In het Habsburgse rijk waren vrouwen tweederangs burgers. Toch wist Marija Jurić zich op te werken tot een veelgelezen en beruchte journaliste. Ze streedt tegen de Hongaarse elite voor de rechten van het Kroatische volk. Het bracht haar tot in de gevangenis.
Op een middag in oktober 1896 liep de Kroatische Marija Jurić (1873-1957) over het treinstation van Zagreb. Ze was 23 jaar oud. Ze was die maand uit Hongarije naar de Kroatische hoofdstad gevlucht, omdat ze wilde ontsnappen aan de Hongaarse spoorwegingenieur aan wie ze was uitgehuwelijkt. In het huis van haar echtgenoot, die veertien jaar ouder was dan zij, had ze geen Kroatisch mogen spreken, alleen Hongaars. Ook als haar zusje op bezoek kwam, verbood hij het hen. Uitsluitend op de zolder was ze alleen. Daar schreef ze onder mannelijke pseudoniemen in het geheim artikelen in het Kroatisch, leerde ze zichzelf Duits en stenografie en droomde ze over een leven als schrijver in Zagreb.
Eenmaal in Zagreb was het voor Marija moeilijk om werk te vinden. Hoewel ze goed was opgeleid, was het onmogelijk om als vrouw een kantoorbaan te vinden. Daarom verkocht ze uit noodzaak juwelen. Als ze ’s avonds over straat wilde, moest ze haar neef als chaperon meevragen, omdat het wettelijk verboden was als vrouw alleen buiten te zijn. Vaak ging ze toch alleen. Als ze werd gearresteerd, wist ze te ontsnappen door net te doen of ze gestoord was, een plot dat ze later zou opvoeren in een van haar romans.
Journalist Joseph Roth (1894-1939)
Oorlogsverslaggevers doen al eeuwen levensgevaarlijk werk
Geschreeuw vanaf het perron rukte haar uit haar gedachten. Ze zag hoe Hongaarse spoorwegofficieren Kroatische werklui uit de trein trokken, terwijl ze in het Hongaars naar hen schreeuwden dat ze niet meer mochten instappen, omdat de trein ging vertrekken. De Kroatische mannen, die geen enkel woord van het Hongaars hadden verstaan, bleven beduusd achter op het perron. Ze hadden geen idee waar ze heen moesten. Alle borden op het station van de Kroatische hoofdstad waren in het Hongaars.
Invloedrijke krant
Dit artikel is exclusief voor abonnees
Voor Marija Jurić was dat de laatste druppel, zo schreef ze later in haar autobiografie. Ze vond het onrechtvaardig dat in het Habsburgse koninkrijk Kroatië-Slavonië de Kroatische taal de afgelopen jaren steeds meer uit het openbare leven was teruggedrongen. Als gevolg daarvan konden Kroaten de instructies op hun eigen treinstations niet meer begrijpen. Ze haastte zich naar huis en schreef over het voorval op het perron en de taalpolitiek van de Hongaren een stuk getiteld ‘Egy Percz’ (‘Over enkele ogenblikken’), vernoemd naar de Hongaarse kreten van de spoorwegofficieren op het perron.
Ze stuurde het artikel op naar de invloedrijke krant Obzor (‘Horizon’). Het betekende het begin van haar carrière als eerste vrouwelijke journalist van Kroatië. Voor het eerst ondertekende ze haar werk met een vrouwelijk pseudoniem: Zagorka (‘vrouw uit de Zagorje-regio’). Dit is de naam waaronder de Kroaten haar nog steeds kennen.
Zagorka groeide met haar 35 romans en talloze theaterstukken, essays en krantenartikelen uit tot een van de meest gelezen en meest productieve Kroatische schrijvers aller tijden. Toch kreeg ze deze waardering pas na haar dood. Vanaf de jaren 1970 werden haar boeken over Kroatische koninginnen, heksen en heldinnen herdrukt en bestudeerd. Kinderen werden naar personages uit haar romans vernoemd, een belangrijke journalistieke prijs kreeg haar naam en er werd een film over haar leven gemaakt. In 1991 kreeg Zagorka een standbeeld in Zagreb en in 2008 een museum. Niet alle historici zijn tevreden met het standbeeld. Het beeldt haar af als een statige dame met jurk en paraplu, terwijl ze in werkelijkheid klein van postuur was, broeken droeg en met een mannenwandelstok liep.

Haar postume plek in de Kroatische canon wijst op de veranderde positie van vrouwen in Kroatië. In het Habsburgse rijk van het fin de siècle waren zij tweederangs burgers. Aangezien Zagorka zelf een vrouw was en bovendien over vrouwen en voor vrouwen schreef, had haar werk lange tijd geen status. Hoewel haar schrijfwerk populair was, kreeg ze er slecht voor betaald. Haar werkgevers chanteerden haar door te dreigen met ontslag en herinnerden haar aan haar uitzonderingspositie.
Zagorka’s werkgevers chanteerden haar door te dreigen met ontslag
De hoofdredacteur van Obzor zette in 1896 de toon toen hij tegen haar zei: ‘Als iemand schrijver wil worden, moet hij een man zijn. De enige manier waarop een vrouw een schrijver kan worden, is door een titel, een adellijke naam of schoonheid. Jij, schatje, hebt geen van drieën.’ Dankzij steun van een belangrijke bisschop kreeg ze toch een plek op de redactie, maar omdat haar collega’s zich voor haar schaamden, plaatsten ze haar in een aparte kamer. Tomás Masaryk, grondlegger van de Tsjechoslowaakse staat, zag haar later als enige vrouw tussen alle andere correspondenten in het Hongaarse parlement zitten. Hij vatte haar carrière goed samen: ‘Zij kwam te vroeg.’
Ontevreden nationalisten
Zagorka werd geboren in 1873. Ze groeide op in het multi-etnische Habsburgse rijk, in een tijd waarin de relatie tussen Hongaren en Kroaten steeds meer onder druk kwam te staan. Ten eerste hadden de Hongaren meer macht gekregen. Vijf jaar voor Zagorka’s geboorte had het koninkrijk Hongarije dezelfde status als Oostenrijk gekregen: vanaf 1867 kreeg het Habsburgse rijk de vorm van een dubbelmonarchie. Ook de Kroaten wilden zelfbestuur binnen het rijk. Een jaar later kregen zij hun eigen koninkrijk met beperkt zelfbestuur en een eigen parlement. Maar dit nieuwe koninkrijk Kroatië-Slavonië was niet onafhankelijk en stond onder het gezag van een Hongaarse gouverneur, de ban. Daarom bleven de Kroatische nationalisten ontevreden.

In 1883 trad de Hongaarse graaf Károly Khuen-Héderváry als ban van Kroatië-Slavonië aan. Hij probeerde de Hongaarse invloed te vergroten en drukte de Hongaarse taal op veel gebieden door. De Kroaten protesteerden daartegen. Om de onrust te bezweren speelde de ban de Kroatische en Servische bevolking tegen elkaar uit. Zo bestreden ze elkaar in plaats van het Hongaarse regime.
Héderváry speelde de Kroatische en Servische bevolking tegen elkaar uit
Zagorka kreeg de spanningen tussen de verschillende nationaliteiten van jongs af aan van dichtbij mee. Haar vader was opzichter op het Kroatische landgoed van een Hongaarse baron. Haar familie goede banden had met de Hongaarse bestuurlijke elite, maar zelf bracht zij meer tijd door met de Kroatische boeren op het landgoed. Ze was namelijk liever niet thuis: haar ouders maakten de hele tijd ruzie, haar moeder schold haar uit, sloeg haar en hield haar weg bij haar broer en zusje. In de keukens van de boerenfamilies ving Zagorka veel op over hun problemen met de Hongaarse heersers en zo werd ze al jong politiek bewust. Met haar felle Kroatische nationalisme zette ze zich tegen haar ouders af. Zo vroeg ze als tienjarig meisje aan ban Héderváry om ‘de Kroaten te beschermen tegen Hongaarse tirannie’ toen hij op het landgoed op bezoek was. Het kostte haar vader bijna zijn baan.

Monster
Twintig jaar later kruisten Zagorka’s wegen opnieuw met die van Héderváry. Zagorka was aan het werk op de redactie van Obzor, toen ze in een andere kamer rumoer hoorde. Het was de politie. In 1903 waren in Kroatië-Slavonië gewelddadige opstanden uitgebroken over de verplichte Hongaarse vlaggen op treinstations en gemeentehuizen. Omdat Obzor met sympathie voor de opstandelingen verslag van de protesten had gedaan, liet Héderváry die dag de hele redactie oppakken. Bijna de hele redactie dan. Toen een politieagent Héderváry waarschuwde dat er ook een vrouw bij de redactie zat, zei hij: ‘Ja, ik heb gehoord van dat monster. Laat haar maar met rust. Ze is niet belangrijk. Heel Europa zou me uitlachen als ik een vrouw in de gevangenis zou zetten.’
Zagorka kwam uit haar kamertje en keek naar de lege stoelen. Vijf maanden lang hield ze in haar eentje de krant draaiende, terwijl de rest van de redactie in de cel zat. Bovendien organiseerde ze haar eigen protest tegen de ban. In Obzor kondigde ze een begrafenismis aan ‘ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de opstanden’, die plaats zou vinden in de Sint-Marcuskerk. Die kerk lag recht tegenover het paleis van Héderváry en werd zwaar bewaakt door politie. Zagorka gebruikte het feit dat vrouwen niet als politieke burgers werden beschouwd opnieuw in haar voordeel: omdat de politieagenten hen niet verdacht vonden, werden zij wel doorgelaten naar de zwaarbeveiligde kerk.
Hatelijke telefoontjes
Zagorka’s romans kwamen regelmatig op de zwarte lijst van katholieke organisaties terecht, omdat ze socialistische of feministische elementen bevatten. Op zulke dagen zette ze zich schrap voor de stroom aan anonieme bellers. Hun hatelijke berichten varieerden van ‘oud wijf,’ en ‘domme heks’ tot ‛als je niet ophoudt met schrijven, zul je morgen dood neervallen’ en ‘vannacht zul je door een spook worden bezocht’. Als haar mannelijke collega’s bij Zagorka op bezoek kwamen, vermaakten ze zich door in plaats van haar de telefoon op te nemen.
Na de mis speldden de vrouwen kleine Kroatische vlaggetjes met een zwart rouwlintje op elkaars jurken. Ze kwamen naar buiten en riepen ‘Treed af, Héderváry’, recht in het verbaasde gezicht van de ban die door zijn raam naar buiten keek. Terwijl de proteststoet de straat afliep, voegden grote groepen burgers zich bij de vrouwen. Het leger greep in en Zagorka moest tien dagen de cel in. Toen ze vrijkwam, kon ze lezen hoe het geslaagde vrouwenprotest door heel Europa voorpaginanieuws was geworden, en hoe de Oostenrijkse keizer Héderváry van zijn post had verwijderd.
Het geslaagde vrouwenprotest was in heel Europa voorpaginanieuws
Baanbrekende verslaggeving
Een nieuw tijdperk brak aan. Tijdens de protesten tegen Héderváry hadden de Kroaten en de Serviërs zich gerealiseerd dat ze samen sterker stonden. Voorheen was de Slavische stem in het Kroatische parlement verdeeld geweest, waardoor de Oostenrijks-Hongaarse minderheid het voor het zeggen had. Na Héderváry richtten de Servische Kroaten en Kroatische Kroaten de politieke partij Kroatisch-Servische Coalitie op, die in 1906 de verkiezingen moeiteloos won.
Zagorka ging voor Obzor als politieke correspondent naar Boedapest om verslag te doen van de nieuwe koers in de Kroatische politiek. Haar reportages zijn baanbrekend in de geschiedenis van de politieke verslaggeving. Vroeger bestond parlementaire verslaggeving uit droge chronologische opsommingen van gebeurtenissen aangevuld met theoretische verhandelingen. Maar Zagorka’s stijl was cinematografisch, doorspekt met citaten uit gesprekken achter de schermen en karakterschetsen van politici. Vanwege haar talenkennis kon ze met alle leden van zowel het Kroatische als het Hongaarse parlement spreken. Haar nieuwe, leesbare manier van verslaggeving was zo populair dat de oplage van Obzor significant toenam. Het werd van de ene op de andere dag het meest gelezen politieke dagblad van Kroatië.

In de Eerste Wereldoorlog viel het Habsburgse rijk uit elkaar. Kroatië ging deel uitmaken van het nieuwe koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen, het latere Joegoslavië. Het nieuwe land was gehaast samengesteld. Daardoor hadden de delegaties niet precies kunnen vastleggen hoe het bestuur van het land eruit zou zien: stond het nieuwe koninkrijk onder leiding van het oude Servische koninkrijk, of was het een federatie? Deze onduidelijkheid zorgde voor instabiliteit en verergerde het wantrouwen tussen de verschillende bevolkingsgroepen.
Koninkrijk Joegoslavië
Zagorka maakte twee Joegoslaviës mee. Ze werd het meest gevormd door het Koninkrijk Joegoslavië (1918-1941), niet te verwarren met het tweede Joegoslavië (1943-1992), de socialistische republiek van Tito.
Het Koninkrijk der Serven, Kroaten en Slovenen was gebaseerd op het historische idee dat alle Zuid-Slavische bevolkingsgroepen in één staat verenigd zouden moeten worden. Desondanks bleef het onderlinge wantrouwen tussen de bevolkingsgroepen in de nieuwe parlementaire monarchie bestaan. In het parlement waren regelmatig gewelddadige conflicten tussen Serviërs en Kroaten. Koning Alexander I ontbond daarom in 1929 het parlement, stelde een persoonlijke dictatuur in en gaf het land de naam Joegoslavië.
Hij hoopte hiermee de separatistische bewegingen de kop in te drukken, maar het had een averechts effect. Achter de rug van de koning om haalden separatistische bewegingen, zoals de Kroatische Ustaše, banden aan met fascistisch Italië en nazi-Duitsland en wachtten hun kans af. In 1934 schoot een Macedonische separatist koning Alexander dood. Dat was het begin van het einde voor het eerste Joegoslavische experiment.
Zagorka hoorde bij de Kroatische inwoners die vreesden voor een te grote Servische dominantie binnen het koninkrijk. In het interbellum schreef ze haar grote historische romans, vaak in de vorm van feuilletons, waarmee ze regelmatig in de problemen kwam. Censoren lazen bijvoorbeeld in de roman Gordana een verkapte kritiek op het Servische koningshuis, waarvoor ze in de rechtbank moest verschijnen. Ook sloot Zagorka zich in deze tijd aan bij de vrouwenbeweging en streed ze voor vrouwenkiesrecht. Ze hield zich afzijdig van de Joegoslavische Vrouwenalliantie, omdat ze ontevreden was dat er zoveel Servische vrouwen lid van waren. Ze sloot zich liever aan bij tijdschriften die uitsluitend voor Kroatische vrouwen bedoeld waren.
In 1938 begon Zagorka haar eigen tijdschrift, Hrvatica (‘Kroatische vrouw’), dat ze uit eigen zak financierde. De meeste artikelen, waarin ze met portretten van werkende vrouwen haar lezeressen wilde inspireren, schreef ze zelf. Hoewel ze het niet breed had, kon ze voor het eerst een eigen appartement huren. Eindelijk was ze niet meer afhankelijk van een drukker of redactie.
Zwarte lijst
Haar onafhankelijkheid duurde niet lang. Op 11 april 1941 stonden er agenten op haar stoep. Een week daarvoor waren de Asmogendheden onder leiding van Adolf Hitler Joegoslavië binnengevallen en hadden het land onder hun bondgenoten opgedeeld. In een deel van het oude Joegoslavië hadden ze de Onafhankelijke Staat Kroatië gesticht en de ultranationalistische organisatie Ustaše aan het hoofd daarvan geplaatst. De Ustaše had Zagorka’s werk meteen op de zwarte lijst gezet, maar het bleef niet bij een publicatieverbod. De binnenvallende agenten sleurden meubels, tijdschriften en manuscripten uit haar appartement. Een paar van haar boeken verbrandden ze ten overstaan van een groepje omstanders op straat. Van de ene op de andere dag was Zagorka alles kwijt.
Agenten sleurden meubels, tijdschriften en manuscripten uit haar appartement
Tijdens de oorlog had Zagorka amper inkomsten. Pas nadat in de zomer van 1945 de Ustaše-regering gevangen werd genomen, kreeg Zagorka in de socialistische republiek Joegoslavië nieuwe kansen om te schrijven. Tot die tijd wist ze slechts in leven te blijven door de hulp van haar lezeressen, die haar niet waren vergeten. De hulp kwam niet alleen in de vorm van brieven en geld. De vrouwen van de markt onder haar raam brachten haar aan het einde van de dag overgebleven groentes, zodat ze wat te eten had. Op 29 november 1957 overleed ze in grote armoede in haar appartement.
Meer weten:
- Autobiografische fragmenten (Tijdschrift voor Slavische Literatuur, 2018) door Marija Jurić Zagorka toont Zagorka’s beschrijvingen van cruciale momenten uit haar leven.
- No Man’s Lands. Eight extraordinary women in Balkan history (2022) door Elizabeth Gowing en Robert Wilson is een reis door de geschiedenis van de Balkan aan de hand van acht invloedrijke vrouwen.
- Zagreb in Zagorka’s Footsteps (2011) door Slavica Jakobović Fribec is een reisgids voor het Zagreb van Zagorka.

