de Republiek binnen, terwijl Engeland vanuit zee de kust bestookte. Friesland kreeg vooral met aartsvijand Münster te maken. Op 11 juli viel Coevorden, waarmee de weg naar Groningen en Friesland openlag.

Albertine Agnes ontpopte zich als een volleerd middelares tussen de noden van haar gewest en het algemene belang van de Republiek. De grietmannen hadden uit angst voor verzilting van hun landerijen de inundaties gefrustreerd die de vijand tegen moesten houden. Er kwam een volksbeweging in Friesland op gang die de regie van de prinses-regentes eiste. Albertine Agnes bepaalde dat de dijken moesten worden doorgebroken en riep een ‘derde man’ in de strijd: bewapening van het volk moest de schrikbarende tekorten van het Staatse landleger aanvullen. Op papier had dat 21.000 manschappen, maar in de praktijk nauwelijks meer dan de helft daarvan.   

Troepen van de bisschop van Münster belegeren Groningen.  Ets door Jacobus Harrewijn, 1684
Troepen van de bisschop van Münster belegeren Groningen. Ets door Jacobus Harrewijn, 1684.

De kern van de Friese volksbeweging bestond uit gereformeerde predikanten. Zij zagen in Albertine Agnes niet alleen een patrones voor het ware geloof, maar ook een bondgenoot tegen de kuiperijen van de veelal katholieke landadel. De grietmannen verdeelden onderling de lucratieve ambten die er in het gewest te vergeven waren. De beweging leidde tot een schisma in de Staten van Friesland. In Sneek richtten verschillende buitenspel gezette grietmannen een schaduwcollege op, dat de zittende heren in Leeuwarden van repliek diende. Deze Sneeker Staten wisten Hans Willem van Aylva, de commandant van het landleger in Friesland en een representant van de landadel, ertoe te bewegen geen orders meer aan te nemen van Leeuwarden. Albertine Agnes keerde zich uiteindelijk tegen haar natuurlijke bondgenoten, de stadhoudersgezinde krachten in Leeuwarden, en koos de kant van de Sneeker Staten, waarmee zij een dreigende burgeroorlog voorkwam. Door haar bemiddeling tussen Sneek en Leeuwarden kwam het stadhouderschap versterkt uit de strijd.

In 1679, toen Hendrik Casimir inmiddels 22 was, achtte ze de tijd rijp om de luwte op te zoeken en het stadhouderschap volledig aan haar zoon over te laten. Ze trok zich terug op het landgoed Oranjewoud nabij Heerenveen; de Staten van Friesland gunden haar dat buitenverblijf, hoewel stadhouders formeel geen onroerend goed in het gewest mochten bezitten. De laatste jaren van haar leven, tot haar dood in 1696, stonden vooral in het teken van haar bouwactiviteiten. Haar erfgoed in Dietz moest tot een waar paleis uitgroeien dat recht deed aan de grandeur van haar geslacht. Dat werd het Slot Oranienstein.

Door haar groots en meeslepend leven kreeg Albertine Agnes de reputatie dat ze spilziek was. Maar dat zijn projecties van een negentiende-eeuwse historiografie, die zich geen raad wist met haar unieke positie in de Republiek der Verenigde Nederlanden. Albertine Agnes van Oranje-Nassau was de eerste regentes in de vaderlandse geschiedenis die zich ontpopte tot een buitengewoon invloedrijke en politiek getalenteerde vrouw. Velen zouden haar volgen.

Meer weten

  • Albertine Agnes en het Rampjaar 1672. De vrouw die Friesland redde (2022) door Sunny Jansen is een meeslepende biografie van de prinses-regentes.
  • Liefde in opdracht. Het hofleven van Willem Frederik van Nassau (2000)  door Luuc Kooijmans beschrijft het Friese stadhouderlijke hof.
  • Nassau uit de schaduw van Oranje (2003) door Simon Groenveld e.a. (red.) bevat opstellen over de verhouding tussen de families Oranje-Nassau en Nassau-Dietz.

Openingsafbeelding: Een portret van Albertine uit het atelier van Johannes Mytens, circa 1665.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 4 - 2024