Home BOEKEN: Jan de Quay (1901-1985). Een biografie

BOEKEN: Jan de Quay (1901-1985). Een biografie

  • Gepubliceerd op: 29 oktober 2014
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Hans Renders

Het publieke leven van Jan de Quay (1901-1985) voltrok zich in de slagschaduw van de in juli 1940 opgerichte Nederlandse Unie. Elke keer als na de oorlog een belangrijke bestuurlijke of politieke functie voor hem in beeld kwam, stuitte hij op weerstand vanwege zijn aandeel in die Nederlandse Unie, een volksbeweging die als buffer tussen de NSB en de Duitse bezetter wilde fungeren. In het oprichtingsmanifest werd gesproken over ‘de erkenning van de gewijzigde verhoudingen’, door Loe de Jong in Het Koninkrijk uitgelegd als een collaborerende houding.

Inderdaad, zo schrijft Cees Meijer in zijn biografie van KVP-politicus De Quay, antidemocratische tendensen zaten er zeker in de Unie, maar van collaboratie was geen sprake. Al was een van de oprichters, Linthorst Homan, op dat punt bereid om verder te gaan dan zijn kompanen. In een apart hoofdstuk beschrijft de biograaf hoe de Unie al naar gelang het tijdsgewricht steeds weer anders beoordeeld werd, maar het bleef altijd pijnlijk voor De Quay.

Het heeft lang geduurd voordat er een volwaardige biografie kwam van de man die bijna uit het niets in 1959 premier van Nederland werd en een kabinet leidde dat ook nog eens vier jaar bleef zitten. Rond zijn nagelaten dagboeken hing een zweem van geheimzinnigheid. Hoe dan ook, Meijer heeft er nu dankbaar gebruik van kunnen maken en daarom krijgen we als het ware een dubbelcommentaar op het openbare leven van De Quay: het verhaal dat Meijer op basis van archiefstukken en andere bronnen vertelt en de opmerkingen die de hoofdpersoon er zelf over neerpende, niet voor de openbaarheid bedoeld.

Dat laatste weten we zo zeker omdat De Quay zichzelf bepaald niet spaarde. Hij vond zichzelf een slechte premier, meer bemiddelaar dan onderhandelaar, en dat zorgde ervoor dat hij zich in het openbaar de kaas van het brood liet eten, onder meer door zijn minister van Buitenlandse Zaken Joseph Luns. Toch moet De Quay geprezen worden als politicus, onder meer voor zijn rol in de eindfase van de kwestie-Nieuw-Guinea.

In 1945 was hij een paar maanden minister geweest; daarna werd hij commissaris van de Koningin in ‘zijn’ provincie Noord-Brabant. Toen hem in 1956 door partijgenoten Louis Beel en Carl Romme gevraagd werd premier te worden, overlegde hij een doktersverklaring als argument om ‘nee’ te zeggen. Drie jaar later was hij gezond en ontkwam hij er niet aan. Naar wij nu pas kunnen lezen, vond De Quay het premierschap een absolute ramp. In zijn dagboek telde hij de maanden af en als er een kabinetscrisis uitbreekt, schrijft de premier: ‘Innerlijk overgelukkig en dankbaar, dat ik er vanaf ben.’ Zijn kabinet werd toch ‘gelijmd’ en de lijdensweg begon weer.

Meijer heeft alles uit het leven van De Quay gereconstrueerd. Toch komen we er niet precies achter waarom de bekwame en ook wel ijdele De Quay zo leed onder het premierschap. Dat hij het naar zijn zin had als commissaris in Brabant en het gekonkel van gladde politici als Schmelzer of eigenheimers als Luns verafschuwde, zal een rol hebben gespeeld, maar overtuigt toch niet helemaal als argument. Niemand wordt tegen zijn zin premier van Nederland, ook al hebben diverse van zijn opvolgers (Zijlstra en Van Agt), net als De Quay, het tegendeel beweerd.

Aantrekkelijk in deze biografie is dat Meijer aannemelijk weet te maken dat De Quays ervaring als bedrijfspsycholoog, onder meer bij C&A, van invloed is geweest op zijn politieke handelen. Ook laat hij zien dat De Quays corporatistische denkbeelden in de jaren dertig niet gelijkgesteld kunnen worden met Mussolini’s corporatisme, omdat hij de parlementaire democratie wél respecteerde, zij het met moeite. Verder schetst hij het mislukken van ‘de doorbraak’ na de Tweede Wereldoorlog – eerder goed vanuit ander perspectief beschreven, nu ook duidelijk vanuit KVP-standpunt. Samenwerken met andere gezindten is mooi, maar je krijgt uit deze biografie de indruk dat De Quay nooit helemaal is losgekomen van zijn verleden van regionalisme, dat gekenmerkt werd door een anti-Hollands sentiment, met een afkeer van de stedelijke cultuur, die natuurlijk in Den Haag hoogtij vierde.
 
Jan de Quay (1901-1985)
Een biografie
Cees Meijer          
512 p. Boom, € 34,90

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.