Home ‘Alle Makken zijn over die uitgesleten trap gesjouwd’

‘Alle Makken zijn over die uitgesleten trap gesjouwd’

  • Gepubliceerd op: 19 mei 2021
  • Laatste update 01 nov 2022
  • Auteur:
    Alies Pegtel
  • 4 minuten leestijd
‘Alle Makken zijn over die uitgesleten trap gesjouwd’

In elk nummer vraagt Alies Pegtel een historicus naar zijn of haar historische sensatie. Naar het moment waarop, zoals Johan Huizinga het formuleerde, heden en verleden lijken samen te vallen. Een gevoel dat vaak onverwacht wordt opgewekt door een document, voorwerp, geluid, geur, locatie of inzicht. Deze maand schrijver Geert Mak, die dat ontelbare malen heeft ervaren.

 

Kent u de historische sensatie, zoals door Johan Huizinga omschreven?

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

‘Het is erger. Ik ben, moet ik bekennen, een typische historischesensatiezoeker.’

Wanneer begon dat?

‘In het huis van mijn grootouders in Schiedam. De Makken waren sinds het einde van de achttiende eeuw zeilmakers, en vanuit de werkplaats van de zeilmakerij liep een trap naar het woonhuis die uitkwam in de opkamer, de trots van mijn grootmoeder. De houten treden van die trap waren helemaal uitgesleten, en dit maakte op mij als jongetje van zeven diepe indruk. Ik stelde me alle Makken voor die over deze trap waren gesjouwd met hun zorgen, hun vreugdes en hun gereformeerde getob.’

Deelde u als kind uw historische sensatie met anderen?

‘Nee, dat gevoel hield ik voor mezelf. Wat ik hiermee wil zeggen, is dat historische sensatie voor mij vaak schuilt in details, in schijnbaar onbeduidende zaken, zoals die uitgeholde, versleten traptreden waarachter een hele geschiedenis schuilt.’

Hebt u dit gevoel van in contact staan met het verleden vaker ervaren?

‘Talloze malen. Toen ik in Sint-Petersburg was voor In Europa zag ik bijvoorbeeld in een wachtlokaal van het Winterpaleis zo’n hele rij verroeste negentiende-eeuwse kledinghaken. Onmiddellijk denk ik dan aan al die jassen van de gardesoldaten die daar moeten hebben gehangen; ik ruik het vocht, ik hoor het gesmoes van de manschappen. Alleen al in zo’n stomme rij haken zit zoveel geschiedenis. Maar hetzelfde had ik bijvoorbeeld in de Amsterdamse Noorderkerk: al die krakkemikkige drempels, deurknoppen, de kruk van het orgel – daar was sinds 1623 weinig aan veranderd. In De engel van Amsterdam schreef ik erover. Dat boek verscheen in 1992. Toen ik later nog eens in die kerk kwam was alles piekfijn gerestaureerd, van die oude details was bijna niets meer over. Al die eeuwen waren gladgestreken en vervangen door nieuw materiaal.’

Stemde het u treurig dat de waarde ervan niet was ingezien?

‘Ach, dit soort verlies is soms heel subtiel, en het gebeurt niet met opzet. Met alle beste bedoelingen worden dikwijls veel historische sensaties weggerestaureerd. Vooral als er veel geld is. Dat de grachtengordel in Amsterdam zo goed bewaard is gebleven komt niet alleen doordat men de stedenbouwkundige waarde al vroeg onderkende, maar ook doordat de stad eeuwenlang straatarm was. Er was simpelweg geen geld om met nieuwbouw de stad plat te polijsten.’

Voor historischesensatiezoekers, zoals u, wordt het er niet eenvoudiger op.

‘Het is inderdaad een feest als je ergens rondloopt waar het erfgoed goed wordt bewaakt. Dat had ik bij mijn onderzoek naar de familiehistorie van de Sixen. Dat familiehuis aan de Amstel, dat was gewoon een achtbaan van historische sensaties. Toen ik een huwelijksportret uit 1612 bekeek waarop het verlegen jonge bruidje prachtig bewerkte handschoenen draagt, bood de huidige jonkheer Jan Six X aan: “Wil je het origineel even zien?” Een moment later stond ik met exact die bruidshandschoen in mijn handen. En een verdieping hoger kreeg je opeens de Kleine Pandora in je handen gedrukt: een vriendenbundel uit de eerste helft van de zestiende eeuw, met vier handgeschreven gedichten van Vondel, twee pentekeningen van Rembrandt en nog veel meer. Over historische sensatie gesproken: een klap van 220 volt.’

Is zo’n ervaring nog te evenaren?

‘Voor In Europa sprak ik in Düsseldorf met de oude Winrich Behr, die als jonge officier in december 1943 aan Hitler had moeten vertellen dat zijn leger bij Stalingrad reddeloos verloren was. Hij had, als een van de laatsten, kunnen ontkomen. Tijdens mijn bezoek trok hij een la open en liet me vier ijzeren kruisen zien. Van zijn overgrootvader en grootvader, die in de negentiende eeuw streden tegen de Fransen, en van zijn vader en hemzelf, ook weer in een veldtocht tegen de Fransen, in 1914 en 1940. “Vroeger zou elke Duitse familie daar razend trots op zijn geweest,” zei Behr. “Maar het is natuurlijk dieptreurig.” Elke generatie was er wel een oorlog tussen die twee landen. Zo was het in Europa, eeuwenlang, en in dat licht is de Europese eenwording vooral een vredesproject. Behr was na de oorlog een van de pioniers van de EGKS de vroege voorloper van de EU. Die vier kruisen dreven hem voort.’

Alies Pegtel is historicus en journalist.

 

Geert Mak

Geert Mak (1946) is journalist en non-fictieschrijver. Hij was onder meer redacteur van De Groene Amsterdammer en NRC Handelsblad en bijzonder hoogleraar grootstedelijke vraagstukken aan de Universiteit van Amsterdam. Mak schreef talloze bekroonde boeken, waaronder Hoe God verdween uit Jorwerd (1996), De eeuw van mijn vader (1999), In Europa (2004), De levens van Jan Six. Een familiegeschiedenis (2016) en Grote Verwachtingen (2019). In 2017 ontving hij de oeuvreprijs van het Prins Bernhard Cultuurfonds vanwege ‘de ongeëvenaarde verteltrant’ waarmee hij de geschiedenis tot leven weet te wekken.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 6 – 2021