Het contrast kon niet groter zijn. Enerzijds de serene salon in Hotel d’Avary, het achttiende-eeuwse stadspaleis waar de Nederlandse ambassadeur in Parijs resideert. En waar ambassadeur Jan Versteeg een Frans-Nederlands gezelschap van wetenschappers en beleidsmakers had uitgenodigd om in alle rust en beslotenheid in gesprek te gaan over de internationale betrekkingen. We spraken over politiek wantrouwen in Frankrijk en Nederland, over de noodzaak van Europese weerbaarheid, en over de opkomst van extreemrechts.
Uit de geschiedenis van de Verlichting kennen we het fenomeen van de ‘salons’. Dat waren ruimtes – salone is Italiaans voor ‘ontvangsthal’ – waar schrijvers, dichters, politici en wetenschappers zonder bemoeienis van overheid of kerk met elkaar van gedachten konden wisselen. Ook in de diplomatie werd de salon populair. Zeker na het Congres van Wenen, toen de adellijke attachés de smaak van de dineetjes, onderonsjes en af en toe een diner dansant te pakken kregen. Het was een prettigere, effectievere manier om zaken te doen dan via de eindeloze staatsbanketten met alle pomp en praal.
Vrouwen speelden in die gesprekken en ontvangsten ook een grote, gerespecteerde rol.
En nu die andere ruimte. Dat is het eindeloze spiegelpaleis van de online platforms, waar ontelbare avatars in onophoudelijke lawaailawines meningen en standpunten over Rusland, Oekraïne, Gaza, migratie, Trump, etcetera verkopen. Die ruimte bestaat nog maar kort: in 2003 ontstonden internetfora zoals 4chan, rond 2005 was de wereld aangesloten op Facebook, in 2013 ging Twitter publiek, in 2022 werd het X. Inmiddels kan bijna niemand meer zonder z’n dagelijkse socials-infuus, en er gaat geen dag voorbij zonder dat er een politicus wordt bedreigd en er tot geweld wordt opgeroepen.
Volgens de Franse president Emmanuel Macron is die online wereld niet de nieuwe publieke ruimte, maar het negatief ervan. Tijdens de viering van de Duitse eenheid op 3 oktober sprak hij in Saarbrücken over de noodzaak van het goede diplomatieke gesprek. Tussen Duitse en Franse staatsleiders. Tussen burgers. Maar, zo legde Macron uit, de socials en de online wereld versterken dat goede gesprek niet, ze ondermijnen het, en leggen zo een bom onder het fundament van onze democratie.
Je kunt zeggen wat je wilt van Macron, dat hij een hang heeft naar drama, dat hij houdt van bombarie. Maar hij heeft helemaal gelijk. De socials zijn geen salons. Ze zijn in handen van techgiganten die er niet op uit zijn het goede gesprek te stimuleren, maar zo veel mogelijk noise en clickbaits te genereren. Daarom is het zaak op zoek te gaan naar nieuwe salons. Of het meteen een Nieuwe Verlichting wordt, zoals Macron hoopt, is wellicht wat overtrokken. Maar tussen de luister van de salons en de lelijkheid van de socials moeten er toch ruimtes te vinden zijn om dat goede gesprek te voeren?
