Home Versplintering is heel gewoon

Versplintering is heel gewoon

  • Gepubliceerd op: 23 februari 2021
  • Laatste update 13 okt 2022
  • Auteur:
    Geertje Dekkers
  • 2 minuten leestijd
Versplintering is heel gewoon

Maar liefst 89 partijen registreerden zich voor de Tweede Kamerverkiezingen in maart van dit jaar. Een recordaantal, dat aanleiding is voor zorgen over politieke versplintering en polarisering. Maar een veelheid aan politieke partijen is typisch voor Nederland, stelt de Nijmeegse hoogleraar parlementaire geschiedenis Carla van Baalen.

Op dit moment zitten er al vijftien fracties in de Kamer en na de verkiezingen worden het er mogelijk nog meer. Is dat een nieuw fenomeen?

‘Helemaal niet. In 1918 stemden Nederlanders voor het eerst met een systeem van evenredige vertegenwoordiging, want daarvoor bestond hier een districtenstelsel. Dat jaar kwamen er achttien fracties in de Kamer. Daar zaten grote partijen bij, zoals de Tweede Kamerfractie Rooms-Katholieken met 30 van de toen 100 zetels, en de sociaal-democratische SDAP met 22 Kamerleden. Maar er waren ook acht fracties met ieder maar 1 zetel, zoals de Plattelandersbond en de Middenstandspartij.’

Dit artikel is exclusief voor abonnees

Dit artikel op Historischnieuwsblad.nl is alleen toegankelijk voor abonnees. Met liefde en zorg werken wij iedere dag weer aan de beste historische verhalen door toonaangevende historici. Steun ons door lid te worden voor maar €4,99 per maand, de eerste maand €1,99. Log in om als abonnee direct verder te kunnen lezen of sluit een abonnement af.

En de polarisering dan? Is die wel nieuw?

‘Ook niet. In de jaren zeventig stuurden sommige partijen bewust aan op polarisatie van links en rechts, om kiezers een duidelijke keuze te geven. En het was ook een poging de confessionelen uit het midden te drukken. Die waren bezig met een moeizame fusie waaruit het CDA zou voortkomen, en het idee was dat ze het nog moeilijker zouden krijgen als de tegenstellingen tussen links en rechts werden aangezet. Dat is overigens niet gelukt. Toen Dries van Agt de eerste lijsttrekker werd van het CDA zei hij: “We buigen niet naar links, we buigen niet naar rechts.”’

Dus de huidige situatie is heel gewoon?

‘Sinds de jaren negentig is er wel een belangrijke verandering ingezet. Daarvoor had je echt grote partijen. Zo haalden CDA, VVD en PvdA in 1986 samen 133 zetels. Nu hebben we veel meer middelgrote partijen, en dat maakt de formatie lastiger. In 2017 duurde het langer dan ooit om een kabinet te vormen.’

Geertje Dekkers

 

Kortstondige eenheid

De afgelopen eeuw zat er meestal een veelheid aan fracties in de Kamer. Maar er waren uitzonderingen: als er net een partijfusie was geweest. Van Baalen: ‘Fusiepartijen trekken vaak veel stemmen. Neem de PvdA, die na de Tweede Wereldoorlog ontstond uit een fusie van de Sociaal-Democratische Arbeiderspartij, de Vrijzinnig Democratische Bond en de Christelijk-Democratische Unie. Die haalde in 1946 29 van de 100 zetels. Maar na verloop van tijd zie je vaak afsplitsingen, bijvoorbeeld van liberalen die zich in 1948 aansloten bij de nieuwe VVD. Dan heb je weer meer partijen in het parlement.’

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 3 - 2021