Biografie van rasopportunist Kissinger wel erg breedvoerig
Voordat Henry Kissinger in 1969 Nationaal Veiligheidsadviseur onder president Richard Nixon werd, had hij al een bewogen leven achter de rug. De Britse historicus Niall Ferguson, als hoogleraar op Harvard en echtgenoot van Ayaan Hirsi Ali woonachtig in de Verenigde Staten, laat het zojuist verschenen deel 1 van zijn Kissinger-biografie eindigen in 1968. Kissinger is dan 45 jaar.
Na een mooi inleidend hoofdstuk over hoe de in het Duitse Fürth geboren Heinz Kissinger in de loop van de afgelopen zestig jaar zoal is beoordeeld, schrijft Ferguson een veel te breed opgezet boek over de toestand in Duitsland voor 1940, het verloop van de Tweede Wereldoorlog en van de Koude Oorlog die daarop volgde.
Kissinger heeft het allemaal meegemaakt (hij vocht voor het Amerikaanse leger in zijn voormalige vaderland), maar voor een biografie was het beter geweest om minder vanuit de wereldgeschiedenis te schrijven en meer te redeneren vanuit het perspectief van de latere Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken.
Bij vlagen doet Ferguson dat ook wel. Zo maakt hij goed duidelijk waarom de Joodse familie Kissinger in 1938 vanuit Duitsland naar de VS moest vluchten, waar zij trouwens met een verbeten antisemitisme te maken kreeg. Kissingers loopbaan – van ontvetter van scheerkwasten tot hoogleraar internationale betrekkingen op Harvard en adviseur van presidenten – wordt terloops beschreven. In 1951 werd hij adviseur, vooral over psychologische oorlogvoering, bij het Operations Research Office. Later blijkt dat de CIA menige Harvard-conferentie financierde.
Kissingers rol als adviseur van gouverneur Nelson Rockefeller en later van John F. Kennedy wordt door Ferguson doorspekt met rare aanvallen op Kennedy, wellicht om te maskeren dat Kissinger soms een regelrechte opportunist was. Het helpt ook niet dat een geprononceerde opvatting over Kissinger meestal wordt ingeleid met de zinsnede ‘Er is vaak gezegd dat…’ of ‘Er zijn mensen die beweren…’, om vervolgens dergelijke anonieme meningen te weerleggen.
Halverwege Kennedy’s presidentschap switcht Kissinger weer naar Rockefeller, die aan de presidentsverkiezingen van 1964 wil deelnemen. Verkeerd gegokt, maar in de loopbaan van Kissinger maakt dat niet zoveel uit. Hij dient alle presidenten van zijn tijd, Democraat of Republikein.
Het grootste deel van dit boek bestaat uit Kissingers opvattingen over internationale politiek. Alleen al zijn vaak gedebiteerde mening dat het snel inzetten van kernwapens op kleine schaal (bijvoorbeeld tijdens de Cuba-crises) een langdurige oorlog zou kunnen voorkomen, maakte hem tot een Realpolitiker. Dat Ferguson dit eerste deel De idealist noemt is alleen te verklaren uit Kissingers levenslange belangstelling voor de eerste Duitse idealistische filosoof Immanuel Kant.
Kissinger was halverwege de jaren zestig een wereldberoemde man. Toen hij in 1966 samen met Rockefeller een reis door Europa maakte om daar alle belangrijke regeringsleiders te ontmoeten, verzocht hij geen persbericht uit te doen gaan over deze missie. Die was namelijk gepland aan het begin van het semester op Harvard, en hij had zich daar niet afgemeld.
Hans Renders is directeur van het Biografie Instituut Groningen.
Historisch Nieuwsblad interviewde Niall Ferguson over dit boek. Lees het hier.