Home Wat willen we niet weten over ons verleden?

Wat willen we niet weten over ons verleden?

  • Gepubliceerd op: 24 maart 2005
  • Laatste update 07 apr 2020
  • Auteur:
    John Jansen van Galen
  • 6 minuten leestijd

Vroeger leerden we over de triomfen van de Republiek in de Gouden Eeuw, maar niets over de slavenhandel waarin Hollanders een prominente rol speelden. Inmiddels wordt deze ‘zwarte bladzijde’ niet overgeslagen en zijn de Nederlandse wandaden in Indonesië gedocumenteerd. De taboes worden echter vervangen door clichés die bijna even onwaar zijn. Wij hechten nu eenmaal aan heldere beelden.


Zoals iedereen die op een openbare of protestants-christelijke school heeft gezeten, groeide ik op met het beeld van de Geuzen als koene strijders voor de vrijheid van geloof: helden in het verzet tegen de Spaanse overheerser. Maar later kreeg ik een meisje dat katholiek onderwijs had gehad en zich van de Tachtigjarige Oorlog vooral de ‘martelaren van Gorcum’ herinnerde. Van hen had ik nooit gehoord: roomsen die in Gorinchem omwille van hun geloof door wrede, bloeddorstige Geuzen op de brandstapel geofferd waren. Aan geschiedenis zitten altijd twee en vaak nog wel meer kanten. 

Wij leerden als kinderen veel over de triomfen van de Republiek der Verenigde Nederlanden in de Gouden Eeuw, maar niets over de slavenhandel waarin Hollanders toen een prominente rol speelden. Ook hoorden wij onze ouders praten over ‘onze jongens’, die in ‘ons Indië’ door wrede peloppors in hinderlagen gelokt en afgeslacht waren. Er werd niet gesproken van ‘militaire’ maar van ‘politionele’ acties tegen de jonge republiek Indonesië. En het zou nog vele decennia duren eer het mogelijk werd zelfs maar aan te roeren dat onze jongens daarbij oorlogsmisdaden begingen. 
           
Daarin is de laatste tijd verbetering gekomen. De ‘zwarte bladzijde’ van de slavernij wordt niet meer snel omgeslagen, de Nederlandse wandaden in Indonesië zijn gedocumenteerd. Maar het gevaar is nu dat zulke taboes vervangen worden door clichés die bijna even onwaar zijn. Naarmate de geschiedenis gepopulariseerd wordt, neemt de behoefte aan eenduidige beelden toe. Emotiehistorie moet het hebben van zwart-wittegenstellingen en is niet gediend met nuances. 

Neem Van Heutsz. Hij gold in het begin van de vorige eeuw als een held der natie, voor wie op het Olympiaplein te Amsterdam een monumentaal standbeeld werd opgericht. Een icoon van het Nederlands kolonialisme: ‘Daar werd iets groots verricht!’ Met de kentering in de koloniale geschiedschrijving kwam hij echter bekend te staan als de wrede onderdrukker van de Atjehers en moest zijn standbeeld weg. 
           
Het is voor wie aan simpele beelden hecht moeilijk te begrijpen dat generaal Van Heutsz Atjeh weliswaar te vuur en te zwaard onder Nederlands gezag bracht, maar daarbij werd geadviseerd door de eminente oriëntalist Snouck Hurgronje, de grondlegger van de ‘ethische politiek’ in Nederlandsch-Indië die de inlander wilde ‘opheffen’. Daartoe moesten eerst alle inlanders door het Nederlands bestuur worden bereikt, en daartoe moest dus ook Atjeh veroverd worden. 
           
Stomverbaasd was ik toen ik merkte dat Van Heutsz in Indonesië minder bekendstaat als de grote koloniale houwdegen dan als grondvester van de Indonesische eenheidsstaat. Toch durfde minister Bot van Buitenlandse Zaken na de tsunami in Atjeh nauwelijks zijn gezicht te vertonen, vanwege de reputatie die Van Heutsz – vooral in Nederland – heeft. 

De slavernij is uit het vergeetboek gehaald. Er is een monument en er is een instituut dat het ‘slavernijverleden’ onderzoekt. Maar het heeft er alle schijn van dat dit verleden, eerst een blinde vlek, nu alleen geschilderd mag worden met de allerzwartste verf. Toen de Leidse hoogleraar Piet Emmer vaststelde dat er met slavenhandel weinig is verdiend, was verontwaardiging zijn deel. De vraag of zijn berekeningen klopten werd niet gesteld. Hij had het niet eens uit mógen rekenen, omdat het inmiddels tot onze geloofsbelijdenis behoort dat de Hollanders nu eenmaal schatrijk zijn geworden aan deze mensenhandel en van de opbrengst bijvoorbeeld de Amsterdamse grachtenhuizen van hebben gebouwd. 
           
Dat bij de verscheping door de erbarmelijke omstandigheden percentueel evenveel zwarten stierven als blanke scheepsjongens, past al evenmin in het geliefde beeld van de ‘zwarte holocaust’. De brave Amerikaanse hoogleraar die een telfout opspoorde in de aantallen verscheepte zwarten, waardoor er van die honderdduizenden 15.000 afgetrokken moeten worden, werd op een bijeenkomst in Amsterdam bejegend alsof hij de concentratiekampen ontkende. 

Zo is het ook met onze heerschappij over Indië: eerst verheerlijkt, wordt die nu verguisd. Het is moeilijk te erkennen dat het niet alleen uitbuiting en kneveling was wat de klok sloeg, maar dat er in sommige opzichten – gezondheidszorg, infrastructuur, landbouwvoorlichting – inderdaad iets groots werd verricht. En dat niet alleen onze militaire acties meedogenloos waren, maar ook de guerrilla van de Indonesiërs. Het was gewoon een vuile oorlog, van beide kanten. 
           
Maar wij hechten nu eenmaal aan heldere beelden waarin Goed lijnrecht tegenover Kwaad staat. De werkelijkheid is echter troebeler en goeden zijn bijna altijd óók slecht. De Geuzen waren helden en boeven tegelijk: vrijheidsstrijders én zeerovers, kampioenen van godsdienstvrijheid én godsdienstfanatieke beulen. Het zou mooi zijn als we door popularisering van de geschiedenis óók leerden dat simpele waarheden niet bestaan. 

kader

Omissies

De geestdrift spat eraf als Michèle Jacobs van het Historisch Platform, dat ‘het historisch bedrijf doorzichtig en maatschappelijk actief’ wil maken, vertelt over haar werkgroep ‘Omissies’. De eerste ‘omissie’ die deze in een reeks debatten wil herstellen is de geschiedenis van de naoorlogse immigratie. Ze wil die vooral laten zien in beelden. Jacobs: ‘Geschiedenisonderwijs steunt vooral op geschreven tekst. Maar jongeren nemen nu eenmaal visueel informatie op. En er zijn schatkamers vol beeldmateriaal uit de twintigste eeuw.’ 
           
Het wemelt bijvoorbeeld van zelden vertoonde films over Suriname. In een rondvraag onder ingewijden krijgt Wan Pipel, het epos van Pim de la Parra bij de Surinaamse onafhankelijkheid, de voorkeur, ook omdat daarin de migratiedrang van die tijd goed tot uiting komt. 
           
Over Marokko en Turkije is het minder gemakkelijk speelfilms te vinden, maar er bestaan veel documentaires die een verhelderend perspectief kunnen bieden op de komst van de Marokkaanse en Turkse gastarbeiders. Zo zijn er reportages van Ed van Westerloo uit Brandpunt die duidelijk maken waarom mannen rond 1970 Marokko begonnen te verlaten. In beeld verschijnt de Nederlandse functionaris die rijen wachtenden een paar simpele vragen stelt en ter keuring van het gebit in hun mond kijkt – zo werden ze geworven voor ongeschoold werk in Nederland. Het verhaal van een oude man over de omstandigheden op het Marokkaanse platteland onderstreept waarom men er wegtrok. 
           
Michèle Jacobs: ‘Voor migranten gaat het na hun vestiging in het nieuwe land vooral om de oriëntatie op hun land van herkomst, om de vraag of ze hun specifieke cultuur naast zich neer moeten leggen of juist aan hun kinderen doorgeven – en of Nederland daar ruimte voor laat. Zulke kwesties moeten een prominente plaats krijgen in het project Omissies.’ 

Onder de titel Shooting the Family vinden drie bijeenkomsten plaats over veranderende familierelaties onder migranten. Plaats: Imagine IC, Bijlmerplein 1006, Amsterdam Zuid-Oost. Info: 020-48 94 866 of www.imagineic.nl

19 maart, 15 uur: Filmmiddag en discussie over de komst van Marokkaanse vaders naar Nederland

23 maart, 19 uur: Een avond over migratie en veranderende familierelaties (met Naima El Bezaz, Karim Traïdia, Fouad Laroui)

2 april, 15.30 uur: Première homevideo van Aicha Laoukili over de Marokkaans-Nederlandse familie Buchipti

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.