Home De Summer of Love ging ten onder aan te veel liefde

De Summer of Love ging ten onder aan te veel liefde

  • Gepubliceerd op: 25 juni 2015
  • Laatste update 08 sep 2023
  • Auteur:
    Paul van der Steen
  • 14 minuten leestijd
De Summer of Love ging ten onder aan te veel liefde

Tienduizenden jongeren trokken in de zomer van 1967 naar San Francisco. Onder het genot van geestverruimende middelen vierden ze de liefde en de vrijheid. Ze wilden niet langer zo braaf en burgerlijk leven als hun ouders.

The Summer of Love begon hartje winter. Op 14 januari 1967 – een warme dag voor de tijd van het jaar – vond in het Golden Gate Park in San Francisco de Human Be-in. A Gathering of Tribes plaats. Dichters als mede-initiatiefnemer Allen Ginsberg gaven performances, bands als The Grateful Dead en Jefferson Airplane speelden en er waren toespraken.

De gevleugelde woorden ‘Turn on, tune in, drop out’ klonken. Ze kwamen uit de mond van Timothy Leary, die als docent verwijderd was van Harvard toen zijn onderzoek naar de werking van drugs steeds meer het karakter van participerende wetenschap kreeg. Achteraf vond hij dat wegsturen een zegen, want wat was hij in de universitaire wereld nu feitelijk meer geweest dan een intellectuele robot, een loonslaaf zoals miljoenen anderen, hooguit met wat meer pretenties? Vrijheid, daar hoorde het om te draaien.

Die vierden de enkele tienduizenden aanwezigen ook. Ze genoten van elkaar en in veel gevallen van geestverruimende middelen. Het publiek vormde een bonte mix van mensen: intellectuelen die al langer tegen het establishment aan trapten, Hells Angels die ondanks hun toen al ruige imago druk bezig waren kinderen te helpen die hun ouders waren kwijtgeraakt, maar bovenal een nieuw type jongeren. Een verslaggever vond hun uitdossingen met jasjes, hoeden, lange jurken, baarden en ruige haren wel wat weg hebben van die van de eerste bewoners van San Francisco.

De naam van het evenement, ogenschijnlijk een wat flauwe woordspeling, was veelzeggend: Human Be-in. Daar zat alles in: menselijkheid, werkelijk zijn, meedoen. De mensen die hier samenkwamen streefden naar persoonlijke bewustwording, samen delen, niet door taboes gehinderde seksualiteit, kleinschalige initiatieven op het gebied van cultuur en politiek, het verleggen van psychische grenzen met drugs, en bovenal de vrijheid om te doen wat ze wilden, zelfs als dat eigenlijk bijna niets was.

De legendarische wijk in San Fransisco

Kloppend hart van de beweging in San Francisco vormde de wijk Haight-Ashbury, in de volksmond ook wel ‘the Haight’ genoemd. Tot in het laatste kwart van de negentiende eeuw lag hier landelijk gebied, maar de komst van de kabeltram had dat ontsloten en bij de stad getrokken. De veelal houten huizen behoorden tot de weinige in de stad die gespaard bleven bij de grote aardbeving van 1906.

Het verval kwam alsnog met de Grote Depressie van de jaren dertig. Na de oorlog stonden veel woningen leeg. Dat bracht de buurt in het vizier van jongeren die op zoek waren naar goedkope huisvesting. Moderne ideeën ontsprongen in een ouderwetse, victoriaans aandoende omgeving. Tegenwoordig zouden citymarketeers van ‘broedplaatsen’ spreken. Een anarchistische beweging die zichzelf de Diggers noemde gaf voor een belangrijk deel mede vorm aan de kleine utopische samenleving met gratis winkels (tot wanhoop van de bestaande middenstanders), gratis gezondheidszorg en gratis evenementen. Hier geen harde, gereguleerde 9-tot-5-maatschappij, maar een leven vol liefde op blote voeten met bloemen in het haar.

Geluk was een vrijstaand huis met huishoudelijke apparaten en een tv

Het tijdperk van Aquarius was begonnen. Zo’n luilekkerland had een magnetische aantrekkingskracht op jongeren. Ook omdat de media er veel aandacht aan schonken. Het weekblad Time kwam met een speciale uitgave onder de titel ‘The hippies: the philosophy of a subculture’.

Korte jurkjes en dierlijk dansen

De gevestigde orde in de Verenigde Staten was al eerder geschokt door nieuwe jeugdculturen en plotseling opkomende muziektrends. In de jaren twintig liepen moraalridders te hoop tegen de jazz en bijbehorende verwildering (dames in korte jurkjes met jongensachtige kapsels en ‘dierlijk dansen’). In de jaren vijftig baarde de opkomst van de rock-’n-roll velen zorgen. Elvis Presley dankte zijn bijnaam ‘the Pelvis’ aan zijn heupgedraai – pelvis is Latijn voor ‘bekken’. Televisiezenders vonden de bewegingen zo obsceen dat zij de zanger niet onder het middel filmden.

Al bleven de zorgen in die periode nog enigszins binnen de perken, jongeren kleedden zich anders, kozen voor een andere haardracht, hielden er een merkwaardige muzieksmaak op na en dansten met wat meer expressie dan voorheen gewoon was. Maar de meesten van hen voegden zich verder tamelijk keurig in het systeem. Na uitspattingen in hun vrije tijd gingen ze als all American boys en all American girls weer keurig aan het werk of aan de studie.

Meer nog dan de meeste andere steden kende het relatief liberale San Francisco een geschiedenis van jeugdige rebellie en ruimte voor tegencultuur. In feite waren Beat Poets als Allen Ginsberg en Jack Kerouac (schrijver van On the Road) al jaren eerder in opstand gekomen tegen het mainstream-denken. Ook zij waren actief op zoek naar nieuwe vormen en gedachten. Ook zij experimenteerden met vrije seks en verdovende middelen. Lsd werd in Californië pas in 1966 verboden. Maar aan de Beat Generation kleefde een wat intellectueler imago: er werd zwaar inhoudelijk gediscussieerd, ze draaiden jazz en waren vooral druk met elkaar.

De hippies waren veel extraverter. Zij droegen geen donkere kleding, maar bonte, veelkleurige uitdossingen. Ze koesterden popmuziek. Toch leek de manier waarop de jongeren in San Francisco zich manifesteerden een stuk bedreigender. Zij morrelden met hun revolutionaire levensstijl aan zo’n beetje alle traditionele normen en waarden.

Opkomst van de boomers

Een nieuwe generatie, de babyboomers, klopte aan de poort. Nog nooit eerder waren er zoveel jonge Amerikanen geweest: de 90 miljoen mensen jonger dan 25 jaar vormden bijna de helft van de totale bevolking. Hun oudere landgenoten hadden herinneringen aan één of twee wereldoorlogen, de crisis van de jaren dertig en, afhankelijk van de plek waar ze opgroeiden, zelfs nog aan een land dat op de natuur veroverd moest worden.

De babyboomers waren groot geworden in een Amerika dat de wind in de rug had. De welvaart nam jaar na jaar en in een flink tempo toe. De Verenigde Staten leken wel één grote suburb te worden, een aangeharkte natie vol shiny happy people. Geluk was een vrijstaand huis met huishoudelijke apparaten en een groot televisietoestel, met daarvoor een oprit met een of meer grote auto’s. Mad Men-achtige reclamemensen lieten het voorkomen of die gezinsidylle de ultieme verwezenlijking van de Amerikaanse droom betekende. Maar hoeveel ruimte voor individuele keuzes, voor echte vrijheid was er nu echt? Moest uiteindelijk niet iedereen in dezelfde burgerlijke mal (one size fits all) worden geperst?

‘There’s a whole generation with a new explanation’

Een toenemend aantal jongeren begon ongemakkelijke vragen te stellen. Het geloof mocht dan prominent aanwezig zijn, maar was er wel ruimte voor werkelijke zingeving in een samenleving die steeds meer ontaardde in een dans rond de gouden kalveren van het kapitalisme? Hoeveel was al die schijnbare paradijselijkheid waard als door de Koude Oorlog continu de nucleaire hel dreigde? Waarom was nu juist die president met jeugdig elan vermoord? Hoe kon het dat de strijd voor gelijke burgerrechten vastliep? Wat rechtvaardigde de almaar groeiende Amerikaanse bemoeienis met de strijd in Vietnam?

Protestliederen en rock ’n roll

Muziek uit die dagen voorzag al het maatschappelijke geëxperimenteer van een passende soundtrack. John Philips van The Mamas and the Papas schreef in niet meer dan twintig minuten het lied ‘San Francisco’. Zanger Scott McKenzie nam het op. Half mei verscheen het als single. Al snel was het een hit.

Dankzij de tekst groeide het uit tot de hymne van The Summer of Love, met passages als ‘There’s a whole generation with a new explanation’ en het refrein ‘If you’re going to San Francisco/ Be sure to wear flowers in your hair/ If you’re going to San Francisco/ You’re gonna meet some gentle people there.’

Popliedjes werden veelvormiger, kritischer van toon en vaak ook langer. Op 1 juni 1967 verscheen Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band, van The Beatles. Die Britse band had de zomer ervoor voor het laatst live opgetreden. Het conceptalbum dat ze nu presenteerden was een demonstratie van breedte en vernuft. In veel teksten van nummers op deze plaat konden de hippies wel iets van hun gading vinden: of het nu ging om ‘With a Little Help from My Friends’ of het licht psychedelische ‘Lucy in the Sky with Diamonds’, een titel die volgens sommigen verwees naar de drug lsd. In ‘She’s Leaving Home’ ging het over een meisje dat wegliep van huis op zoek naar geluk en de vertwijfeling bij de ouders die het niet begrepen (‘We gave her everything money could buy’). Het liedje drong daarmee door tot de kern van het opspelende generatieconflict. Jongeren wilden meer dan welvaart.

Op 16, 17 en 18 juni 1967 namen de bloemenkinderen bezit van Monterey, een plaatsje op zo’n anderhalf uur rijden van San Francisco. Een daar gehouden popfestival trok tussen de 50.000 en 100.000 jongeren. Het was het eerste grootse evenement van dit soort. Lievelingen van de hippiegemeenschap als Grateful Dead en Jefferson Airplane konden niet ontbreken, maar het programma was breder: er waren optredens van onder anderen The Who, The Mamas and the Papas, Janis Joplin en Jimi Hendrix. Scott McKenzie zong zijn hit ‘San Francisco’. Soulzanger Otis Redding beleefde in Monterey, een halfjaar voor zijn dood bij een vliegtuigongeluk, zijn doorbraak naar het blanke publiek. En bij de warme belangstelling voor oosterse religies en mystiek paste een warm onthaal voor de sitarspeler Ravi Shankar.

Liefde een logistieke puinhoop

Artistiek gezien was het een feest. Hier werd muziekgeschiedenis geschreven, door D.A. Pennebaker vereeuwigd in de film Monterey Pop die al even legendarisch werd. Het publiek genoot van het gebodene, van elkaar en van geestverruimende middelen. Logistiek en financiën waren echter een puinhoop. Monterey was zwaar verliesgevend. Pas ruim twee jaar later durfden organisatoren het elders in de VS aan om ook een dergelijk festival te organiseren. Dat werd Woodstock.

Pubers verlieten hun huis, pakten de Greyhound-bus en verwachtten het paradijs

San Francisco’s vrijheid-blijheidexperiment ging de geschiedenisboekjes in als The Summer of Love, maar net als in de natuur lag de periode van bloei eerder. De zomer van 1967 was vooral de vooraankondiging van een onvermijdelijke herfst. Zoals al eerder gevreesd werd Haight-Ashbury overspoeld door jongeren en oudere jongeren. De idealisten van het begin werden meer en meer geconfronteerd met massa’s mensen met andere motieven. Sommigen ging het alleen maar om de drugs, wat ook criminelen trok die hun kans roken. Anderen zagen louter de seksuele mogelijkheden. Het wemelde ook nog eens van de wanna-be’s: types die hippie werden om erbij te horen, meelopers zonder enige overtuiging. Het fenomeen deeltijdhippie kwam op. San Francisco werd een uitje. Afreizen naar het noorden van Californië, daar een tijdje gek doen en dan weer naar huis.

De verleidelijke vrijheid trok ook erg jonge kinderen. Onbezonnen pubers verlieten hun huis, pakten de Greyhound-bus en verwachtten het paradijs. In werkelijkheid werd het vaak een hel. Ze waren vol van de idylle, maar hadden verder geen idee. Jongens en meisjes, soms niet ouder dan een jaar of dertien, veertien, arriveerden in San Francisco met alleen de kleren die ze aanhadden en nauwelijks bagage. In het nieuwe Utopia leek je immers van de lucht te kunnen leven. Daar waren gratis winkels, werd voor niks voedsel verstrekt.

De utopie overspoeld

Dat bleek een misrekening, temeer omdat Haight-Ashbury de toestroom niet aankon. Welvaartskinderen uit de suburbs of van het platteland, die nooit geleerd hadden zelf te overleven, bleken in de wereld van peace and happiness toch grotendeels op zichzelf aangewezen. Bij gebrek aan slaapplaatsen namen ze onvoldoende rust. Ze aten en dronken te weinig en gingen zich tegelijkertijd vaak te buiten aan drugs en alcohol. Verzwakt en met minder weerstand dan normaal waren ze vatbaar voor ziektes. Het lopen op blote voeten leidde tot infecties. Met de eerste kennismakingen met lichamelijke liefde kwamen de seksueel overdraagbare aandoeningen.

In hippiekringen werd het initiatief genomen voor survival schools, waar de kinderen met weinig notie van het echte leven elementaire zaken kregen bijgebracht voor een zelfstandig bestaan. Ondertussen probeerden ook de autoriteiten op hun manier het nodige te doen. Ziekenhuizen vingen degenen op die er het ergst aan toe waren. De politie pikte de jongsten op van straat, om ze vervolgens terug naar huis te sturen.

Op het hoogtepunt waren tussen de 50.000 en 100.000 jongeren in San Francisco voor hun Summer of Love. Het ging de opnamecapaciteit van de stad en zeker van Haight-Ashbury ver te boven.

Ook ouderen kwamen langs. De wijk der wijken werd een toeristische attractie. De straten waren vergeven van de mensen die aapjes kwamen kijken. Met camera’s legden ze de aangetroffen taferelen vast, zodat ze voor thuis ook plaatjes bij hun praatjes hadden. Voor liefhebbers werden speciale bustours georganiseerd. Het Sodom en Gomorra kon dan veilig vanachter glas worden bekeken. Alle hoogtepunten van Haight-Ashbury werden aangedaan. Bezoekers kregen een verklarende woordenlijst die hen snel wegwijs maakte in de taal van de hippies.

Einde van de zomer

Tegen het einde van de zomer werd het rustiger. Veel mensen hadden werk, school of studie weer opgepakt. Voor anderen was de eerste sensatie eraf of ze waren vastgelopen, omdat zoveel vrijheid hun toch te veel was geworden. Een deel van de hippies van het eerste uur vluchtte naar het platteland, waar ze vaak communeachtige gemeenschappen vormden, of ze reisden op zoek naar spiritueel heil af naar Azië.

Op 6 oktober 1967 trok een rouwstoet door de straten van Haight-Ashbury. Vooropgingen de dragers van een grijze kist met daarop de tekst ‘Summer of Love’. De organisatoren van deze ceremonie, met als motto The Death of the Hippie wilden duidelijk maken dat het experiment in San Francisco ten einde was. Het was tijd om de revolutie naar elders te brengen, om te beginnen naar de plaatsen waar al die jongeren die in de afgelopen tijd naar deze plek in Californië waren gekomen oorspronkelijk vandaan kwamen.

De proeftuin in Haight-Ashbury was nooit voor de eeuwigheid bedoeld geweest. De onvoorziene massale toeloop en de uitwassen die daarvan het gevolg waren, zoals excessen op het gebied van gezondheid, commercie en drugshandel, hadden de uitvaart mogelijk wel bespoedigd.

Gezagsgetrouwheid was voorgoed verleden tijd

De verdere verbreiding van de hippie-ideeën betekende ook dat ze verwaterden. Om nog maar niet te spreken over de talloze vaandeldragers van het eerste uur die hun zielenheil gingen zoeken bij goeroes en in sektes. Anderen verloren zichzelf in de verdovende middelen of gingen daar zelfs aan ten onder.

Op het dromerige 1967 volgde bovendien het harde 1968. De Amerikaanse betrokkenheid bij de Vietnam-oorlog werd alleen maar groter. Uiteindelijk zouden meer dan een half miljoen militairen uit de VS actief zijn in Zuidoost-Azië. Martin Luther King en de Democratische presidentskandidaat Robert Kennedy werden vermoord. In Tsjecho-Slowakije smoorden troepen van het Warschaupact de hervormingen van de Praagse Lente uiteindelijk in bloed. In november werd de Republikein Richard Nixon gekozen tot president.

Tegelijk klonken overal de echo’s van The Summer of Love. Literatuur, muziek, mode en beeldende kunst lieten zich inspireren door het experiment in San Francisco. Op massale popfestivals als Woodstock of kleine Nederlandse equivalenten als Kralingen en Pinkpop vierden popliefhebbers de nieuwe vrijheid. De hippiemusical Hair groeide ondanks controversieel bloot op het podium uit tot een wereldwijd succes. Studenten kwamen in opstand tegen in hun ogen te autoritaire universiteitsbesturen: in 1968 in Parijs, een jaar later ook in Tilburg en Amsterdam. Automatische gezagsgetrouwheid was sowieso voorgoed verleden tijd. Hetzelfde gold voor het gedwee volgen van het door ouders en anderen uitgedachte levenspad.

Net als tijdens The Summer of Love leidden de daar geopperde ideeën over vrijheid ook in de praktijk van alledag elders in de wereld tot excessen en ontsporingen. Toch leven veel van de toen geopperde gedachten voort. Kijk bijvoorbeeld naar actuele discussies over duurzaamheid en deeleconomie. En zelfs bij brave mainstream-mensen is altijd wel iets van de licht-anarchistische en eigenzinnige geest van 1967 blijven hangen.

Meer weten:

  • In The Haight-Ashbury. A History beschrijft journalist Charles Perry de gebeurtenissen in de gelijknamige wijk in San Francisco, die dienstdeed als proeftuin voor een nieuwe samenleving. Dit boek over The Summer of Love kwam al uit in 1984, maar kreeg in 2005 een herziene versie.
  • Summer of Love. The Inside Story of LSD, Rock & Roll, Free Love and High Time in the Wild West van Joel Selvin uit 1993 richt zich wat meer op de culturele kanten van het utopische experiment. Vooral de muziek krijgt veel aandacht.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.