Home Emotie in de etalage

Emotie in de etalage

  • Gepubliceerd op: 17 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Nelleke Noordervliet
  • 3 minuten leestijd

Ik ben een sentimentele dwaas. Van het minste of geringste schiet ik vol. Als een sporter zielsgelukkig met een gouden plak op de hoogste tree van het erepodium staat en het Wilhelmus wordt gespeeld, krijg ik een brok in mijn keel, ook al ben ik republikein. De overlijdensadvertentie voor Hugo Claus: ik hield het niet droog.

Ik zal de enige niet zijn, want sinds de televisie echt een massamedium is geworden – dat wil zeggen, wordt geregeerd door de kijkcijfers en niet door de goede smaak – is het aantal programma’s waarin een aanslag wordt gedaan op de traanklieren niet gering. De meeste zijn gênant in hun appèl op de goedkope emotie, en dat gaat zelfs mij te ver. Het wordt langzamerhand zo bont gemaakt dat de tranen een lach worden.

Het massaal en publiekelijk tentoonspreiden van emotie is een mode die zich met enige regelmaat voordoet. Interessant is het om na te gaan welke maatschappelijke omstandigheden de sentimentaliteit in de hand werken en of die onderling vergelijkbaar zijn. Leuk scriptieonderwerp. Bij het voorlezen van La Nouvelle Héloise van Rousseau werd bitter geweend. In het achttiende-eeuwse theater werden de zakdoeken om voor ons onnavolgbare redenen regelmatig tevoorschijn gehaald.

De privé-emotie die ontroering eigenlijk is, werd uitvergroot en in de etalage gezet. Het was noodzakelijk om in het publieke domein te tonen dat men wist hoe het hoorde. De emoties van de vroege Romantiek waren geen reactie op de kille ratio van de Verlichting, want zo kil en zo rationeel was die Verlichting niet. Bovendien is het onjuist ratio met kilte en gebrek aan emotie gelijk te stellen. Ze waren de achterkant van de medaille.

De presentatie van de publieke emotie dringt zich tegenwoordig aan ons op in een contaminatie van beslotenheid en openbaarheid. De camera is als getuige aanwezig in huiskamers, ziekenhuizen, op begraafplaatsen en bij familiediners. Hij registreert het weerzien met de verloren gewaande zoon, het herstel van de familiebetrekkingen, de rouw om een overleden kindje alsof de camera zelf een lid van de familie is.

De beelden worden uitgezonden via publieke kanalen – massaal verspreid dus, maar wij merken van de massaliteit weinig, want we zitten thuis voor de televisie in dezelfde omstandigheden als de gefilmde mensen. We hebben het gevoel dat ze bij ons zijn, en wij zijn bij hen in de intieme kring van het vreemde gezin.

De intimiteit is schijn: we kennen die mensen niet, hoeveel ook over hen wordt verteld. Het medelijden dat we voelen is een vals medelijden; verdriet of vreugde is niet eens het resultaat van ons inlevingsvermogen – nee, ze zijn inmiddels een pavlovreactie geworden. Bel gaat, voedsel verschijnt, hond watertandt. Zelfs als het voedsel niet meer verschijnt en alleen de bel maar gaat, dan nog watertandt de hond. We zijn geconditioneerd. Zowel de ‘acteurs’ van emo-tv als de toeschouwers. Wie het waagt niet te huilen als hij zijn biologische vader voor het eerst ontmoet is een harteloze klootzak. Hij bederft ons plezier, onze behoefte aan tranen. De emotie is een masker voor de leegte van het bestaan. Een panacee voor alle kwalen.

Richard Sennett heeft in zijn studie The Fall of Public Man veel fascinerende inzichten ontvouwd over de verhouding tussen privé-emotie en publieke expressie sinds de achttiende eeuw. Die studie verscheen in de jaren zeventig van de twintigste eeuw. Sennett heeft dus niet de nieuwe ontwikkelingen op het gebied van de openbare vertoning van emoties kunnen verwerken, maar zijn conclusies zijn profetisch.

Sennett noemt het geloof dat persoonlijke relaties tussen mensen de basis vormen van een goede samenwerking in de maatschappij de tirannie van de intimiteit. Hij betoogt dat het in een complexe maatschappij juist nodig is dat we onze relaties in het publieke domein onpersoonlijk houden om goed samen te werken. Niet te intiem zijn. In zijn conclusie roept Sennett een beeld op dat aardig klopt met ons heden: ‘The closer people come, the less sociable, the more painful, the more fratricidal their relations.’
Overigens ben ik van mening dat Nederland mede verantwoordelijk is voor de beveiliging van Ayaan Hirsi Ali.
Nelleke Noordervliet

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.