Home Vechten? Dat moeten anderen maar doen

Vechten? Dat moeten anderen maar doen

  • Gepubliceerd op: 27 september 2023
  • Laatste update 28 jan 2024
  • Auteur:
    Mirjam Janssen
  • 3 minuten leestijd
Leden van de Vereniging van Dienstplichtige Militairen voeren actie, 1 april 1974.

Dit artikel krijgt u van ons cadeau

Wilt u onbeperkt toegang tot HN Actueel? U bent al lid vanaf €1,99 per maand. Sluit hier een abonnement af en u heeft direct toegang.

Progressieve Nederlandse mannen gingen niet in militaire dienst. Waarom eigenlijk niet, vraagt socioloog en journalist Herman Vuijsje zich af. Zijn antwoord is ontluisterend.

In 2018 verweet president Donald Trump de Europeanen dat hun bijdrage aan de NAVO ondermaats was. Zelfs de grootste Trump-haters konden niet ontkennen dat hij een punt had. Europa school al jaren comfortabel onder de Amerikaanse militaire paraplu. Vorig jaar viel Rusland Oekraïne binnen en bleek nog eens extra hoe gemakzuchtig de Europeanen met hun defensie waren omgesprongen. Zeker Nederland had er weinig in geïnvesteerd. Ontwikkelingen als deze zetten Herman Vuijsje (1946) aan het denken. Waarom had ons land het leger jarenlang laten verslonzen?

Meer recensies van historische boeken lezen? Schrijf u in voor onze gratis nieuwsbrief.

Ontvang historische artikelen, nieuws, boekrecensies en aanbiedingen wekelijks gratis in uw inbox.

Vuijsje begint zijn onderzoek bij de militaire dienstplicht. Toen hij in de jaren zestig zelf aan de beurt was, wist hij die te ontlopen, net als veel andere progressieve hoger opgeleiden. Terugkijkend waren hun argumenten helemaal niet zo helder, constateert Vuijsje. Ze hadden geen zin, vonden het tijdverspilling, hadden vage antimilitaristische gevoelens. Wie de kans kreeg, liet zich afkeuren of regelde een vrijstelling. De keuringsartsen werkten daar vaak aan mee.

Die nonchalante houding paste bij de tijdgeest. Nederlanders waren zich bewust van de offers die tijdens de Tweede Wereldoorlog waren gebracht voor hun vrijheid. Maar tegelijk waren het geen Nederlandse militairen die ons land hadden bevrijd. Op de Nederlandse prestaties in de oorlog kon niemand trots zijn. De generatie van de babyboomers vond de verzetsstrijders daarentegen wél interessant; die pasten bij hun antiautoritaire opvattingen. In de decennia daarop werden militaire uitgaven afgebouwd. Omdat er toch nooit meer oorlog zou komen. En omdat Nederland zich veilig voelde achter de rug van andere landen.

Inmiddels kijkt Vuijsje met ongemak terug op de freeriders-mentaliteit van zijn generatie en die daarna. De laatste jaren lijkt het tij te keren en is de waardering voor het leger weer toegenomen. Nederlanders behoren tot de haviken in de Oekraïne-oorlog en stellen zich onverzoenlijk op tegenover Rusland. Maar toen in 2022 inwoners uit 24 landen de vraag kregen voorgelegd of ze voor hun land wilden vechten, antwoordde van de Nederlanders slechts 16 procent met ‘ja’ en 68 procent wilde dat beslist niet. Daarmee belandde ons land helemaal onder aan de lijst met strijdlustigen.

Vuijsje voert als verklaring voor dit soort gedrag onder meer de ‘gemoedsrust van de verzorgingsstaat’ aan. Nederlanders zijn gewend dat de overheid hun problemen oplost of vinden dat die dat moet doen. Zo ontlopen ze zelf hun verantwoordelijkheid. Wij waren geen soldaat is een pijnlijk en verhelderend boek.

Wij waren geen soldaat.

Wij waren geen soldaat. Het leger was voor losers
Herman Vuijsje
232 p. Walburg Pers, € 24,99

Openingsbeeld: Leden van de Vereniging van Dienstplichtige Militairen voeren actie, 1 april 1974.

Dit artikel is gepubliceerd in Historisch Nieuwsblad 10 - 2023