Home Carmiggelt

Carmiggelt

  • Gepubliceerd op: 12 januari 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Paul Arnoldussen
  • 2 minuten leestijd

Columnisten, zo maakte Parool-hoofdredacteur Sytze van der Zee mij bij zijn komst eind jaren tachtig duidelijk, moeten controversieel zijn. Gedonder in de glazen, debat in het café, spraakmakendheid, daar ging het om. En zo verdwenen goedaardige, verstandige figuren als de schrijvers Willem van Toorn en A.L. Snijders uit de kolommen. En Theo van Gogh kwam binnen.


Theo voldeed aan Van der Zee’s eisen. Op 28 juni 1989, kort na de dood van filmkenner Simon van Collem, maakte hij gehakt van hem. In diezelfde column schreef hij graag te zullen spreken bij het graf van Joris Ivens. ‘Er wordt te weinig overleden,’ waren de laatste woorden van deze bijdrage. Het trof dat toevallig diezelfde avond Joris Ivens metterdaad overleed.

De poppen dansten toen wel heel uitbundig. De gezamenlijke bioscoopexploitanten waren zo verontwaardigd dat ze hun wekelijke filmladder uit de krant terugtrokken. Een forse financiële aderlating. Theo van Gogh besloot zijn column te staken. ‘Zonder enige druk van Van der Zee,’schreef hij letterlijk in zijn laatste stukkie. Nadien beweerde Van Gogh bij hoog en bij laag dat hij er bij Het Parool uitgegooid was, dat vond hij kennelijk heroïscher. Enfin, het zal wel niet de laatste rechtzetting van de beweringen van Van Gogh zijn, en ik geloof, toegegeven, dat we destijds niet erg ontdaan waren bij zijn vertrek.

Ik denk hieraan omdat dit mijn laatste column is op deze plek en omdat ik niet heb voldaan aan de criteria van Van der Zee. Bij elkaar zijn maar twee lezers boos op me geworden, en boos, dat is het woord eigenlijk niet. Ze waren het niet met me eens of ze plaatsten een kanttekening. Verder was er vooral stilte. In tijden van persoonlijke onzekerheid maakte ik me daar wel eens zorgen om.

Maar dan dacht ik aan collega Karl Marx van de Rheinische Zeitung, die ook niet na ieder stuk post kreeg, en aan Simon Carmiggelt. Die kreeg vooral reacties als hij er expliciet om vroeg. Een enkele keer ook ongevraagd hoor, bijvoorbeeld toen hij schreef dat zijn moeder zo veel gevoel voor humor had. Een lezeres reageerde: ‘Als uw moeder zoveel gevoel voor humor heeft, waarom laat u haar die stukjes van u dan niet schrijven?”
Mijn moeder komt niet in aanmerking als nieuwe columniste. Het schijnt wel een vrouw te worden hoorde ik. Ik wens haar evenveel plezier bij het schrijven voor dit blad als ik heb gehad.

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.