Home Dossiers Iran De revolutie van het cassettebandje

De revolutie van het cassettebandje

  • Gepubliceerd op: 28 november 2023
  • Laatste update 16 apr 2024
  • Auteur:
    Fanta Voogd
  • 11 minuten leestijd
Een menigte in Teheran luistert naar een opname op cassettebandje van ayatollah Khomeini, 1978. Khomeini zat in ballingschap in Frankrijk.
Demonstratie in Iran
Dossier Iran Bekijk dossier

De uitvinding van de cassetterecorder zorgde wereldwijd voor een democratisering van de muziek- en informatievoorziening. Dat had grote gevolgen in landen zoals Tsjecho-Slowakije, Iran en India. Illegaal gekopieerde en verspreide cassettebandjes konden een boodschap van vrijheid verspreiden, maar ook van haat en geweld.

Noord-India werd in 1989 overspoeld door geweld van militante hindoes. Duizenden mensen, voornamelijk moslims, verloren het leven. De aanstichters van de rellen en pogroms gebruikten de modernste media om de massa te bespelen. ‘De golf van collectieve razernij is opzettelijk aangewakkerd door een tot voor kort onbekend apparaat: de video- en audiocassettespeler,’ schreef het Indiase weekblad Mainstream. Volgens The Times of India reden tijdens nachtelijke, bloedige rellen in de stad Agra auto’s door de straten waarvan de ingebouwde cassettespelers keihard opnames van hulpgeroep en moordzuchtig geschreeuw lieten horen.

Meer historische verhalen lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Dit had ingenieur Lou Ottens van het elektronicaconcern Philips natuurlijk niet voorzien toen hij begin jaren zestig het prototype van het cassettebandje in elkaar knutselde. Maar zijn uitvinding, die gewone mensen in staat stelde om geluid op te nemen of te kopiëren op een handzame en goedkope drager, opende een doos van Pandora. Het cassettebandje zorgde voor een heuse mediarevolutie, met alle positieve en negatieve effecten die daarbij horen.

Nederlandse Edison

Het cassettebandje werd niet in één dag geschapen. Er gingen ten minste dertien pogingen om een magnetische geluidsdrager in een handig doosje onder te brengen vooraf aan de introductie van het Philips-cassettesysteem. De compact cassette was welbeschouwd een kleine en goed functionerende versie van de Amerikaanse sound tape cartridge van elektronicabedrijf Radio Corporation of America (RCA) uit 1958. Deze was niet alleen twee keer groter, maar liep ook om de haverklap vast. Door een uitwisselingscontract met RCA kon Ottens van de Philips-fabriek in het Belgische Hasselt de patenten op die techniek gewoon gebruiken.

Lou Ottens met zijn cassettebandje, 1988.
Lou Ottens met zijn cassettebandje, 1988. Bron: ANP.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Je zou Ottens met recht de Nederlandse Edison kunnen noemen. Niet alleen was hij verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de compact cassette (1963), maar later ontpopte hij zich ook tot het brein achter de compact disc (1983). De vergelijking met Thomas Edison wees hij zelf overigens ferm van de hand: ‘Je doet het samen. In Hasselt hebben we met tien à twaalf mensen aan de ontwikkeling van de cassette gewerkt.’ Zij hadden toen nog geen besef van de enorme potentie van de cassetterecorder. ‘Je moet je voorstellen dat we die tijdens de ontwikkeling in 1960 nog zagen als een dicteerapparaatje,’ zei Ottens toen ik hem in 2007 interviewde voor het vakblad De Ingenieur. Hij typeerde zijn uitvinding zelfs als ‘een soort speelgoed’.

Tijdens de Berlijnse Internationale Funkausstellung van 1963, een beurs voor consumentenelektronica, liet Philips het publiek voor het eerst kennismaken met de EL 3300-cassetterecorder. De introductie in Berlijn ging gepaard met opvallend weinig ophef. Nederlandse kranten meldden dat zangeres Anneke Grönloh er met veel succes optrad, maar het nieuwste snufje bleef onbesproken. Bij de officiële presentatie in Nederland, tijdens de Amsterdamse elektronicabeurs Firato van september 1963 in de RAI, maakten enkele Nederlandse kranten terloops melding van een bandrecorder met cassettesysteem. Sindsdien dook de ‘pocketrecorder’ met enige regelmaat op in krantenadvertenties, maar dan nog slechts als een van de vele bandrecordermodellen van Philips.

‘Cassettebandjes zijn sterker dan gevechtsvliegtuigen’

In grote lijnen hangt de technologische ontwikkeling niet af van een enkele geniale ingenieur, uitvinder of ondernemer. Ook zonder Philips of Lou Ottens was er vroeg of laat een of ander cassettebandje op de markt gekomen. Maar hoe, waar en wanneer een nieuwe technologie doorbreekt, kan afhangen van kleine toevalligheden. In 1961 hadden Philips en Grundig besloten in de Weense Philips-fabriek gezamenlijk een cassetterecorder te ontwikkelen, bestemd voor het gebruik in de huiskamer. Noch Grundig-directeur Max Grundig, noch de technici in Wenen wisten dat Ottens’ afdeling in Belgisch-Limburg tegelijkertijd een draagbare cassetterecorder ontwikkelde.

Toen de Hasseltse cassette vaste vormen kreeg, begon er iets te knagen bij Ottens en zijn collega’s. Een paar maanden voor de presentatie in Berlijn stelden zij de leiding in Eindhoven voor om dat te melden bij Max Grundig. ‘Eindhoven’ vond dat niet nodig; de cassette uit Hasselt bediende immers een volstrekt andere markt dan die uit Wenen. Uiteindelijk zou Grundig pas een paar weken voor de Funkausstellung in september 1963 op de hoogte worden gesteld van het kleine wonder uit Hasselt. Ottens: ‘Toen barstte hij natuurlijk in woede uit. Grundig verklaarde ons meteen de oorlog. Hij maakte een einde aan de samenwerking en gaf zijn productontwikkelaar opdracht om de Doppelt Cassette te ontwerpen. Hij zou ons wel even een poepie laten ruiken.’

Het cassettesysteem waarmee Grundig in 1965 op de proppen kwam, was een kopie van de compact cassette, maar dan een tikje groter. Ook Japanse concurrenten brachten imitaties op de markt, ieder op eigen formaat. Toen Ottens in 1966 naar Japan ging om daar een stuk of tien fabrikanten een voorstel te doen voor een standaardformaat, kreeg hij van Sony-topman Norio Ohga te horen dat Grundig een week eerder langs was geweest om zijn systeem helemaal gratis aan te bieden. Ohga maakte slim gebruik van het Europese geruzie en probeerde Ottens ervan te overtuigen dat Philips hetzelfde zou moeten doen. In het voorjaar van 1966 besloot Philips inderdaad de licentie voor de compact cassette en de apparatuur grotendeels gratis beschikbaar te stellen aan de concurrentie.

Buigzame kracht

De Telegraaf had al vroeg een scherp oog voor de kracht van cassettetechnologie. ‘Volgt de musicassette de grammofoonplaat op?’ kopte de krant op 29 september 1966. Drie jaar na de introductie begreep de anonieme schrijver van het artikel als eerste dat de ‘kunststof cassette, die nauwelijks groter is dan een pakje sigaretten, een belangrijke plaats naast de grammofoonplaat zal innemen’. De krant constateerde enerzijds dat de uitstekende geluidskwaliteit van voorbespeelde cassettes het systeem geschikt maakte voor gebruik in de huiskamer. Anderzijds zorgde de schokbestendigheid ervoor dat het zich ook leende voor gebruik in de auto. Daarmee beschreef De Telegraaf precies de buigzame kracht van de nieuwe geluidsdrager. Eind jaren zestig kwam de eerste stereocassetterecorder op de markt. Het ‘portable’ gebruik zette door met de komst van de autoradiocassetterecorder (1968), de Sony Walkman (1979) en de gettoblaster (1985).

Het besluit om de licentie vrij te geven zorgde ervoor dat het Philips-systeem in korte tijd wereldwijd werd overgenomen als standaard en concurrerende systemen als dat van Grundig uit de markt drukte. Zelfs de Amerikaanse 8-track tape, de enige overgebleven concurrent, dolf uiteindelijk het onderspit. Zonder deze onvoorziene samenloop van omstandigheden en Philips’ noodgedwongen keuze voor een opensource-strategie, was de kans groot geweest dat een systeemstrijd het wereldwijde succes van het cassettebandje nog jarenlang in de weg had gestaan. Een vleugelslag van een vlinder, die een orkaan tot gevolg had.

Omzeilen van censuur

Wanneer je kijkt naar aantallen en verspreiding, was de triomftocht van het cassettebandje veel indrukwekkender dan die van de grammofoonplaat een paar decennia eerder. Volgens een serieuze schatting uit 1999 bedroeg het totaalaantal verkochte cassettebandjes, bespeeld en onbespeeld, 50 à 100 miljard.

Het rammelende doosje had wereldwijd een enorme invloed op de muziekbeleving. In de westerse landen gingen muziekliefhebbers er zonder scrupules toe over massaal illegaallangspeelplaten te kopiëren, waarvan er meestal precies twee pasten op een C90-cassette (twee keer 45 minuten geluidsband). Beschikte een gemiddelde muziekliefhebber in 1965 over een platenkoffertje met lp’s of singles, rond 1980 kon zelfs een scholier met een krantenwijk zich het bezit van een flinke stapel cassettes veroorloven. Het thuis opnemen van muziek bracht de platenmaatschappijen tot wanhoop. Het gaf een voorproefje van de wijze waarop twintig jaar later peer-to-peer-netwerken als Napster het verdienmodel van de muziekindustrie ondergroeven. Aan de aanbodzijde leidde cassettetechnologie in West-Europa tot een bescheiden golf van in eigen beheer uitgebrachte, veelal experimentele popmuziek.

Het thuis opnemen van muziek bracht de platenmaatschappijen tot wanhoop

In de tweede en derde wereld was de weerslag op de muziekproductie veel groter. Veel ontwikkelingslanden hebben het grammofoontijdperk goeddeels overgeslagen. De komst van de cassetterecorder bracht voor het eerst de aanschaf van geluidsdragers binnen het bereik van grote delen van de bevolking. Vervolgens hield de cassette tot in de eenentwintigste eeuw stand tegen de opmars van de compact disc, met name in Afrika.

Cassettetechnologie vervulde bovendien, naast de vertrouwde megafoon en stencilmachine, een belangrijke rol als aanjager van verzet. In het communistische Tsjecho-Slowakije werd de band The Plastic People of the Universe populair doordat hun verboden grammofoonplaten voortdurend op cassettes werden gekopieerd. De arrestatie van de bandleden in 1976 bracht schrijver, dissident en latere president Václav Havel en zijn geestverwanten tot de oprichting van de beweging Charta 77, ter verdediging van de mensenrechten.

Kraam met cassettebandjes in Iran, 1979.
Kraam met cassettebandjes in Iran, 1979. Bron: ANP.

Niet alleen met de uitholling van het auteursrecht, ook doordat censuur makkelijker kon worden omzeild nam de cassetterecorder een voorschot op de latere mogelijkheden van internet. In Iran speelden de clandestien binnengesmokkelde cassettebandjes met de toespraken van ayatollah Khomeini een sleutelrol in de aanloop van de Islamitische Revolutie van 1978-1979. ‘Cassettebandjes zijn sterker dan gevechtsvliegtuigen,’ verklaarde Khomeini’s woordvoerder Abolhassan Sadegh – die overigens anderhalf jaar na de revolutie door zijn voormalige strijdmakkers ter dood werd gebracht.

Jihad

In 1993 – vlak voor de doorbraak van internet – publiceerde de Amerikaanse musicoloog Peter Manuel Cassette Culture, een diepgravend onderzoek naar de wijze waarop de draagbare cassetterecorder een culturele, maatschappelijke en politieke omslag heeft veroorzaakt in India. De bijna monopolistische platenindustrie moest vanaf 1980 in een paar jaar tijd plaats inruimen voor een lappendeken van honderden lokale cassetteproducenten. Manuel beschrijft de omwenteling als een verrijking, die recht deed aan de religieuze, etnische, taalkundige en culturele diversiteit van het enorme land. Een verademing in vergelijking met de eenzijdige, Hinditalige, mainstream muziekindustrie, die sterk leunt op de filmindustrie in Mumbai, waar aan de lopende band musicals worden geproduceerd.

Piep, knor en kraak

Een beetje weggezakt in de collectieve herinnering is dat het cassettebandje gedurende de prille jaren van de personal computer ook nog dienst heeft gedaan als gegevensdrager. De programmeerbare rekenmachine van Hewlett-Packard van 1972 was uitgerust met een cassetterecorder. Een deel van de zogeheten homecomputers van Commodore, IBM en Apple, die vanaf 1977 op de markt verschenen, maakte gebruik van compact cassettes als opslagmedium. Evenals sommige spelcomputers.

Een nog dieper in vergetelheid geraakt hoofdstuk uit de computer- én cassettegeschiedenis is dat van Hobbyscoop! en Basicode. Alleen de vroegste computerhobbyisten of gamers zullen nog herinneringen hebben aan deze destijds uiterst geavanceerde, maar nu aandoenlijk omslachtige manier om software te downloaden. Eind 1979 begon het populaire NOS-radioprogramma Hobbyscoop! met het uitzenden van een piep-, knor- en kraakgeluid, dat thuis met een cassetterecorder werd opgenomen door een paar duizend bezitters van een homecomputer. Het geluid bevatte de codering van computerprogramma’s, zoals games of een boekhoudprogramma, die de luisteraar kon uitvoeren op de eigen computer. De NOS maakte daarbij gebruik van de speciaal voor dat doel ontwikkelde universele programmeertaal Basicode. Het Nederlandse initiatief kreeg in 1983 navolging van de BBC.

Maar Manuel wijst ook op de ontwrichtende en polariserende effecten van de nieuwe technologie. De verspreiding van militante toespraken op cassettebandjes heeft in de jaren tachtig bijgedragen aan het toenemende geweld van radicale sikhs in de noordelijke deelstaat Punjab en de moord op premier Indira Gandhi in 1984. In de provincie Kasjmir werden de gematigde islamitische krachten in het nauw gedreven, mede door de populariteit van op bandjes verspreidde separatistische liederen, waarin werd opgeroepen tot de jihad.

Veel ontwikkelingslanden hebben het grammofoontijdperk goeddeels overgeslagen

De Indiase parlementsverkiezingen van 1989 luidden het begin in van de neergang van de Congrespartij, die sinds de onafhankelijkheid de nationale politiek had gedomineerd. Volgens Manuel waren dit de eerste Indiase verkiezingen waarbij massamedia een cruciale invloed hadden op de uitslag. Niet de staatstelevisie, die weinig gewicht in de schaal legde door haar strikt neutrale berichtgeving. Niet de dagbladen, die een beperkt bereik hadden in het laaggeletterde land. Maar de wijde verspreiding van keer op keer gekopieerde video- en vooral audiocassettebandjes met partijpropaganda hadden de politieke verhoudingen opgeschud. De verkiezingszege van de rechts-populistische en militant-hindoeïstische Bharatiya Janata Party (BJP) in 1989 was nog maar het begin. Sinds 1996 is de BJP bij de meeste landelijke verkiezingen als grootste uit de bus gekomen. Sinds 2014 is de partij onder aanvoering van premier Narendra Modi onafgebroken aan de macht.

Taliban-leden met cassettebandjes met een speech van hun leider Mohammed Omar, 2001.
Taliban-leden met cassettebandjes met een speech van hun leider Mohammed Omar, 2001. Bron: ANP.

De auteur van Cassette Culture sluit zijn studie af met bittere woorden over het ‘gif’ dat via nieuwe media wordt verspreid. ‘Toepassingen van nieuwe technologieën zoals cassettebandjes laten zien dat democratische, van onderaf gestuurde massamedia nauwelijks een garantie vormen voor progressieve, humanistische geluiden,’ schrijft hij. ‘Het gebruik van cassettebandjes om religieuze haat en geweld in India aan te wakkeren laat zien hoe de idealistische droom van een grassroots massamedium kan veranderen in een nachtmerrie van venijnig misbruik, cynische manipulatie en bloedvergieten.’

Als je het woord ‘cassettebandjes’ in dit citaat vervangt door ‘internet’ of ‘sociale media’, wordt in één oogopslag duidelijk dat Manuel met zijn analyse een voorschot nam op de ontgoocheling over het wereldwijde web. De jaren van de doorbraak en opmars van internet – tussen 1994 en 2000 – werden getekend door een grenzeloos optimisme over de economische, democratische en verbroederende potentie van het nieuwe medium. Met het uit elkaar spatten van de internetzeepbel in 2000, de ondergang van Second Life in 2008 en de verkiezingswinst van Donald Trump in 2016 groeide schoksgewijs het besef dat internet ook een duistere kant heeft, waar oplichting, kinderporno, pesterijen, polarisatie, complottheorieën, racisme en leugens gedijen. Nieuwe communicatietechnologie is zelden louter zegenrijk.

Meer weten

  • Cassette Culture (1993) door Peter Manuel is een diepgravende studie naar de sociale effecten van het cassettebandje in Noord-India.
  • Doing Cultural Studies. The Story of the Sony Walkman (1991) door Paul du Guy, Stuart Hall e.a. is een klassiek handboek voor studenten.
  • Het interview met Lou Ottens (2007) door Fanta Voogd is hier te lezen.

Openingsbeeld: Een menigte in Teheran luistert naar een opname op cassettebandje van ayatollah Khomeini, 1978. Khomeini zat in ballingschap in Frankrijk. Bron: ANP.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 12 - 2023