Home Achterkamertjes politiek

Achterkamertjes politiek

  • Gepubliceerd op: 5 december 2007
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    Paul Moeyes

In maart 2002 kozen de leden van de Eerste en Tweede Kamer in een door Historisch Nieuwsblad uitgeschreven enquête Pieter Wilhelm Adrianus Cort van der Linden (1846-1935) tot de ‘beste premier van Nederland uit de twintigste eeuw’. Als leider van het naar hem genoemde extraparlementaire kabinet (1913-1918) was deze liberale staatsman erin geslaagd twee kwesties te regelen die de vaderlandse politieke gemoederen jarenlang hadden beziggehouden: de kiesrechthervorming (waarbij het algemeen mannelijk kiesrecht en de evenredige vertegenwoordiging werden ingevoerd en de deur voor het vrouwenkiesrecht werd opengezet) en de ‘onderwijspacificatie’ (die het openbaar en bijzonder onderwijs gelijkschakelde). Alsof dat nog niet genoeg was, had hij Nederland dankzij zijn strikte neutraliteitspolitiek ook nog eens behoed voor de gruwelen van de Eerste Wereldoorlog. Kortom, een regeringsleider van internationale allure die zijn verkiezing dubbel en dwars verdiende.



            Cort van der Linden was bekend om zijn prestaties, maar de man zelf, zijn ideeën en beweegredenen waren in duister gehuld. De omvangrijke, grondige en helder geschreven biografie van Johan den Hertog toont deze grote roerganger als een ouderwets politicus; geen rasdemocraat, maar een fervent praktiseerder van de tegenwoordig zo verguisde Haagse achterkamertjespolitiek.
Cort van der Linden maakte naam in de twintigste eeuw, maar hij was in hart en nieren een negentiende-eeuwse liberale patriciër, een ‘aristocraat des geestes’ (zoals een politiek commentator hem destijds noemde), die de politiek beschouwde als het werkterrein voor een onafhankelijke intellectuele elite. De staat was de ‘drager der gemeenschap’, en de regering had de plicht sociale ongelijkheid te bestrijden.

Cort van der Linden geloofde heilig in een regeren voor het volk, maar hij was even zo fel gekant tegen een regering door het volk: van socialisme en populisme in de politiek moest hij even weinig hebben als van het marktmechanisme en het vertrouwen op een zaligmakende christelijke deugdzaamheid. Een goed politicus beschikte over een onafhankelijke visie, innerlijke beschaving, daadkracht en een helder inzicht in de wensen en noden van het volk.

In zijn biografie geeft Den Hertog een gedetailleerde beschrijving van Cort van der Lindens lange en indrukwekkende carrière, altijd geplaatst tegen de achtergrond van een helder geschetste politieke en historische context. De auteur noemt zijn boek een politieke biografie, omdat hij geen diepgaande karakteranalyse geeft, maar zich bepaalt tot ‘de invloed van Cort van der Linden op zijn omgeving’. Dat is een legitieme keuze, maar het nadeel is dat de persoon Cort van der Linden ook na ruim 700 bladzijden nog altijd schimmig blijft.

Daarbij lijkt de auteur zich niet altijd bewust van die zelfgekozen beperking. Een van de geruchtmakendste momenten uit de oorlogsjaren is de geheime ontmoeting die Cort van der Linden in januari 1917 arrangeerde met een Duitse topambtenaar. Aan het slot van dit beraad dronk de premier zijn gast toe met de woorden dat hij er in deze enerverende tijden trots op mocht zijn te behoren tot het heroïsche Duitse volk, een geluk dat voor hemzelf, als regeringsleider van een kleine neutrale natie, niet was weggelegd.

Den Hertog schrijft dat Cort van der Linden deze opvallende uitspraak alleen deed uit politiek-strategische overwegingen. Maar hoe kan hij dat zo stellig beweren als nooit duidelijk is geworden hoe Duitsgezind de persoon Cort van der Linden nu eigenlijk was? Feit is dat zijn denken werd gevormd door Duitse staatkundigen, dat hij troost putte uit het werk van Duitse filosofen, dat hij als hoogleraar werd beticht van ‘Duitse duisterheden’, dat hij tijdens de oorlog zelf diplomatieke contacten onderhield met Duitse vertegenwoordigers en die met de Britten en Fransen aan zijn minister van Buitenlandse Zaken overliet, en dat hij na de oorlog in een interview stelde dat het Nederlandse volk ‘als ras’ dichter bij het Duitse stond. Tegen die achtergrond klinkt Den Hertogs verder niet-onderbouwde interpretatie weinig overtuigend.

Het laatste woord over deze markante politicus is dus nog niet gezegd, maar dat neemt niet weg dat de laatste liberale premier van Nederland met deze uitvoerige en degelijke biografie een passend eerbetoon heeft gekregen, terwijl het boek tegelijkertijd een onmisbaar werk is voor de bestudering van Nederland tijdens de roerige mobilisatiejaren 1914-1918.

Johan den Hertog
Cort van der Linden (1846-1935). Minister-president in oorlogstijd
901 p. Boom, € 49,50

Paul Moeyes is auteur van Buiten Schot. Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog 1914-1918 (2001).

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.