Zoals
Het thema ‘integratie en discriminatie’ is natuurlijk hoogst actueel. In 300 bladzijden geeft de auteur een uitvoerige beschrijving van de manieren waarop Grieken en Romeinen met anderen omgingen en hoe ze tegen hen aankeken. Als goede schoolmeester vergast Meijer zijn lezer op boeiende bijzonderheden. Vaak laat hij vaak de ouden zelf spreken, in welgekozen bronteksten.
De gedebiteerde inzichten zullen de vakman niet verbazen, maar de algemene lezer zal met interesse kennis nemen van
Met Alexander de Grote wordt de wereld opengebroken; Alexandrië is de eerste metropool met een zeer gemengde bevolking. Ook Rome wordt zo’n wereldstad, al lijkt het samenleven tussen gevestigde bewoners en nieuwkomers daar soepeler te verlopen. De Romeinen gelden van oudsher als ‘opener’, hoewel ook bij hen het misprijzen over vreemden niet ontbrak. Eigenlijk is hiermee de hele boodschap van het boek gegeven.
Meijer ziet er uitdrukkelijk vanaf om vergelijkingen met de moderne tijd te maken. Natuurlijk heeft hij gelijk dat er geen ‘rechtstreekse lijn van toen naar nu’ loopt, maar de confrontatie met een vreemde wereld kan een scherpere kijk op het omgaan met ‘vreemd volk’ opleveren. Het gebrek aan analyse, vergelijking en focus is de voornaamste zwakte van dit omvangrijke boek. Na een uitvoerig hoofdstuk over het christendom houdt het abrupt op. De conclusies moet de lezer maar trekken. Soms lijkt de schrijver zijn eigen onderwerp uit het oog te hebben verloren. De bevlogen docent die Meijer is, kan het niet laten zijn kennis te spuien, ten nadele echter van het betoog.
Maar waarschijnlijk zijn deze bedenkingen niet meer dan die van een schoolmeester jegens een schoolmeester. Ook deze ‘Meijer’ zal zijn weg wel vinden naar een lezerspubliek dat zich graag laat onderhouden over de vreemde wereld van de Oudheid.
Dit artikel is exclusief voor abonnees