Home Alles was anders in 1798

Alles was anders in 1798

  • Gepubliceerd op: 22 september 2004
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Jan Dirk Snel

Jaren die op 48 eindigen, vormen een ijkpunt in de Nederlandse geschiedenis. H.A. Enno van Gelder, die in 1948 een aardig boekje, Vijf eeuwgetijden, over die 48-jaren schreef, typeerde 1748 als de ‘Dageraad der democratie’, terwijl hij 1848 karakteriseerde met ‘Het liberalisme wint’. Tussen beide jaartallen liggen honderd fascinerende jaren waarin er heel erg veel veranderde.



In 1748 en het jaar ervoor gebeurden er twee dingen. Alle gewesten van de Republiek benoemden voor het eerst dezelfde stadhouder, en dat stadhouderschap werd bovendien erfelijk verklaard. Het bleef een rare functie, maar velen zagen er een gecamoufleerde monarchie in. De Republiek was nog steeds een rommelige statenbond, maar het centrale gezag werd steeds meer één en ondeelbaar. 

Verder kwamen in 1748 nogal wat mensen in opstand tegen misstanden. Dat gebeurde wel vaker, maar nu zagen waarnemers er meer in dan een uiting van ongenoegen. Hier zou zich een streven uiten naar volksinvloed op de politiek. Die democratische volksbeweging vestigde haar hoop juist op het nieuwe gezag. Maar daarin zou ze beschaamd worden. 

Honderd jaar later, in 1848, bestond er inmiddels allang een echte monarchie: het Koninkrijk der Nederlanden. Het idee van democratie was inmiddels ver achter de horizon verdwenen, maar dat de koning de macht meer zou moeten delen met de voornaamsten in de maatschappij werd erkend. Er kwamen een nieuwe grondwet en een nieuw kiesstelsel. Dat had weliswaar tot gevolg dat minder mensen dan voorheen naar de stembus mochten, maar de invloed van de kiezers die overbleven, werd wel groter. De macht werd beter verdeeld. 

Het belangrijkste verschil tussen 1748 en 1848 lag echter in een ander aspect. In beide jaren bleef de macht bij een kleine elite, maar in 1748 bleef die elite principieel gesloten. In 1848 was de elite open en iedereen die genoeg geld, opleiding en belangstelling kon zich erbij bijvoegen. 

Moderniteit
Precies daartussenin ligt 1798. Toen zag alles er anders uit. Je waant je in een ander land, en dat was het ook: de Bataafse Republiek. In De metamorfose van Nederland wijst Niek van Sas, hoogleraar geschiedenis na 1750 aan de Universiteit van Amsterdam, voortdurend op het belang van wat er in dat jaar gebeurde, en daar heeft hij volkomen gelijk in. Ga maar na. Het was het enige jaar in de Nederlandse geschiedenis waarin twee staatsgrepen werden uitgevoerd. De eerste coup, op 22 januari, bracht een radicaal bewind aan de macht dat er snel een nieuwe grondwet door jaste. 

En die grondwet veranderde het aanzien van Nederland voor immer. De hele staatsstructuur werd gecentraliseerd. Het land was voorgoed ‘één en ondeelbaar’. Bovendien ging die grondwet uit van een democratische grondgedachte, al was die behoorlijk corrupt: in principe mocht iedere man stemmen, als hij maar niet armlastig was en als hij maar een eed van trouw aan het nieuwe systeem wilde afleggen. De tweede staatsgreep, van 12 juni, verwijderde het radicale bewind, maar liet de resultaten intact. 

De gebeurtenissen waren elkaar in de decennia rond 1798 in hoog tempo opgevolgd. In de jaren tachtig was er zelfs een eigen Nederlandse Revolutie ontstaan, die slechts de kop werd ingedrukt doordat de Berlijnse prins van Oranje, die ook koning van Pruisen was, de Haagse Oranje-prins te hulp schoot. En in de decennia erna wisselden de politieke systemen elkaar snel af, tot er onder de nieuwe monarchie enige rust kwam. 

Meer dan genoeg stof, kortom, voor een dramatisch en afwisselend geschiedverhaal. Hoe waren die snelle veranderingen verklaarbaar, en zat er toch nog een lijn in al die wisselingen? Vol verwachting sloeg ik dan ook het nieuwe boek van Van Sas op. De titel belooft al erg veel. Daar lezen we immers dat Nederland van gedaante verwisselde en dat een ‘oude orde’ werd vervangen door iets wat ‘moderniteit’ genoemd wordt. Dat is allemaal erg breed geformuleerd: dit boek moet wel over de gehele maatschappij gaan, denk je dan. 

Ik dacht onmiddellijk aan De grote overgang (1996), een groots werk waarin Gabriël van den Brink aan de hand van een Brabants dorpje, Woensel, toont hoe het proces van modernisering het bestaan veranderde. Of aan het prachtige Republikeinse veelheid, democratisch enkelvoud (1999), waarin Maarten Prak met ‘s-Hertogenbosch als voorbeeld laat zien hoe de oude corporatieve structuren systematisch van bovenaf werden afgebroken en vervangen door een onduidelijke vroegliberale orde – of juist een gebrek aan orde. Zou Van Sas ons nu in één machtige greep laten zien hoe heel Nederland van gestalte veranderde? 

Cultuurtje
De vijfendertig hoofdstuktitels zagen er geheimzinnig uit: niet het doorzichtige chronologische werk. Ze werden bovendien verdeeld in zes delen met deze opschriften: ‘Perspectief’, ‘Vaderland’, ‘Patriotten’, ‘Bataven’, ‘Groot-Nederland’, ‘Het Huis van Thorbecke’, ‘De Mythe Nederland’. Dit moet wel een diepdoordacht boek zijn, denk je. Maar dan kijk je beter: wat doet Jan Romein daar in één hoofdstuktitel samen met Thorbecke? Het raadsel is snel opgelost. Van Sas heeft gewoon vierendertig artikelen die hij sinds 1981 heeft geschreven in één band gepleurd en daar een overigens alleszins aardige inleiding bij geschreven. Zijn negentiende-eeuwse voorganger Theodorus Jorissen zou zo’n bundeling heel onpretentieus Historische studiën hebben genoemd. Van Sas doet in zijn voorwoord wel alsof al die losse artikelen een onderdeel waren van een soort omvattend, flexibel masterplan, maar dat blijkt domweg niet waar. Het gaat om onsamenhangende gelegenheidsstukjes. 

Van Sas beweert dat hij de periode 1750-1850 als een zelfstandig tijdvak wil zien, maar in zijn artikelenverzameling zit een enorme lacune: de jaren tussen pakweg 1800 en 1813, met hun snelle machtswisselingen, komen nauwelijks aan de orde. (Hij begint trouwens ook pas in 1763, maar dat laat ik lopen.) Van Sas probeert niet eens om lijnen en overgangen te laten zien. Er is geen eenheid en geen centrale vraagstelling. En ook al zijn de artikelen op zich goed leesbaar en interessant, vaak heb ik als lezer geen idee wat nou eigenlijk de vraag is – en de conclusie. Het is allemaal best boeiend wat Van Sas schrijft over opvattingen over vaderland of nationalisme, over Willem Anthonie Ockerse of IJsbrand van Hamelsveld, maar het blijft allemaal zo toevallig en willekeurig. Van Sas mag graag wat mijmeren over theorieën van Ernest Gellner of Benedict Anderson, maar een eigen theoretische keuze komt er nergens uit. 

Van Sas verbindt ideeën- of begripsgeschiedenis met politieke geschiedenis, maar gek genoeg leidt het streven om cultuur en politiek met elkaar te verbinden niet tot blikverruiming, maar juist tot blikvernauwing. Politiek wordt iets van een cultuurtje en daarmee een spelletje. Het lijkt nergens meer over te gaan. Van Sas is meer geïnteresseerd in de tegenstelling tussen gematigdheid en radicalisme als politieke houding dan in de vraag of de Bataafse Republiek nu een federatie of een eenheidsstaat moest zijn. 

Dat politiek een antwoord moet vinden op reële maatschappelijke problemen en dat de economische toestand, de sociale orde, de culturele en religieuze scheidslijnen de grenzen van de politiek bepalen – het blijkt nergens. Wantje Fritschy, bijvoorbeeld, heeft laten zien dat de zorgelijke financiële toestand de marges voor nieuw revolutionair beleid nogal smal maakten, maar voor dat soort literatuur heeft Van Sas geen oog. Hoewel zijn literatuurlijst 44 bladzijden telt, ontbreken heel veel recente titels. Van Sas had zijn artikelen beter veel eerder bij het dozijn kunnen bundelen.           

Als hij nou eens een mooi klein boekje van 150 bladzijden schreef over de gedaanteverandering van Nederland tussen 1748 en 1848?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.