Al meer dan 125 jaar doet de Gotthard-tunnel het hart van de Zwitsers sneller kloppen. Met een station op 800 meter diepte willen architecten een nieuw hoofdstuk toevoegen aan de Gotthard-mythe. Maar de politiek ligt dwars.
Voor de Zwitsers is de Gotthard-tunnel wat de Afsluitdijk is voor Nederlanders: een symbool van nationale vindingrijkheid, ondernemerschap en technisch vernuft. In een land dat 26 kantons en vier talen kent, is de ‘Gotthard’ een van de weinige dragers van een werkelijk Zwitserse identiteit.
Een jaar na de viering van het 125-jarige bestaan komt techniekhistorica Judith Schueler met een studie naar de betekenis van de Gotthard-tunnel als lieu de mémoire. De 15 kilometer lange spoortunnel was bij de opening in 1882 niet alleen een technisch hoogstandje, maar bevrijdde Zwitserland bovendien – als belangrijkste transportknooppunt tussen Noord- en Zuid-Europa – uit zijn geografische isolement.
Momenteel wordt hard gewerkt aan een nieuwe Gotthard-tunnel, die in 2012 wordt geopend en zowel de oude spoortunnel als de autotunnel uit 1980 overbodig maakt. Om ervoor te zorgen dat hogesnelheidstreinen door de nieuwe tunnel kunnen rijden, wordt hij langer en dieper aangelegd dan zijn voorgangers. De bewoners van de Gotthard-regio zullen de trein niet eens kunnen zien, laat staan eraan verdienen.
Daarom heeft een groepje architecten uit de regio voorgesteld om midden in de tunnel een station aan te leggen, dat met een 800 meter hoge lift wordt verbonden met het aardoppervlak. Bovengronds zou de hogesnelheidslijn dan gekoppeld moeten worden aan het Zwitserse en Europese spoorwegnet. Dit ‘Porta Alpina’ gedoopte project zou volgens de initiatiefnemers Zwitserland een economische, architectonische en toeristische impuls geven.
‘Porta Alpina moet een ondergrondse landmark zijn voor Zwitserland,’ zegt Marc Cathomen, medeoprichter van de initiatiefgroep. ‘Het project breekt vele wereldrecords: het diepst gelegen station, de hoogste lift, de langste tunnel enzovoort. De Gotthard-tunnel is voor Zwitsers een nationaal heiligdom. Door Porta Alpina krijgen ze de kans om de tunnel echt te ervaren: ze kunnen via de lift diep in de berg doordringen en de wanden van de tunnel voelen.’
Volgens Cathomen maakt de ligging Porta Alpina bij uitstek geschikt als drager van de Zwitserse identiteit, die per definitie multicultureel is. ‘De Gotthard-regio ligt op het snijpunt van de vier taalgroepen: Duits, Frans, Italiaans en Rethoromaans. Drie grote Europese rivieren ontspringen er: de Rijn, de Rhône en de Po. Porta Alpina kan een knooppunt zijn waar niet alleen Zwitserland, maar de hele Europese volkerenfamilie samenkomt.’
Cathomens plan om de Zwitsers te verenigen lijkt echter ten onder te gaan door regionaal eigenbelang. ‘Het Zwitserse publiek is enthousiast, maar machtige steden als Bern, Zürich en Genève blokkeren de plannen. Zij hebben geen zin om miljoenen op tafel te leggen voor een project hoog in de Alpen. Ze snappen niet dat ook zij er economisch voordeel bij zouden hebben. We moeten nu wachten tot het politieke klimaat verbetert.’
Judith Schueler, Materialising Identity. The Co-construction of the Gotthard Railway and Swiss National Identity. 197 p. Aksant, € 24,90
Dit artikel is exclusief voor abonnees