Home Een canon zingen

Een canon zingen

  • Gepubliceerd op: 17 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Nelleke Noordervliet
  • 3 minuten leestijd

Op het moment dat dit nummer in uw schoot ligt, heeft de bekendmaking van De Canon voor het primair en voortgezet onderwijs plaatsgevonden en is de discussie losgebarsten. Terwijl ik dit schrijf, hebben zich de eerste schermutselingen in de voorhoede voorgedaan. Piet de Rooy gaf een voorzetje, Michael Zeeman stond pal, en vervolgens was het de beurt aan minder bekende geschiedenisgoden om hun duit in het zakje te doen. ‘Een duit in het zakje doen. Kent u die uitdrukking?’ zou dominee Gremdaat zeggen. Is het argeloos gebruik van zo’n uitdrukking niet een prachtige ingang in de Nederlandse Canon? Zowel het oude muntstelsel als de religieuze aspecten van de samenleving komen erin aan bod. De Nederlandse taal is vergeven van zegswijzen en uitdrukkingen die alles te maken hebben met gewoonten uit het verleden en die niettemin zonder enig gevoel voor hun historiciteit worden gebruikt. Maar dit terzijde.

Op voorhand weten we dat de presentatie van De Canon zal leiden tot schisma en déconfiture. Piet de Rooy, die samen met Jan Bank al een proeve van canonisering heeft afgelegd maar die niet in De Canoncommissie van Frits van Oostrom zit, heeft wat afstand genomen van het hele idee. ‘Jongens,’ zegt hij, ‘laten we de Canon vooral zien als een voorstel, een mogelijkheid, en niet als Gods Woord.’ De Rooy, zijn Nederlandse pappenheimers kennend als geen ander, ziet de bui al hangen: we hebben een staatscommissie, de politiek heeft opeens belangstelling voor geschiedenis en nationale identiteit, voor je het weet is het een Synode van Dordrecht en zitten we met de Canon zoals we eeuwenlang met de Statenbijbel hebben gezeten: een mooi stuk werk, maar je mag er geen duimbreed van afwijken. Is dat koudwatervrees?

Toen De Rooy en Bank met hun vrij handig in elkaar gezette Canon kwamen, werd daar bepaald niet luchtig op gereageerd. Dat had alles te maken met het politieke klimaat en de onzekerheid omtrent onze gelaagde en belaagde identiteit, en weinig met een afstandelijk en wetenschappelijk spel met mogelijkheden. Als ik mij goed herinner, was het precies in de periode dat Theo van Gogh werd vermoord. Nederland verkeerde in opperste verwarring. Dan is het niet goed om over een historische Canon te praten. Allerlei sentimenten blazen dan hun valse partijtje mee. We zijn inmiddels in rustiger vaarwater terechtgekomen. Alle politieke partijen zijn naar elkaar en naar het volk opgeschoven. Pims punten vinden we overal terug. Ian Buruma heeft met De dood van een gezonde roker een actueel geschiedverhaal geschreven, en een en ander op z’n Nederlands verklaard en gladgestreken, Ayaan is naar Amerika, en de erfenis van Pim ligt verspreid over zieltogende eenmansfracties in de Tweede Kamer en ander krijtstreepgeboefte. De ophef en drukte destijds moeten een weinig exuberante man als Piet de Rooy hebben geërgerd. Ik ken zijn standpunt over de oprichting van een nationaal historisch museum niet, maar ik kan me zo voorstellen dat hij daar weinig van gecharmeerd is.

Hoewel ik een groot voorstander ben van gedegen onderwijs in geschiedenis en cultuur en ik de hernieuwde aandacht voor het verleden toejuich, ben ik toch een beetje pages (via dit woord kort college over de invloed van het Jiddisch op het Nederlands) van het politieke sausje waarmee dat alles wordt overgoten. De Nederlandse identiteit als buffer tussen de vloed van immigranten die tegen onze kusten spoelt en het eb van de Europese eenwording die onze eigenheid wegtrekt. Zo’n Canon moet met verstand en flexibel en apolitiek worden gebruikt, en na vijf jaar mag er weer een andere commissie naar kijken, die kan putten uit de praktijkervaring van leraren.

En dat museum? Waaruit zal de collectie bestaan? Welk verhaal gaan ze vertellen? Wat wordt er verzameld en gedocumenteerd? Hoe onderscheidt het zich van de bestaande historische musea? Voorlopig lijkt het me een prestigeproject waarvoor gerenommeerde architecten alvast een megalomaan schetsje aan het maken zijn in afwachting van de miljoenenopdracht.

Nelleke Noordervliet

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Begrijp het heden, begin bij het verleden: met HN Actueel leest u historische achtergronden bij het nieuws van vandaag. Nu de eerste maand voor maar 1,99.

Nieuwste berichten

Moeder en kind in Noord-Hollandse dracht
Moeder en kind in Noord-Hollandse dracht
Nieuws

Zeventiende-eeuwse jongen kreeg Staten-Generaal als peetouder

In 1668 kreeg een baby, de zoon van de graaf en gravin van Bentheim, een opmerkelijke voornaam. Het jongetje werd ‘Statius’ gedoopt, een afgeleide van het woord ‘Staten’. De Staten-Generaal van de Nederlandse Republiek waren namelijk peetouder van het kind. En zij hadden om die naam gevraagd.  Het was een opmerkelijke gang van zaken, want...

Lees meer
Onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt
Onthoofding van Johan van Oldenbarnevelt
Interview

‘Met Mark Rutte zocht ik naar de resten van Van Oldenbarnevelt’ 

Ronald van Raak ging op onderzoek onder het Binnenhof. Hij vertelt over zijn historische sensatie: ‘In mijn goede pak kroop ik door het stof.’ Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?  ‘Die heb ik zeker ervaren tijdens een koude januarinacht in 2019, het hagelde, toen ik met Mark Rutte afdaalde in de...

Lees meer
Lída Baarová, Gustav Fröhlich en Joseph Goebbels
Lída Baarová, Gustav Fröhlich en Joseph Goebbels
Artikel

Lída Baarová: de onmogelijke liefde van Joseph Goebbels 

Rijkspropagandaminister Joseph Goebbels raakt zo verliefd op de Tsjechische actrice Lída Baarová dat hij er met haar vandoor wil. Het komt er niet van, en Baarová betaalt een hoge prijs voor de affaire. ‘Geen van mijn films is zo dramatisch geweest als mijn leven.’  Haar moeder pusht Lída (1914-2000) en haar zus Zorka Janů al...

Lees meer
Allegorie Willem I
Allegorie Willem I
Beeldessay

Het regent koninklijke lintjes, een onderscheiding die Willem I invoerde

Koning Willem I doet zijn best het nieuwe Koninkrijk der Nederlanden op te stoten in de vaart der volkeren. Toch verliest hij de helft van zijn land. Op 30 november 1813 landt Willem Frederik van Oranje na een ballingschap van 19 jaar op het strand van Scheveningen. Twee dagen later wordt hij uitgeroepen tot soeverein...

Lees meer