Geruime tijd wisten de ruige Daciërs de macht van Rome te weerstaan. Daarom zijn de Roemenen nog steeds trots op deze verre voorouders. Bovendien zijn ze gefascineerd door hun zilveren en gouden schatten. In januari 2025 werden een bijzondere helm en drie armbanden gestolen uit het Drents Museum.
Twee millennia geleden zagen de Karpaten in Transsylvanië er anders uit dan tegenwoordig: ruiger, minder bosrijk. Er leefde een gehard bergvolk, de Daciërs, op een kruispunt van culturen. Hun regio verbond het Middellandse Zeegebied met andere delen van Europa. Volgens hun tijdgenoten handelden ze in zout, vee en slaven, en bezaten ze goud- en zilverschatten.
Meer beeldessays lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.
Ze waren bekwame edelsmeden, zo blijkt uit opgravingen. Veel van hun sieraden en munten zijn gevonden rondom nederzettingen, op plaatsen waar ze die zelf in de grond moeten hebben gestopt. En lang niet altijd als grafgiften, waarschijnlijk hadden ze een rituele functie.

Toevallige vondst
Kinderen ontdekken deze helm begin twintigste eeuw bij Coțofenești. Hij is vrijgespoeld door de regen. Ze spelen ermee en hij dient zelfs als drinkbak voor vee. Tot in 1929 iemand inziet dat het een archeologisch object is en de helm terechtkomt in het Nationaal Archeologisch Museum in Boekarest. De helm stamt uit de vierde eeuw voor Christus. Het is een in goud nagemaakte leren helm versierd met lynxen en griffioenen. In 2025 wordt de helm gestolen bij een tentoonstelling in het Drents Museum.

Het goud voor hun kunstvoorwerpen en munten zeefden ze uit de rivieren, waarschijnlijk hakten ze het goud nog niet uit. Ze waren in staat tot op de gram nauwkeurig het gewicht van zilveren en gouden voorwerpen te bepalen.
Lokaal goud
Lange tijd was niet zeker waar het goud voor de sieraden, kledingaccessoires en tafelgerei van de Daciërs vandaan kwam. Na atoom- en nucleair onderzoek is inmiddels duidelijk dat ze zijn gemaakt van ongeraffineerd lokaal goud, waarin nog sporen van koper en zilver zitten. De Daciërs konden metalen nog niet van elkaar scheiden. Het zilver dat ze gebruikten kwam uit een andere regio.

In de eerste eeuw voor Christus wist koning Boerebista de Daciërs te verenigen en omliggende stammen te onderwerpen. Even dreigde een oorlog met het Romeinse Rijk, maar voor het zover kwam werd hij tijdens een opstand vermoord. Na een rustige periode begon de Dacische koning Decebalus de Romeinen te tergen. Dat leidde tot twee oorlogen, die de Romeinen in 106 n.Chr. definitief wonnen. Na een lange belegering viel de hoofdstad Sarmizegetusa Regia en sneed Decebalus zelf zijn keel door om te voorkomen dat de vijand hem levend in handen kreeg. Maar de Romeinen kregen zijn lichaam wel te pakken: zijn hoofd werd bij keizer Trajanus bezorgd. Ook namen ze al zijn bezittingen in. Goud, zilver, stoffen, bont, vee en 50.000 slaven werden afgevoerd naar Rome.

Het gulden vlies
Goud werd in de Oudheid onder meer uit rivieren gewonnen door slib op een schapenvacht te scheppen en dat eraf te spoelen, zodat klompjes goud in de haren bleven hangen. Dat is waarschijnlijk de oorsprong van de Griekse mythe over het Gulden vlies, de gouden vacht waarnaar Jason en de Argonauten op zoek gaan.

Trajanus liet in Rome een triomfzuil neerzetten, waarop de overwinning op de Daciërs als een stripverhaal is weergegeven. Te zien is hoe de schatten worden ingepakt en meegenomen. Het gebied van de Daciërs werd een provincie van Rome, dat er enorme hoeveelheden goud begon te delven. De grote hoeveelheid goud die er na de val van Decebalus op de markt kwam, leidde zelfs in Alexandrië tot een koersdaling van 26 procent.
Nooit heeft een Romeins leger zoveel geroofd als van de Daciërs.


Afbeeldingen: National History Museum of Romania/Marius Amarie .