Home Canons zingen

Canons zingen

  • Gepubliceerd op: 17 juni 2009
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Nelleke Noordervliet
  • 3 minuten leestijd

De deadlines en verschijningsdata van Historisch Nieuwsblad sporen niet lekker met de discussie over de Canon. Sowieso ligt er een behoorlijke tijd tussen mijn deadline en het moment dat het blad bij u in de bus ligt. Dat geeft me vaak het gevoel mosterd na de maaltijd te serveren. Dat hoeft niet zo erg te zijn, daar geschiedenis per definitie mosterd na de maaltijd is, maar toch moet een Nieuwsblad actueel zijn. Daarom ten overvloede misschien toch nu weer over de Canon, die op dit moment vers in de winkel en op het world wide web ligt, maar over een paar weken misschien al oudbakken is.

Nu de Canon er is, staat het een beetje raar om over zin of onzin van zo’n ding te praten, hoewel dat in feite nog de meest interessante discussie was. Het is overigens onduidelijk of de blauwe poster kracht van wet gaat krijgen en in hoeverre eigenwijze onderwijzers en dissidente geschiedenisdocenten hun eigen pad mogen volgen. Nu de Canon er is, gaat het gesprek zoals te verwachten was vooral over wat er niet in staat. De een wil zus benadrukt zien, de ander wil aan zo aandacht besteden. En eigenlijk had de commissie dit of dat gemoeten. De reacties die door ingelogde critici op de site zijn opgenomen, hebben het karakter van een chatbox. Geharnaste verdedigers van een persoonlijk specialisme treft men erop aan, naast de bekende gekken die in iedere zinswending een complot van de ‘linkse kerk’ zien.

De commissie heeft zich in zijn omvangrijke toelichting aardig ingedekt tegen alle kritiek door het open karakter van de Canon te benadrukken. Maar wat heb je aan een canon die geen canon wil zijn? Ik denk dus dat de openheid van de commissie een valse knieval is. De commissie is een hand van staal in een fluwelen ovenwant. Ik maak me sterk dat er hooguit iets aan een aperte fout wordt gedaan, zoals die waarmee een Rotterdammer zijn cri de coeur begon: ZPELVAUT! Maar of de niet-genoemde vroeg-Limburgse landbouwers aan hun trekken komen tegenover de lieden van de trechterbekercultuur in Drenthe valt nog te bezien. Van Oostrom zegt pas over een paar jaar de Canon weer op de schop te willen nemen wegens voortschrijdend inzicht. Ja, dan zijn ze door de voorraad posters heen en zijn de kosten afgeschreven.

In feite is er niet zoveel nieuws door de commissie gebracht, en dat wilden ze ook niet. Behalve de dwaallichten die hun vakopleiding in de jaren tachtig en negentig genoten, zal er wel geen leraar zijn die niet op enig moment heeft getracht een besef van continuïteit aan te brengen bij zijn leerlingen via een tijdbalk en een aantal daarop afgezette gebeurtenissen.

De Canon heeft als excuus meegekregen een leidraad te zijn voor het geschiedenisonderwijs op scholen. Wat dat betreft is er geen vuiltje aan de lucht. De vijftig vensters geven uitzicht op een interessant landschap waar ieder zijn eigen accent kan leggen. Voor de luie leraar is het een braaf kader. De avontuurlijke leraar ging sowieso al zijn gang. Maar er is met die Canon meer aan de hand. En daar kan de canoncommissie als zodanig weinig aan doen. Hij wordt de inzet van een discussie over de toelaatbare mate van nationalisme in het denken over het eigen grondgebied en de geschiedenis ervan. Hij wordt de inzet van een identiteitsdiscussie die in een typisch Nederlands verschijnsel ontaardt: een verzuilde identiteit in de vorm van alternatieve canons. De bètacanon wordt door de Volkskrant gesponsord. Opzij zal zich vast wel gaan buigen over een feministische canon, waarna de katholieken en de gereformeerden en de homoseksuelen en de Oranjeklanten niet achter kunnen blijven. Achter de ramen zullen mensen in plaats van verkiezingsposters de door hen ondersteunde canon hangen, ieder in een eigen kleur, opdat we allen weten tot welke kerk men behoort. Ook zullen er afsplitsingen zijn van de ‘blauwe’ Canon, waar critici een bepaald venster vervangen door het hunne. Te voorspellen valt dat zulks zal gebeuren met de vensters die nu al de meeste kritiek uitlokken: het hunebedvenster, het VOC-venster en het venster van de Indonesische vrijheidsstrijd. Ze doen maar. We hebben een canon. Hij kan de la in.

Nelleke Noordervliet

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.