Home Dossiers Naoorlogse geschiedenis Wat gebeurde er op Bloody Sunday?

Wat gebeurde er op Bloody Sunday?

  • Gepubliceerd op: 18 januari 2006
  • Laatste update 03 feb 2022
  • Auteur:
    Bas de Vries/ Londen
  • 11 minuten leestijd
Wat gebeurde er op Bloody Sunday?
Cover van
Dossier Naoorlogse geschiedenis Bekijk dossier

Op 30 januari 1972 schoten Britse soldaten veertien demonstranten dood in het Ierse Londonderry. Na jarenlange speculaties over het werkelijke verhaal achter Bloody Sunday kwam een twaalfjarig onderzoek naar de gebeurtenissen in 2010 ten einde. Lord Saville, die het onderzoek had geleid, concludeerde dat de Britse soldaten onrechtvaardig en onverantwoordelijk hadden gehandeld en volledig verantwoordelijk waren voor de doden en gewonden. Historisch Nieuwsblad publiceerde in 2006 dit artikel over Bloody Sunday.

John Kelly stond op nauwelijks twintig meter afstand van zijn jongere broer Michael toen de Britse paramilitairen die fatale 30e januari 1972 met scherp begonnen te schieten. Net als iedereen in de demonstratie in Derry zocht hij onmiddellijk dekking, terwijl de kogels over zijn hoofd suisden. ‘Ze schoten echt op alles wat bewoog,’ vertelt Kelly. ‘Volgens de officiële cijfers zijn er maar liefst 108 kogels afgevuurd die dag.’

Dat de 17-jarige Michael geraakt was, hoorde John enkele minuten later van een van zijn zwagers. ‘Ik ben nog met hem meegereden naar het ziekenhuis. Hij ademde toen al nauwelijks meer. Je probeert op zo’n moment hoop te houden, maar in mijn hart wist ik meteen dat het te laat was. Binnen een paar minuten was het inderdaad gebeurd met hem.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

Behalve Michael Kelly stierven die Bloody Sunday nog twaalf andere katholieke demonstranten in Derry. Een veertiende overleed later dat jaar in het ziekenhuis. Dertien anderen raakten gewond.

Onderzoek

De toenmalige Britse regering van de Conservatief Edward Heath gelastte onmiddellijk een onderzoek, dat onder leiding stond van Lord Widgery. Maar dat wordt door familieleden als John Kelly tot op de dag van vandaag weggewuifd als een ‘witwasoperatie’. Belangrijkste klacht: Widgery wilde niet uitsluiten dat de verdediging van de militairen klopte. Zij stelden dat er in Derry eerst op hen was geschoten en dat zij dus uit zelfverdediging hadden gehandeld.

Daarom wacht John Kelly met veel ongeduld op de uitslag van het nieuwe onderzoek naar Bloody Sunday, waarin rechter Lord Saville het werk van Widgery dertig jaar later overdoet. Wanneer dat grote moment precies komt, is onduidelijk; Saville zit al meer dan een jaar te schrijven aan zijn eindrapport en stelde het moment van publicatie afgelopen augustus voor onbepaalde tijd uit. ‘Ergens in de eerste helft van 2006’ is nu de verwachting.

‘Bloody Sunday heeft ons gezin met dertien kinderen bijna verwoest’            

Het wachten valt Kelly zwaar. Voor zijn moeder Kathleen komt de uitslag van het onderzoek al te laat. Zij overleed in 2004 op 80-jarige leeftijd. ‘Bloody Sunday heeft ons gezin met dertien kinderen bijna verwoest,’ vertelt de inmiddels 56-jarige John Kelly. ‘Met name omdat mijn broer Mickey er aanvankelijk van werd beschuldigd dat hij van plan was een nagelbom naar de soldaten te gooien en dat het dus zijn eigen schuld was dat hij was neergeschoten. Die verdenking is kort na zijn dood gelukkig weggenomen in het Widgery-rapport. Maar toch, het stigma van nail bomber is hem altijd blijven aankleven.

Daarom is het allerbelangrijkste wat wij verwachten van lord Saville algeheel eerherstel voor de slachtoffers. Wij willen nogmaals duidelijk horen dat zij weerloos en onschuldig waren. En vervolgens zou het mooi zijn als de direct verantwoordelijken – binnen het leger én hogerop – kunnen worden aangewezen en voor de rechter gebracht.’

Juridisch getouwtrek

Het is inmiddels acht jaar geleden dat de destijds kersverse Britse premier Tony Blair een groot onderzoek aankondigde naar het drama in de straatarme katholieke wijk Bogside. Een drama dat alleen al door het nummer ‘Bloody Sunday’ van de popgroep U2 over de hele wereld herinnerd blijft en geldt als het grootste trauma voor de Ierse katholieken in tientallen jaren burgeroorlog.

Blair gaf met zijn besluit toe aan aanhoudende druk van de Ierse regering en de republikeinse gemeenschap in Noord-Ierland. Hij hoopte dat het onderzoek zou kunnen helpen de wonden in de provincie te helen. Naar goed Brits gebruik legde hij de verantwoordelijkheid in handen van een hoge rechter: lord Saville of Newdigate. Saville wordt geassisteerd door twee collega’s uit Canada en Australië.

De onderzoekers leverden geen half werk. Hun historisch adviseur professor Paul Bew van de Queen’s-universiteit in Belfast zag plotseling ‘vrachtladingen’ documenten over de gewelddadige geschiedenis van het Noord-Ierse conflict zijn studeerkamer binnengereden worden.

‘Documenten die soms wel honderd jaar geheim hadden moeten blijven, bijvoorbeeld omdat de regering familieleden van spionnen niet in gevaar wilde brengen. Heel opwindend voor een historicus als ik, die zich zijn leven lang in de burgeroorlog heeft verdiept.’

Het gevolg van de grondige aanpak was dat het onderzoek jaren in beslag nam

Het gevolg van die grondige aanpak was wel dat het onderzoek jaren en jaren in beslag nam. Lord Saville verzamelde zoveel informatie dat zijn openingsspeech in de monumentale Guildhall in Derry op 27 maart 2000 42 dagen in beslag nam. Een absoluut record.

De keus voor de Guildhall als hoofdkwartier was bijzonder: daarheen waren de duizenden demonstranten die winterdag in 1972 op weg, zonder er ooit te arriveren. In het gebouw in het centrum van de stad zetelde destijds namelijk de gemeenteraad: symbool van de protestantse, unionistische macht in een gemeente die in meerderheid katholiek was.

Niet minder dan 921 betrokkenen werden in de Guildhall door Saville in het openbaar gehoord, van soldaten tot burgers en paramilitairen tot geestelijken en journalisten. Voorzover zij tenminste bereid waren te komen. De Britse soldaten weigerden, omdat zij in Derry nog altijd hun leven niet zeker zouden zijn.

De protesten van hun advocaten hadden succes; Saville moest zijn onderzoek ongeveer een jaar lang naar Londen verhuizen. John en moeder Kathleen Kelly reisden al die tijd op en neer naar de Britse hoofdstad – zondag heen, donderdag terug – om de getuigenis van de militairen te kunnen horen.

Daarnaast werd besloten dat de identiteit van de voormalige soldaten niet bekend zou worden. De man die hoogstwaarschijnlijk verantwoordelijk is voor de dood van Michael Kelly, bijvoorbeeld, bleef verborgen achter de aanduiding ‘F’. Een twintigtal voormalige politieagenten mocht getuigen achter donkere schermen.

Wat eigenlijk een historisch onderzoek moest worden, ontaardde zo in de loop der tijd in eindeloos juridisch getouwtrek, dat vooral gunstig was voor de portemonnee van de betrokken juristen. De rekening van het onderzoek was eind 2004 al opgelopen tot 225 miljoen euro.

No go area

En dat voor een terugblik op het verleden die de twee uitersten in de emotionele discussie over Bloody Sunday niet of nauwelijks bij elkaar brengt. Familieleden als John Kelly zijn er nog altijd van overtuigd dat er destijds sprake was van moord met voorbedachten rade.

Veel soldaten, politieagenten en medewerkers van de binnenlandse veiligheidsdienst MI5 houden op hun beurt vol dat er eerst door het Ierse Republikeinse leger (IRA) op ze is geschoten. Al hebben verschillende leden van de paratroepen ook toegegeven dat zij destijds hebben gelogen.

Wat zijn de feiten op die winterdag 34 jaar geleden die wél door beide partijen worden onderschreven? Vaststaat dat Bogside destijds een soort vrijstaat vormde in het fraaie Derry (Engelsen en Noord-Ierse protestanten spreken liever van Londonderry). Politie en leger waagden zich niet of nauwelijks in de wijk, die door hoge barricades van de buitenwereld werd afgesloten.

Politie en leger waagden zich niet of nauwelijks in de wijk, die door hoge barricades van de buitenwereld werd afgesloten

De IRA handhaafde de orde in Bogside en de aangrenzende wijk Cleggan – gewapend met pistolen en antieke geweren, de gezichten van de meestal jonge rekruten verborgen achter skimaskers. De grens tussen ‘bezet’ en ‘bevrijd’ Derry werd gemarkeerd door een muur met de tekst: You are now entering free Derry.

Onomstreden is ook dat het Eerste Bataljon van het Parachute Regiment destijds nieuw was in Derry. De commandant van ‘One Para’, die bekendstond om zijn efficiënte aanpak in Belfast, moet zich zeer hebben verbaasd over de chaotische situatie in de stad. Hoe was het mogelijk dat militairen zich elke zaterdagavond op de hoek van William Street en Waterloo Place door katholieke jongeren met stenen en flessen lieten bekogelen? Hoe konden de plaatselijke autoriteiten het bestaan van ‘no go area’s’ gedogen?

Hoe konden de plaatselijke autoriteiten het bestaan van ‘no go area’s’ gedogen?

Hét grote politieke twistpunt in die dagen was de afkondiging van de zogenoemde internering. Die term stond voor het opsluiten van terreurverdachten zonder vorm van proces, in de hoop zo de IRA de baas te kunnen. Het was een maatregel die binnen de katholieke gemeenschap veel verontwaardiging opriep. Hoogtepunt van de protesten ertegen was de grote betoging op 30 januari 1972 in Derry.

Volgens journalist Peter Pringle, die samen met zijn collega Philip Jacobson onmiddellijk na Bloody Sunday onderzoek deed voor The Sunday Times, wist iedereen in Derry dat de IRA zijn leden had gesommeerd die dag de wapens thuis te laten. Maar toch was dat niet wat de paratroepen de avond voor de demonstratie van hun superieuren te horen kregen.

Hun werd verteld dat zij op hun hoede moesten zijn voor scherpschutters van de IRA, die vaak uit het zicht werden gehouden door de jonge stenengooiers. Besloten werd bovendien dat er ditmaal weinig zou worden getolereerd. Jongeren die zich misdroegen, zouden worden gearresteerd. Derry moest worden terugveroverd op de anarchie.

Slachting

Toen de massa eenmaal in beweging was gekomen – de schattingen van het aantal betogers lopen uiteen van 5000 tot 25.000 -, begon een honderdtal jongeren inderdaad met alles te smijten wat zij in handen konden krijgen. Uitgedaagd deden de manschappen van Para One iets dat hun collega’s een tijdlang hadden nagelaten: zij staken de grens met ‘vrij’ Derry over.

Vervolgens ontstonden de dramatische historische beelden die velen van Bloody Sunday zullen kennen: met name dat van de toenmalige pastoor – later bisschop – Daly die bukkend voor de kogels en zwaaiend met een zakdoek wegloopt, terwijl op de achtergrond vier mannen een hevig bloedend slachtoffer wegdragen.

Het bloedbad staat voor katholieken nog altijd symbool voor het ultieme onrecht en machtsmisbruik. Onmiddellijk na Bloody Sunday wilden talloze jongeren zich aansluiten bij de IRA. De grote vraag is nu of Saville zal slagen waar anderen faalden door eindelijk duidelijkheid te verschaffen over het waarom van de veertien onschuldige doden. Hoe komt het dat militairen plotseling begonnen te schieten op mensen van wie inmiddels vaststaat dat zijzelf in elk geval ongewapend waren?

Hoe komt het dat militairen plotseling begonnen te schieten op mensen die ongewapend waren?           

Savilles historisch adviseur Paul Bew denkt dat die duidelijkheid er slechts gedeeltelijk zal komen. In zijn ogen is het onvermijdelijk dat de legerleiding in het Saville-rapport veel kritiek zal krijgen voor de op z’n minst roekeloze wijze waarop het die fatale zondag te werk is gegaan. ‘Ik geloof niet dat er sprake was van een geplande slachting. Maar het oppercommando van het leger in Noord-Ierland lijkt wel de omstandigheden te hebben geschapen waarin een slachting kon plaatsvinden.’

Tijdens het Saville-onderzoek dook onder meer een geheime memo op van generaal Robert Ford, commandant van de landstrijdkrachten in de provincie. Drie weken voor Bloody Sunday stelde hij voor ‘geselecteerde aanvoerders’ van de aanhoudende rellen in Derry neer te schieten.

Daarvoor moesten aangepaste geweren worden gebruikt, met een kleiner kaliber munitie dan gebruikelijk, om de risico’s voor omstanders te minimaliseren. Die aangepaste geweren werden vervolgens inderdaad naar de stad overgebracht. Of ze op de fatale dag daadwerkelijk zijn gebruikt is onduidelijk. Het leger bleek de wapens te hebben vernietigd of verkocht – vlak nadat Saville ze had opgevraagd in het kader van zijn onderzoek.

Complottheorieën

Incompetentie? Sabotage? Volgens Bew zal het moeilijk te bewijzen zijn dat er direct verband is tussen de memo van generaal Ford en Bloody Sunday. De grote waarde van het onderzoek zit volgens hem met name in het feit dat het heeft geholpen een aantal complottheorieën weg te strepen.

‘Zoals de theorie dat premier Heath vanuit Londen heeft gelast om die dag met scherp te schieten. Het zou me hogelijk verbazen als Saville die niet naar de prullenbak verwijst. De Britse regering was in die dagen juist bezig om toenadering te zoeken tot de republikeinse gemeenschap. Een schietpolitiek was daarmee volkomen in tegenspraak.’

Maar de hamvraag – wie schoot eerst op Bloody Sunday, en als de IRA toch ook heeft geschoten, in welke fase van het drama was dat dan? – blijft mogelijk ook na het verschijnen van het Saville-rapport onbeantwoord. Als dat inderdaad het geval is, is het dan de 225 miljoen euro waard geweest? Zal dit onderzoek er dan werkelijk aan hebben bijgedragen dat de wonden bij de ‘Bloody Sunday-families’ worden geheeld?

‘We zullen het moeten afwachten,’ zegt John Kelly. ‘Maar één ding hebben we in elk geval bereikt: honderden burgers hebben voor het oog van de wereld kunnen vertellen wat ze die afschuwelijke dag hebben meegemaakt. En dat was nog nooit eerder gebeurd.’

Meer informatie

Boeken

De meest recente grotere werken over Bloody Sunday zijn Bloody Sunday and the Rule of Law in Northern Ireland van Dermot Walsh en Those are Real Bullets, Aren’t They? van Peter Pringle en Philip Jacobson (beide uit 2000). De boeken zijn echter mogelijk volledig achterhaald zodra het Saville-rapport is verschenen. Dat risico is minder groot bij het in 2005 verschenen boek over de psychische gevolgen van het drama voor familieleden van slachtoffers: Bloody Sunday. Trauma, Pain and Politics, geschreven door Patrick Hayes en Jim Campbell, die zijn verbonden aan de Queen’s-universiteit in Belfast.

Film 

De ultieme speelfilm over het drama is Bloody Sunday van regisseur Paul Greengrass, ook in Nederland op dvd te koop. Met aan het eind natuurlijk U2’s hit ‘Bloody Sunday’.